Er was een tijd dat je als Republikein in de Verenigde Staten de verkiezingscampagne kon winnen met de belofte van meer vrijhandel. Ronald Reagan, Republikeins presidentskandidaat, presenteerde in 1979 met ronkende woorden zijn visie voor een vrijhandelszone op het Noord-Amerikaanse continent. Door handelsbarrières te slechten zouden de VS, Canada en Mexico samen het „sterkste, welvarendste en meest zelfvoorzienende gebied op aarde vormen”, aldus Reagan. Het kon de „levenskwaliteit van alle inwoners drastisch gaan verbeteren”.
Het zou even duren totdat Reagans vergezicht werkelijkheid werd: in 1992 tekende zijn opvolger George Bush de Noord-Amerikaans Vrijhandelsovereenkomst (NAFTA), samen met de leiders van Mexico en Canada.
Lees ook
Hoe werken Trumps importtarieven en wie betaalt de rekening?
Het verdrag, dat in 1994 onder de Democratische president Bill Clinton van kracht werd, zou drie decennia inluiden van integratie tussen de drie economieën. Meer onderlinge handel, meer wederzijdse investeringen, sterkere banden tussen bedrijven. NAFTA overleefde de eerste ambtsperiode van Donald Trump, die het in 2020 moderniseerde en omdoopte tot USMCA (US-Mexico-Canada Agreement).
Is dit tijdperk van Noord-Amerikaanse vrijhandel nu voorbij? In de nacht van maandag op dinsdag draaide Trump het vrijhandelsverdrag dat hij vier jaar geleden nog een doorstart gaf, eigenhandig de nek om, door importheffingen van 25 procent op de meeste producten uit Canada en Mexico in te voeren. Dat is zowel tegen de letter als tegen de geest van USMCA, dat juist gericht was op het zoveel mogelijk schrappen van tariefmuren. Direct sloeg Canada terug met een heffing van 25 procent op een select aantal Amerikaanse goederen. Mexicaanse vergelding tegen Trumps heffingen hangt in de lucht.
Nog niet duidelijk is of USMCA, dat formeel niet is beëindigd, definitief dood is. Maar de aangerichte schade is blijvend
Nog niet duidelijk is of USMCA, dat formeel niet is beëindigd, definitief dood is: de grillige Amerikaanse president kan zijn koers zomaar weer omgooien, of een opvolger in het Witte Huis kan dat over enkele jaren doen. Maar de schade van wat er nu gebeurt, is blijvend: de zekerheid en voorspelbaarheid die NAFTA en USMCA lange tijd aan bedrijven boden, zijn op ruwe wijze beëindigd.
Geen bedrijf kan er bijvoorbeeld nog zeker van zijn dat het, als het een fabriek bouwt in Mexico of Canada, heffingsvrij kan exporteren naar de VS. Of omgekeerd: geen bedrijf kan nog zomaar rekenen op vrije toegang tot de Canadese of Mexicaanse markt vanuit de VS. Wat op papier in het verdrag staat vastgelegd, blijkt nu in de praktijk volstrekt niet gegarandeerd.
Harde aanval
Met deze harde aanval op de vrijhandel draagt Trump ook de optimistische visie van zijn verre Republikeinse voorganger Reagan ten grave. In feite gunt hij de critici van NAFTA – die er vanaf het begin zijn geweest – alsnog de overwinning.
De onafhankelijke populistische presidentskandidaat Ross Perot voerde in 1992 bijvoorbeeld luidkeels campagne tegen het verdrag, dat er volgens hem toe zou leiden dat Amerikaanse banen zouden worden ‘opgezogen’ door lagelonenland Mexico. Perot sprak van een „enorm zuigend geluid” (giant sucking sound).
Perot haalde 19 procent van de stemmen in de verkiezingen van 1992, die werden gewonnen door Clinton. Net als de meeste Democratische én Republikeinse politici destijds geloofde Clinton in globalisering en vrijhandel. „NAFTA betekent banen […] goedbetaalde Amerikaanse banen”, zei Clinton in 1993 toen hij het verdrag omzette in wetgeving.
Of het verdrag inderdaad goedbetaalde Amerikaanse banen heeft opgeleverd, of juist heeft gekost, is al decennia onderwerp van discussie onder economen, zo blijkt uit een analyse van denktank Council on Foreign Relations. In 2014, twintig jaar na het van kracht worden van NAFTA, waren er in de Amerikaanse auto-industrie 350.000 banen verloren gegaan, terwijl er in Mexico juist ongeveer evenveel bij kwamen, volgens onderzoek van denktank PIIE. Maar per saldo leverde NAFTA volgens andere studies juist banen op in de VS. Canada, schrijft Council on Foreign Relations, profiteerde door het verdrag van meer investeringen, Mexico van export, hoewel arme Mexicaanse boeren er volgens sommige economen onder leden.
‘Beste/slechtste akkoord ooit’
Twijfels over de zegeningen van NAFTA zijn nooit verdwenen uit het Amerikaanse debat: het verdrag bleef centraal staan in verhitte discussies over de voor-en nadelen van vrijhandel. Clinton omarmde weliswaar het door Republikeinen uitgedokterde verdrag, maar maakte wel extra afspraken met Canada en Mexico over arbeidsomstandigheden en milieuregels, om oneerlijke Mexicaanse concurrentie tegen te gaan. Barack Obama beloofde als Democratisch presidentskandidaat heronderhandeling van NAFTA, maar kwam die belofte niet na.
Trump, die NAFTA in 2016 „de slechtste handelsdeal ooit” noemde, heronderhandelde wel, wat USMCA opleverde. „Het beste akkoord ooit”, aldus Trump in 2020, die laatst de vraag opwierp „wie ooit zo’n akkoord zou tekenen” (Trump zelf dus).
Als het Noord-Amerikaanse vrijhandelsakkoord definitief sneuvelt, is dat voor de wereldhandel een behoorlijke klap, boven op Trumps heffingen tegen China, en waarschijnlijk binnenkort ook tegen de EU en andere handelspartners.
USMCA is een typisch voorbeeld van een vrijhandelsakkoord waarin enkele landen verder gaan (of gingen) in handelsliberalisering dan de Wereldhandelsorganisatie (WTO) voorschrijft. De WTO verplicht lidstaten niet om invoerheffingen helemaal af te schaffen, maar legt alleen vast dat landen elkaar er niet lukraak mee kunnen treffen.
Andere voorbeelden van vrijhandelsakkoorden zijn CETA (tussen de EU en Canada), TCA (EU en het Verenigd Koninkrijk) en CPTPP (tussen onder meer Canada, Mexico, Japan, Vietnam en het VK).
Juist omdat de liberalisering van de wereldhandel in WTO-verband al jaren stokt – mede door de groeiende geopolitieke spanningen – zetten landen vaker in op dergelijke vrijhandelsakkoorden. Denk aan het akkoord tussen de EU en het Zuid-Amerikaanse Mercosur-blok. Zulke handelsakkoorden hebben een groter effect op de onderlinge handel wanneer de betrokken landen geografisch dicht bij elkaar liggen – zoals bij USMCA het geval is. In 2023 was met de handel tussen VS, Canada en Mexico ruim 1.900 miljard dollar gemoeid. Reagan zou het toejuichen, Trump zet het op het spel.
