N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Grenszorg Het Zeeuws-Vlaamse ziekenhuis ZorgSaam concurreert met het AZ Zeno in het Vlaamse Knokke. Niet eerlijk, vindt de Nederlandse bestuursvoorzitter. „Zonder patiënten blijft het ziekenhuis niet overeind.”
Najoni Hamelijnck-Notebaart (28) uit het Zeeuws-Vlaamse Breskens kreeg tijdens haar zwangerschap het hartje van haar baby elke maand te horen. Ze reed geregeld op en neer naar het AZ Zeno in Knokke, waar ze maandelijks een echo kreeg – veel vaker dan gebruikelijk in Nederland. Het is een van de redenen dat ze koos voor dit ziekenhuis in plaats van het ZorgSaam Ziekenhuis in Terneuzen, even ver van haar woonplaats.
Het AZ Zeno concurreert inderdaad met het ziekenhuis in Terneuzen, beaamt René Smit, bestuursvoorzitter van ZorgSaam. ‘Knokke’ is een van de ziekenhuizen net over de grens die „een alternatief voor de Nederlandse zorg” bieden. Zo’n vijf jaar geleden bouwde AZ Zeno een nieuw ziekenhuis, pal op de grens. „Ik kan geen andere reden bedenken dan om ook patiënten uit Zeeuws-Vlaanderen aan te trekken”, zegt Smit.
Smit trad in 2015 aan bij ZorgSaam, de grootste zorgaanbieder in Zeeuws-Vlaanderen, net nadat een faillissement was afgewend. Hij moest het herstel inzetten, en dat lukte: het ziekenhuis is nu financieel gezond, met een winst van 3,1 miljoen vorig jaar. Nu is het zaak die koers vast te houden: in het jaarverslag wordt benadrukt dat het ziekenhuis financieel sterke jaren nodig heeft, mede om geplande investeringen voor innovatie te financieren van 5,5 miljoen euro en om aan de nieuwe cao met loonstijgingen te kunnen voldoen.
Zeeuws-Vlaanderen is een van de meest vergrijsde gebieden van Nederland. Hier is te zien wat de rest van het land te wachten staat nu het aantal ouderen snel toeneemt. De zorg staat onder grote druk, zegt Smit, wat een sterk ziekenhuis noodzakelijk maakt. „Daarom is het van belang dat voldoende patiënten voor het ziekenhuis in Terneuzen kiezen, in plaats van voor een ziekenhuis over de grens. Want zonder patiënten blijft het ziekenhuis niet overeind.”
Toch trekken steeds meer Zeeuws-Vlamingen naar België voor zorg, zo blijkt uit het rapport Elke regio telt dat de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur afgelopen maart uitbracht. Ze gaan bijvoorbeeld naar het academische ziekenhuis in Gent voor complexe behandelingen of naar algemene ziekenhuizen zoals dat in Knokke. Gevolg daarvan is dat de beschikbare medische zorg in Zeeuws-Vlaanderen zelf afneemt.
Zonder doorverwijzing
Voor Zeeuws-Vlamingen is het aan beide zijden van de grens even makkelijk om zorg te krijgen, en soms is het in België zelfs makkelijker. Het zorgsysteem daar verschilt van dat van Nederland: patiënten kunnen in België zonder doorverwijzing naar een specialist. „Als je je pink breekt, ga je al door de MRI-scan”, zegt Smit. „Even gechargeerd, hoor.”
Als je je pink breekt, ga je in België al door de MRI-scan
Bij haar eerste zwangerschap raadde de arts Hamelijnck-Notebaart een ruggeprik aan, waar artsen in Nederland dat doorgaans alleen op verzoek of bij medische noodzaak doen. „Wij Nederlandse vrouwen zijn dwars en willen het zonder proberen”, zegt Hamelijnck-Notebaart. „Maar tijdens de bevalling wilde ik toch graag een prik. In België hoef je daarvoor niet naar de operatiekamer, zoals in Nederland. Ik kon op de rand van mijn bed blijven zitten, terwijl de anesthesist naar me toe kwam.”
Lucie de Roeck (57) uit Breskens is voor een erfelijke oogaandoening onder behandeling bij een Vlaamse oogarts in het Universitair Ziekenhuis in Gent. Voorheen ging ze naar ZorgSaam, maar ze kreeg last van een complicatie en was niet tevreden over de zorg daar. „De arts in Terneuzen behandelde de klacht niet”, vertelt De Roeck. „De oogarts in Gent stelde een andere diagnose en veranderde de medicatie. Daardoor verdween ook de complicatie, die een allergische reactie bleek te zijn.”
Zorgverzekeraar CZ, de grootste in Zeeland, ziet dat een op de tien van hun verzekerden in Zeeland zorg over de grens ontvangt. „De levens van mensen in Zeeuws-Vlaanderen zijn verweven met België. Ze werken daar, doen er hun boodschappen. En ook zorg zoeken ze net zo goed over de grens.”
Dat plaatst CZ voor een dilemma, zegt regiomanager Joris Ament: de verzekeraar wil in principe met de zorgvraag over de grens ‘meebewegen’ door geen administratieve of financiële drempels op te werpen. Tegelijk ziet hij hetzelfde nadeel als Smit. „Je kunt mensen niet verplichten naar het ziekenhuis in Zeeland te gaan, maar je wil wel dat de faciliteiten daar van goede kwaliteit blijven.” En hoe meer Zeeuws-Vlamingen gebruikmaken van zorg over de grens, hoe meer de zorg in de eigen regio onder druk komt te staan. „Als die wegvalt, moet iedereen uit deze regio elders zorg zoeken. Wij willen hier de basiszorg voor Zeeuwen behouden.”
Samenwerking
Smit heeft er in principe niks op tegen dat Zeeuws-Vlamingen zorg over de grens ontvangen. Integendeel, zegt hij. Met het Universitair Ziekenhuis in Gent (UZ Gent) en het AZ Maria Middelares, ook in Gent, heeft ZorgSaam een „innige” samenwerking. De ziekenhuizen wisselen personeel uit en patiënten kunnen vanuit ZorgSaam gebruikmaken van het grotere zorgaanbod in Gent.
Zo werkt een neurochirurg van het UZ Gent ook in Terneuzen en heeft het AZ Maria Middelares veel maag-, darm- en leverspecialisten die geregeld kennis delen met Terneuzen, vertelt Smit. Hierdoor is de zorg op dit gebied ook bij ZorgSaam verbeterd en efficiënter geworden. Daarnaast, zegt hij, voeren die Belgische artsen zo nu en dan ook complexe operaties uit in Terneuzen. „De patiënt hoeft dan niet verplaatst te worden.”
Met het AZ Zeno is de relatie minder vriendelijk. De ziekenhuisbestuurder noemt de houding van ‘Knokke’ „agressief”. Enkele jaren geleden verspreidde dat ziekenhuis nog informatiefolders voor patiënten in Nederland. Smit probeert, met zijn collega in Knokke, de relatie met AZ Zeno al twee jaar te „normaliseren”.
Want de concurrentie is oneerlijk, vindt Smit. Belgische ziekenhuizen kunnen Nederlandse patiënten vrij makkelijk ontvangen. Grote zorgverzekeraars als CZ hebben vaak ook contracten met ziekenhuizen over de grens. Maar Belgische zorgverzekeraars maken het Vlamingen moeilijk ook zorg in Nederland te ontvangen. „Het duurt bijvoorbeeld vaak jaren voordat patiënten de kosten daarvan door hun zorgverzekeraar vergoed kunnen krijgen.”
Personeelstekort
Zeeuws-Vlaanderen heeft naast de vergrijzing nog een probleem: de jeugd vertrekt. Vaak trekken jongeren weg om te studeren, wat in Zeeuws-Vlaanderen niet kan. Terwijl de regio hen hard nodig heeft om voor ouderen te zorgen – in Zeeland is de krapte op de arbeidsmarkt verhoudingsgewijs het grootst. De verwachting van de Zeeuwse Zorg Coalitie is dat de provincie in 2030 zeker 7.500 zorgmedewerkers extra nodig heeft, bovenop de 32.000 mensen die er nu al in de zorg werken.
Personeel werven uit andere delen van Nederland is lastig: Zeeuws-Vlaanderen is het „laatste stukje Nederland”, zegt Francis De Smet, leidinggevende op de intensive care bij het ZorgSaam Ziekenhuis. „Het is niet vanzelfsprekend dat een zzp’er uit Dordrecht hier komt werken.”
Zeeuws-Vlaanderen is wél in de buurt voor Belgen uit dorpen in de grensregio, of uit de Vlaamse randstad (Antwerpen, Gent, Brugge). Van de 120 artsen die bij ZorgSaam werken is de helft Vlaams. Ook binnen de teams van verpleegkundigen zijn er altijd wel een paar Vlamingen – zoals De Smet zelf. Het is een „gentlemen’s agreement” dat Vlaamse en Zeeuws-Vlaamse ziekenhuizen niet in elkaars regio werven, zegt De Smet, want op beide arbeidsmarkten zijn grote tekorten.
Voor De Smet, die op zijn negentiende in Terneuzen begon, was het een eenvoudige keuze: hier kon hij een leerwerktraject volgen, een opleiding in combinatie met werk – en dus salaris. In België bestaat dat niet. De Smet komt uit het Vlaamse dorp Zelzate, direct aan de grens met Zeeuws-Vlaanderen en een kwartiertje rijden van Terneuzen. Ziekenhuizen „de andere kant op” zijn in drukkere steden, zoals in Brugge en Gent, waar veel meer verkeer naartoe gaat. „Deze kant op bestaat file niet. Dus Terneuzen was ook praktisch een betere keus.”
Minder hiërarchisch
Vlaamse verpleegkundigen hebben ook andere, meer inhoudelijke redenen om in een Nederlands ziekenhuis te komen werken, zegt De Smet. Het is er minder hiërarchisch, verpleegkundigen en artsen staan meer op gelijke voet dan in België. „Daar vertelt de arts je als verpleegkundige wat je moet doen. In Nederland volgen ze juist vaak suggesties van verpleegkundigen: die staan de hele dag naast de patiënt. Je hebt meer autonomie – ik zie het als een diepere manier van je professie uitoefenen.”
In Nederland heb je als verpleegkundige meer autonomie – ik zie het als een diepere manier van je professie uitoefenen
Vlaamse artsen die in Nederland komen werken, moeten daar nog weleens aan wennen. „Die denken over een mondige Nederlandse verpleegkundige: huh, zegt die nou wat terug?”
De Smet ziet toch ook veel obstakels voor Vlaamse collega’s. Die kunnen zelfs reden voor vertrek zijn. Zo kunnen Nederlandse ziekenhuizen qua arbeidsvoorwaarden niet op tegen de Belgische. „In België stijgt de cao automatisch mee met de inflatie”, vertelt hij. „Zorgmedewerkers hebben er het afgelopen jaar 10 procent loon bij gekregen. Dat de Nederlandse ziekenhuis-cao met zoveel moeite slechts een beetje stijgt, is voor mij als Vlaming onbegrijpelijk.”
Onlangs liepen salarisgesprekken met een Vlaamse kandidaat stuk, vertelt De Smet, omdat ZorgSaam de verpleegkundige niet dezelfde secundaire arbeidsvoorwaarden kon bieden als een Belgisch ziekenhuis. „In België krijgen werknemers een deel van het salaris in cheques, waardoor zij minder belasting over hun inkomen betalen. Zo heb je eco-cheques voor spaarlampen en isolatiemateriaal, of dienstencheques om een poets- of strijkhulp mee te betalen.”
De verpleegkundige verkoos haar huidige baan bij een ziekenhuis in Antwerpen boven het aanbod in Terneuzen, zegt De Smet. Aanvankelijk was ze geïnteresseerd in werk in Nederland omdat de reistijd een stuk korter zou zijn – naar het ziekenhuis in Antwerpen reist ze ruim een uur en ze staat dagelijks in de file. „Maar Terneuzen kon niet opboksen tegen de financiële voordelen die het Belgische ziekenhuis haar biedt.”
Ook De Smet heeft, vooral rond de recente cao-onderhandelingen met de Nederlandse ziekenhuizen, getwijfeld of hij niet toch in België zou gaan werken. Hij deed het niet. „Ik zeg altijd: ik ben een Belg, maar een Nederlandse verpleegkundige.”