N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Emoties Een game kan helpen bij het ervaren en verwerken van emoties, merkte Len Maessen. Hoe kan het dat iemand achter de console wél aan rouwen toekomt?
Daar stonden we dan in haar woonkamer, verloren en klein: mijn broer en ik. Het lichaam van onze moeder werd naar buiten gerold, en met dat lijf ook haar fantasie, haar kritiek, haar geloof in emotionele eerlijkheid. Ik keek weg en zag de droge ogen van mijn broer. Het enige dat hij eerlijk over zijn emoties kon zeggen, was dat hij niet wist wat hij voelde. Het zat vast.
Ik maakte me zorgen, in de weken die volgden. Hij zat thuis met zijn vrouw, speelde games, kwam maar niet bij zijn verdriet.
Op een dag vond hij het. Helemaal op zijn manier: zonder drama, rustig, bedachtzaam. Hij was bezig met Spiritfarer (2020), vertelde hij. In die game speel je de veervrouw van het hiernamaals, die kleurrijke dierenfiguren moet helpen om hun zaken op orde te brengen. Uiteindelijk volgt het afscheid. Ze gaan verder, de veervrouw blijft achter. „Toen ik gedag zei tegen mijn eerste gast, kwam opeens álles los.” Ogen nat, emoties vrij. Mijn broer kon er eindelijk bij.
De dood is altijd onderdeel geweest van games als medium: je sterft als je faalt en staat weer op. Maar de dood kan in een game ook een gemis zijn: fans van Final Fantasy VII (1997) die de dood van het personage Aeris niet konden accepteren gebruikten weeffoutjes in de software van het spel om een schim van haar terug te toveren, als herinnering. Zo werd rouw, onbedoeld door de makers, deel van de gamewereld.
Maar eind jaren negentig werd er over games vaak simpel gedacht: plat vermaak, bedoeld voor kinderen. Terwijl de game-industrie eigenlijk aan de vooravond van een transformatie stond: dankzij technologische ontwikkelingen en internet werd het voor iedereen gemakkelijker om zelf games te maken. Liefhebbers maakten spellen over hun eigen ervaringen. Met de game That Dragon, Cancer (2016), die Ryan en Amy Green maakten over hun vijfjarige zoontje met ongeneeslijke kanker, werd ook rouw iets dat beleefd kon worden, gespeeld.
Spellen als Spiritfarer en That Dragon, Cancer bieden geen therapeutische opdracht, het zijn kunstexpressies.
Toch werkte Spiritfarer voor mijn broer. Waarom? „Ik denk dat het verdriet voor mij opeens behapbaar werd, ook omdat ik er een langere periode actief mee bezig mocht zijn”, zegt hij peinzend. „Ik zag de emotie van de personages en dacht: Oh. Dat voel ik ook.”
Het loont om ons verlies te verpakken in symbolen, en die te delen, concludeert de Zweedse game-onderzoeker Sabine Harrer in het boek Games and Bereavement (2018). Kunst over verdriet nodigt niet alleen uit om na te denken over het verlies van de ander, maar ook om bewust te voelen wat er voor jou niet meer is en wat dat losmaakt.
Woede-rood, verdriet-blauw
Juist met die reflectie hebben veel mensen moeite, zegt rouwtherapeut Els Klompers. Ze begeleidt in Alem mensen die worstelen met loslaten. „Er rust een taboe op rouw.”
Ook als we rouwen houden we ons aan de lessen uit onze kindertijd, zegt Klompers. Bijvoorbeeld dat je woede niet mag laten zien. Of jaloezie, of angst. Je stopt die gevoelens weg, totdat het onderbewuste besluit dat het te veel is. „Je komt opeens bij de huisarts vandaan met de diagnose depressie. Maar wat je doormaakt is intens verdriet, terwijl je niet gerouwd hebt.”
Het doet denken aan games als Gris (2018), waarin geen woord gesproken wordt, maar je alles kan voelen: een jonge vrouw ondergaat een diep verlies, de wereld wordt grauw. Pas wanneer ze het vermogen terugvindt om te voelen, keert de kleur terug. Eerst komt woede-rood, dan pas verdriet-blauw.
Helpt het mensen bij de verwerking van verlies om zo’n proces in een game mee te maken?
Klompers heeft het aan één van haar jonge patiënten gevraagd, zegt ze en leest het antwoord voor van haar telefoon: „Ik denk dat als kinderen zoiets in een game meemaken, dat ze er beter over kunnen praten met andere kinderen.” Het wordt dan normaler, minder taboe.
Maar mijn broer is geen kind. Hij was dertig toen mijn moeder stierf. En ik merk het zelf ook: ik ben de dochter van mijn moeder, altijd klaar om gevoelens hardop te duiden. En toch sleuren games over verlies iets uit me dat dieper zit dan waar ik zelf bij kan.
Tegen de tijd dat mijn moeder zo ver weg was dat zelfs ik haar niet kon bereiken, probeerde ik mezelf in mijn werk te verdrinken. Ik was uitgeput, had zo lang voor haar gezorgd. Maar deel van mijn werk is games recenseren, en juist daar lukte verdrinken niet.
Nieuwe rouw
The Last of Us Part II(2020) is, anders dan Spiritfarer, geen artistiek experiment. Het is zo’n bloederig ding waar ouders snel angstig over worden. En toch tegelijk een spel over rouw, het complexe verlies dat ontstaat uit een verstoorde ouder-kindrelatie. Vaderfiguur Joel heeft iets afschuwelijks gedaan om zijn geadopteerde dochter Ellie te redden. Hij liegt erover, zij voelt aan dat er iets mis is. In een wanhoopspoging om het goed te maken, pakt Joel vroeg in de game de gitaar en speelt ‘Future Days’ van Pearl Jam voor Ellie. Hij piepklein, weet niet of hij het goed doet; zij probeert afstand te houden.
Ik barstte tot mijn verbazing in huilen uit.
Rouw raakt soms verstrengeld in andere rouw, zegt Els Klompers. Nieuwe rouw duwt je met de neus op iets waar je nooit genoeg de tijd voor nam. „Mensen weten vaak niet wat ze nodig hebben.”
Dat was ook mijn waarom. Mijn vader verliet ons toen ik tiener was, ik was woedend. Het duurde een jaar voordat ik hem weer zag: een flinke vent die opeens zo fragiel leek, met een cadeau dat hij op advies van mijn moeder had gehaald. Ik had hem in Joel gezien, besefte ik opeens. En mijzelf in Ellie, mijn moeder in de toenaderingspoging. Ik huilde om een gezin dat nu écht niet meer gerepareerd kon worden.
Games brachten me zo de confrontatie met mijn eigen rouw. Maar dat geldt voor zoveel kunst. Waarom raakt dit juist zo hard?
Wetenschappers van de Korea Advanced Institute of Science and Technology zochten zes spelers op die ook sterk hadden gereageerd op Spiritfarer. In uitgebreide interviews vroegen ze waarom.
De gesprekken bleken vaak aandoenlijk: „Als je Alice moet laten gaan… dat moment maakte mij duidelijk dat het goed was dat [mijn oma met dementie] min of meer kon rusten”, schreef één geïnterviewde. Een andere gamer was geraakt door een gesprek dat hij had met iemand die meekeek. „Hij was iemand die duidelijk veel verlies had meegemaakt. Hij bedankte mij dat ik video’s over deze game had gemaakt.”
De game stelde ze bloot aan rouwervaringen die leken op wat ze hadden meegemaakt, maar gaf hun ook de ruimte om tussen deze ‘stressmomenten’ bezig te zijn met herstel, concludeerden de onderzoekers.
Sabine Harrer spreekt dan weer over ‘interreactiviteit’, de kern die games anders maakt dan boeken en films. Waar de interactie in boeken slechts van één kant komt – jij bladert, jij voelt – kunnen games op jou reageren. Ze passen zich aan jou aan, niet alleen in actie, maar ook in muziek en beeld.
Afscheid oefenen
Juist daarom is Life is Strange: True Colors (2021) misschien wel de mooiste game over rouw die ik ken. Hoofdpersonage Alex verloor op jonge leeftijd al alle stabiliteit in haar leven, en wanneer ze eindelijk een nieuwe start kan maken, sterft ook haar broer. Ze kan opeens de gevoelens van anderen niet meer buitensluiten. Dat levert heftige momenten op, maar meteen daarna geeft de game je alle ruimte. Ja, je kan verder met het verhaal. Maar je kan ook rondwandelen, naar mooie muziek luisteren, even genieten van een rustige omgeving. Een plaats om Alex haar gevoelens te laten verwerken maar óók ruimte om je eigen emoties even te voelen.
„Spiritfarer geeft je de kans om een andere identiteit aan te nemen en het afscheid nemen te oefenen”, schrijven gamewetenschappers Hailey Austin en Lydia Cooper van de Lodz Universiteit in Polen in hun paper uit 2021. „Dat brengt uiteindelijk catharsis met zich mee. Het loslaten van emotie.” Een game kan een beschermende omgeving bieden om actief met gevoelens rond verlies om te gaan.
In deze games is trauma slechts een echo: het kan je geen kwaad doen. Woede, jaloezie, angst, je kan het over je heen laten komen, er deel van zijn.
En dan weer loslaten.