RIVM ziet zorgelijke trend: vaccinatiegraad jonge kinderen duikt onder 90 procent

Wantrouwen Het RIVM wijst als mogelijke oorzaak voor de daling de minder positieve houding van jonge ouders tegenover vaccinaties.
Onder kinderen die in 2020 zijn geboren ziet, het RIVM een vaccinatiegraad tussen de 87 en 90 procent.
Onder kinderen die in 2020 zijn geboren ziet, het RIVM een vaccinatiegraad tussen de 87 en 90 procent. Foto David Rozing

De vaccinatiegraad van de jongste leeftijdsgroep ondervond een tweede opeenvolgende jaarlijkse daling en is het afgelopen jaar gezakt tot onder de 90 procent. Dat blijkt uit een donderdag gepubliceerd rapport van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Een groeiende groep Nederlandse kinderen krijgt de standaardvaccinaties tegen infectieziekten niet toegediend. Het gaat om de bescherming tegen bof, mazelen, rodehond, difterie, kinkhoest, tetanus en polio. De trend baart het RIVM zorgen.

Uit het rapport blijkt dat de geregistreerde vaccinatiegraad ongeveer 2 tot 5 procent lager is dan een jaar eerder. Onder kinderen die in 2020 zijn geboren, ziet het RIVM een vaccinatiegraad tussen de 87 en 90 procent. Voor de mazelen kwam de vaccinatiegraad voor baby’s voor het eerst in jaren onder de 90 procent. Volgens het RIVM is een vaccinatiegraad boven de 95 procent noodzakelijk om alle inwoners van Nederland tegen te beschermen tegen de mazelen. Wordt dat percentage niet gehaald, dan dreigt de ziekte weer terug te komen.

Het RIVM wijst als mogelijke oorzaak naar de minder positieve houding van jonge ouders tegenover vaccinaties. Mogelijk houdt de daling verband met de coronapandemie en het groeiende wantrouwen tegenover vaccins of de overheid in het algemeen. Het RIVM gaat onderzoeken hoe mensen het best geïnformeerd kunnen worden over vaccinaties en hoe de toegang tot de vaccinaties verbeterd kan worden.

Lees ook: ‘Desinformatie’ over vaccins bestrijden. Wat deden ambtenaren achter de schermen?