Nu de lente nadert is het tijd aandacht te schenken aan een schrijver die plantjes aan Amsterdamse stoepranden interviewt. Toen Richard de Nooy vijf jaar geleden stopte met roken leverde hem dat 30 x 5 = 150 minuten per dag aan tijd op. Ruim voldoende om dagelijks een lange wandeling door Amsterdam te maken. Vaak dezelfde rondjes, waarbij hij geleidelijk gefascineerd raakte door de stoepplantjes die hij steeds weer tegenkomt. Vaak staan ze op dezelfde plek en lijken hem op te wachten ‘als oude bekenden of buren die graag een praatje willen maken,’ zoals hij het omschrijft. De schrijver, van onder meer Verraad op Huize Zwaluwenburg, besloot zijn gesprekken met planten in woord en beeld vast te leggen. Hij publiceert ze regelmatig, meestal in het Engels, op Instagram. Een kleine selectie.
Hoe lang?
„Waarom kijken jullie zo sip?”
„We staan te wachten.”
„Waarop?”
„Onze voeten.”
„Hoezo?”
„We willen weg hier.”
„Waarheen?”
„Naar een zonnig plekje.”
„Even geduld hebben.”
„Hoe lang?”
„Komt goed.”
„KOM TERUG! HOE LANG?”
Messcherp
„Messcherp!”
„De gillende plaat.”
„Pardon?”
„Die gaat erlangs.”
„Alles moet strak.”
„Niet alleen boven het maaiveld.”
„Ook ernaast.”
„Daarom blijf ik buitenstaander.”
„Wel zo veilig.”
„Precies.”
Vivaldi
„Undercover?”
„Misschien.”
„Wat is je missie?”
„Da’s geheim.”
„Je zou erover kunnen liegen.”
„Ik luister naar Vivaldi.”
„Echt?”
„Ja, dit is een speakertje.”
„Het lijkt wel een luchtrooster.”
„Van wie is deze leugen eigenlijk?”
„Goeie vraag.”
Krap
„Nogal krap.”
„Je moet ergens beginnen.”
„Da’s waar.”
„Gelukkig is de kelder onbegrensd.”
„Wel donker daar.”
„Lekker met mijn voetjes tussen de voorouders.”
„Stelletje kannibalen.”
„Jouw voorouders.”
„Hè bah.”
„Lekkere levenssapjes.”
„Stop.”
„Buitengewoon voedzaam.”
„Ik ga.”
Diploma
:format(webp)/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/02/19164901/data111879963-ef242c.jpg)
„Heb je wel een diploma?”
„Niet nodig.”
„Weet je ’t zeker?”
„Ik klim er net uit.”
„Echt?”
„Een zwaan wilde me opeten!”
„Vreselijk!”
„Integendeel.”
„Hoezo?”
„Een droomrit op de witte achtbaan!”
„Held!”
„Een voedzame dood.”
„Wat wil je nog meer?”
„Vezelrijkdom!”
