Resident Evil 4 Remake is vooral een fijn tijdsdocument

Recensie

Media

Gameremake Horrorgame Resident Evil 4 bepaalde in 2005 de richting waarin verhalende games zouden gaan. De modernisering van dit jaar is fijn, maar toch af en toe gedateerd.

De monsterlijke cultusleider Osmund Saddler belaagt agent Leon Kennedy in de remake van Resident Evil 4.
De monsterlijke cultusleider Osmund Saddler belaagt agent Leon Kennedy in de remake van Resident Evil 4.

Beeld Capcom

Wie begin dit jaar de bewieroking van gameverfilming The Last of Us las, kon achterblijven met het misverstand dat de oorspronkelijke game op het verhalend vlak totaal vernieuwend was. Maar de roots van de populaire serie liggen in de games van het begin van deze eeuw. Bijvoorbeeld in Resident Evil 4 (2005) dat de blik van de speler naar de schouder van het hoofdpersonage verplaatste – en het hoofdpersonage een metgezel gaf om tussen de actie door mee te kletsen.

Bijna twintig jaar later brengt Capcom een remake uit, en dat betekent dat ook zij die Resident Evil 4 nooit speelden – deze recensent incluis – eindelijk een stukje belangrijke gamegeschiedenis mogen meemaken. Zoals alle significante remakes werd deze game helemaal opnieuw opgebouwd. Volgens kenners van het origineel is de toon donkerder, de menu’s moderner, de dialogen aangescherpt. Ook belangrijke details zijn de jaren twintig ingesleept: je kan een aanval nu standaard pareren met je mes – er zijn geen geënsceneerde stukjes meer waarin de game je vraagt om op een bepaalde knop te drukken om zo een aanval af te slaan.

Toch ontbreekt het Resident Evil 4 Remake op cruciale momenten aan broodnodige updates. Je verdwaalt nog net zo gemakkelijk als in een game uit dat tijdperk, en ziet kogels op cruciale momenten raar door vijanden heen scheren. Speel je op een normaal moeilijkheidsniveau, dan voelen baasgevechten soms als uitputtingsslagen die geregeerd worden door willekeur. Het maakt de game bij tijd en wijlen onnodig frustrerend. Dat het spel je bij falen in de ‘voor-dummies’-modus probeert te proppen is een trap na.

Tegelijk wordt duidelijk waarom Resident Evil 4 in 2005 zo’n openbaring was. Het horrorverhaal is heerlijke pulp. Je speelt agent Leon Kennedy, die Ashley, dochter van de Amerikaanse president, moet redden van een cultus. Beiden worden geïnjecteerd met een parasiet die langzaam het lijf overneemt – daarop volgt een tour van zestien hoofdstukken langs een aantal bizarre bad guys. Dat geeft de donkere sfeer een lekker vet camp-sausje. Op de beste momenten word je gegrepen door de flow en sleurt de game je door tactische actiesequenties waarin je continu op de rand van de afgrond staat. Kletsend met Ashley puf je daarna uit.

Toch leidt Resident Evil 4 onder de leeftijd. Dat komt niet alleen doordat de gedateerde elementen je uit de ervaring trekken: de ooit bijzondere verhaalvertelling is in 2023 niks nieuws meer. Maar een fijn tijdsdocument, dat is het wel.