Repressieve antwoord op Gen Z-revolte toont dat de repressie in Kenia nooit is verdwenen

Joshua Okayo (28) was er kapot van. Na zijn ontvoering door de Keniaanse politie, afgelopen juli, kreeg de jonge Keniaan drie dagen lang een jutezak over het hoofd. Met zijn handen in de boeien werd zijn lichaam urenlang onderworpen aan martelingen. De afranselingen waren zo ernstig dat zijn „zintuigen niet meer werkten”, vertelt hij. „Je wordt er gek van als je wordt geslagen, maar de klappen niet kan afweren omdat je niet weet uit welke richting ze komen. Ik gaf mezelf over, want de vijand was sterker. Ik dacht er alleen nog aan of mijn ouders trots op me zouden zijn nu ik doodging”.

Studentenleider Okayo is onderdeel van een brede maatschappelijke revolte onder Gen Z in Kenia, de generatie geboren tussen 1995 en 2010. Ook hij ging in juli de straat op bij de massabetogingen tegen het ingrijpende bezuinigingsbeleid van president William Ruto, waarbij betogers het parlement bestormden en volksvertegenwoordigers dwongen het gebouw via een nooduitgang te verlaten. Daar werd Okayo opgepakt. Na zijn dagenlange gevangenschap werd hij uit een rijdende auto geworpen.

Okayo’s ervaring staat niet op zichzelf. Zijn ontvoering en marteling maken deel uit van een bredere golf van repressie, waarbij tientallen Keniaanse jongeren het slachtoffer zijn geworden van politiegeweld. Met regelmaat ontvoert de Keniaanse politie politieke activisten, in een poging de jeugdrevolte de mond te snoeren. Volgens de overheid zijn tijdens de protesten 42 betogers gedood, mensenrechtengroepen spreken van 61 doden en zeker 67 ontvoeringen.

De intolerantie van de Keniaanse overheid jegens kritische geluiden groeit. Politici gebruiken de politie om oppositie te bestrijden

Joseph Kariuki Mwangi
woordvoerder ngo

Een van hen is Bob Njagi. Vorige maand sleurden gemaskerde agenten in burger hem iets buiten de Keniaanse hoofdstad Nairobi uit een openbaarvervoersbusje en duwden hem in een auto zonder kenteken. Na een maand in eenzame opsluiting dumpten ze Njagi ver van zijn woonplaats langs de weg, met de waarschuwing: „Je wordt gedood als je ook maar iets over je beproeving onthult”.

Kamanda Mucheke van de Keniaanse Commissie voor Mensenrechten legt zijn situatie uit: „Njagi is diep getraumatiseerd na een maand van terreur en zware fysieke en mentale martelingen. Hij werd afgezonderd van andere gevangenen opgesloten, de hele tijd naakt, vastgeketend aan een metalen haak die op de vloer van de cel was bevestigd”.

Rechtstaat onder druk

De Keniaanse media besteedden veel aandacht aan de verdwijning van Njagi. Ook de Law Society of Kenya (LSK) voerde de druk op door via de rechter de politie te dwingen zijn verblijfplaats vrij te geven.

Lawrence Mugambi, de rechter van het Hooggerechtshof die de zaak voorzat, ontbood Gilbert Masengeli, het interim-hoofd van de politie, naar zijn rechtbank om uitleg te geven over de spoorloze Njagi. Maar de politiebaas legde die dagvaarding naast zich neer, waarna de rechter hem een gevangenisstraf van zes maanden oplegde. Daar reageerde het hoofd van de politie weer op door de politiebewakers en de chauffeur van de rechter terug te trekken, een stap die de Keniaanse opperrechter Martha Koome vervolgens omschreef als een „directe aanval op de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht”.


Lees ook

‘Wij zijn aan zet’, zeggen demonstranten van de jongste generatie in Kenia’

In Nairobi en andere steden in Kenia waren er deze week opnieuw betogingen tegen president Ruto. De politie probeerde de overwegend jonge demonstranten met traangas te verjagen.

Na deze verbale strijd tussen de verschillende armen van het overheidsapparaat volgde de vrijlating van Bob Njagi. De rechter trok daarna zijn arrestatiebevel tegen de politiecommissaris in, waarop die op zijn beurt zijn beveiliging terugkreeg.

‘Een gevaarlijk pad’

De zaak rond Njagi’s verdwijning roept de vraag op wie het voor het zeggen heeft in Kenia: de rechters, de politici of het veiligheidsapparaat? Met andere woorden: is Kenia een democratie of een politiestaat? De Keniaanse journalist Macharia Gaitho, in augustus zelf door agenten in burger ontvoerd, komt in zijn column in de Daily Nation tot een harde conclusie. „Kenianen worden meegezogen op een duister, gevaarlijk pad van ontvoeringen, martelingen, moorden, geheime gevangenissen en andere activiteiten die een terugkeer naar de politiestaat inluiden”.

Joseph Kariuki Mwangi, woordvoerder bij de ngo International Justice Mission, komt tot eenzelfde sombere conclusie. „De intolerantie van de overheid jegens kritische geluiden groeit. Politici gebruiken de politie om oppositie te bestrijden. Het niveau van democratie gaat achteruit. Kenia worstelt met de arrogantie van de machthebbers”, oordeelt hij.

In lijn met Okayo’s getuigenis spreken mensenrechtenorganisaties, die het neerslaan van de demonstraties destijds stevig op de korrel namen, over de terugkeer van de martelkamers. Verscheidene demonstranten vertelden in juli hoe hun betogingen werden verstoord door infiltranten van de regering. Daarnaast zouden politie-eenheden medici hebben aangevallen die zich over gewonde demonstranten ontfermden.

Jeugdrevolte in buurlanden

Ook in andere Oost-Afrikaanse landen heeft de repressieve reactie op het aanzwellende verzet onder jongeren de rechtsstaat verder onder druk gezet. Waar het relatief democratische Kenia terugvalt op oude methodes om het verzet te breken, namen buurlanden Tanzania en Oeganda al maatregelen tegen de jongeren en opposanten, nog vóór ze massaal de straat op konden gaan.

Aan de vooravond van een betoging in Tanzania tegen de regering van president Samia Saulu Hassan werden oppositieleiders en journalisten opgepakt. Eerder in september trokken geheim agenten oppositieleider Ali Mohamed Kibao uit een busje, waarna hij enkele uren later dood werd teruggevonden, zijn gezicht verbrand door een chemische stof. „Het is duidelijk dat we een politiestaat zijn geworden zonder enige legaliteit of legitimiteit”, schreef de Tanzaniaanse columnist en advocaat Jenerali Ulimwengu op X.

Oeganda is het beruchtste voorbeeld van politiegeweld. De militaire president Yoweri Museveni straft ieder kritisch geluid onmiddellijk af. Een door de politie afgeschoten traangasgranaat raakte onlangs muzikant en opposant Bobi Wine in diens been — niet de eerste aanslag op zijn leven. En ook in Nigeria werden tien Gen Z-betogers aangeklaagd voor hoogverraad, wat een mogelijke doodstraf met zich meebrengt.

Waar dissidenten vroeger uit angst voor de politie voorzichtig optraden en hun kritiek subtieler uitten zijn de Gen Z-jongeren een stuk roekelozer in hun verzet

In Kenia is repressie en onderdrukking van politieke dissidenten niet nieuw. Of het land nu door een democratische of dictatoriale periode ging: sinds zijn onafhankelijkheid in 1964 heeft het te doen gehad met de flagrante minachting voor mensenrechten door politie en geheime diensten. Verscheidene kritische parlementsleden werden vermoord, maar de daders zijn nooit opgespoord.

Vanuit de Keniaanse bevolking werd gepoogd leden van het veiligheidsapparaat te dwingen openheid van zaken te geven. Toen het parlement een onderzoek instelde na de moord op het kritische parlementslid James Kariuki in 1975, verscheen het hoofd van de geheime dienst voor de parlementaire commissie en donderde tegen de volksvertegenwoordigers: „Ik kan een aantal van jullie arresteren zodra deze commissie haar werk heeft afgerond.” Een andere hoge veiligheidsagent verscheen bewapend met een pistool voor de commissie. Hoewel de moord op Kariuki nooit is opgelost, wordt aangenomen dat deze werd uitgevoerd in opdracht van oud-president Jomo Kenyatta (1964-1978).

Herhaaldelijke politieke beloftes

Onder diens opvolger Daniel arap Moi (1978-2002) degenereerde Kenia tot een autocratische politiestaat. Hoewel Kenianen hun hoop op zijn opvolger Mwai Kibaki (2002-2013) vestigden om de democratie te herstellen, is aan de cultuur van straffeloosheid onder repressieve politie-autoriteiten en politieke moorden van dissidenten geen eind gekomen. De afgelopen maanden hebben aangetoond dat de huidige president Ruto, ondanks herhaaldelijke beloftes, ook geen werk maakt van een veilige politieke cultuur.

Mensen tonen foto’s van verdwenen familieleden in een betoging vorige maand voor het bureau van de Keniaanse president in Nairobi.
Foto Simon Maina / AFP

Hoewel de luide stem van Gen Z, die de nieuwe golf van repressie inluidde, algemeen wordt gezien als verfrissend, beschouwen sommige Kenianen de jongeren ook als naïef. Ze zouden de macht van hun tegenstander om terug te slaan onderschatten.

Waar dissidenten vroeger uit angst voor de politie voorzichtig optraden en hun kritiek subtieler uitten, zijn de Gen Z-jongeren een stuk roekelozer in hun verontwaardiging. Onder de Keniaanse jeugd leeft het gevoel dat ze het recht aan hun zijde hebben in hun verzet tegen corruptie en ander machtsmisbruik. Tijdens de spontane massabetogingen in juli ontstond eenheid en zelfvertrouwen, maar de reeks verdwijningen en ontvoeringen die volgden dwingt een deel van de jonge dissidenten nu voorzichtiger op te treden.

De ontvoerde Joshua Okayo is het levende bewijs dat het politiek verzet van de opkomende generatie Z een prijs heeft, maar ondanks het politiegeweld niet is weggevaagd. De studentenleider behoort tot de weinigen die zich openlijk blijven uitspreken. „We hebben een politieke partij opgericht”, zegt hij trots. „Als alle jongeren bij verkiezingen op ons stemmen, nemen we de macht over en word ik president van Kenia.”