Reinaerts vossenstreken die nooit uit de mode raken

In de aanloop naar de Kinderboekenweek, waarvan het thema dit jaar ‘lekker eigenwijs’ is, zou het zonde zijn om Het onvergetelijke verhaal van Reinaert de vos niet te bespreken. Het verhaal over de sluwe vos die zijn bosgenoten inpakt met mooie praatjes en ze dan te grazen neemt met vlijmscherpe tanden.

Maria van Donkelaar en Martine van Rooijen verzorgde een hervertelling op rijm van het beroemde dierenepos uit het midden van de dertiende eeuw. Dat begint traditiegetrouw met de Hofdag waarop beslist wordt dat Reinaert moet boeten voor zijn zonden. ‘Alle dieren kwamen samen voor die Hofdag in het bos. Eentje was er weggebleven, en dat was: Reinaert de vos.’ Hij heeft geslapen met de vrouw van Isengrim de wolf, hij heeft alle kinderen van Cantecleer de haan opgegeten. Bij zoiets past de strop. Grimbeert de das dringt er bij de koning Nobel op aan dat Reinaert een proces verdient en zo wordt eerst Bruun de beer erop uitgestuurd om Reinaert te dagvaarden en als die faalt Tibeert de kat, waarna Grimbeert de taak zelf op zich neemt, met evenmin een goede afloop.

Bedrog in zijn DNA

In 2018 nog werd het epos onder de titel De schelmenstreken van Reinaert de Vos door Koos Meinderts op zeer hoog niveau herverteld, daarin bijgestaan door 18 van de meest gelauwerde illustratoren uit het Nederlands taalgebied. Het leverde een weergaloze uitgave op, die moeilijk te overtreffen valt. Toch is deze nieuwe uitgave van Maria van Donkelaar en Martine van Rooijen de moeite waard. Al is het maar omdat deze op rijm is gezet, wat nauwer verwant is met het origineel, en omdat in deze uitgave er ook wat details zijn opgenomen die ontbreken in de hervertelling van Meinderts.

Jammer is wel dat Van Donkelaar en Van Rooijen de tekst op sommige punten zo hedendaags gemaakt hebben dat die hier en daar botst met de natuurlijke toon van de vertelling, die zijn oorsprong in de Middeleeuwen heeft liggen. Zo wordt er over Reinaert gezegd dat hij ‘bedrog in zijn DNA’ heeft, valt de term ‘supercool’ en er wordt gekozen tussen een merkwaardige mix van oud taalgebruik en nieuw: ‘’t Koningspaar nam Vos terzijde en ze vroegen: “Waar precies heb je dan die schat verborgen, beste Rein vertel het, please?” “Moet ik dat aan u vertellen die mij strafte als een bandiet?” vroeg Vos quasi verontwaardigd: “Ik ben gekke Henkie niet.”’ Daar is geen duidelijke keuze gemaakt in toon en teneur van de tekst, maar wie bereid is daaroverheen te lezen, raakt toch wel gegrepen door al die snode vossenstreken.

Marshmallows

Dat komt zeker ook door de geweldige illustraties van Wendy Panders. Zij is vooral bekend als illustrator van hoogstaande non-fictie, zoals het bekroonde Paddenstoel en co en Viruswereld, en voegt net als in die boeken nu allemaal kleine grapjes en details toe die het zo nu en dan toch wel grimmige verhaal relativeren. De illustraties schurken tegen stripvorm aan, wat de toegankelijkheid en aantrekkelijkheid vergroot voor jonge lezers. We zien Hersint, de vrouw van Isengrim met een hartje boven haar hoofd gluren naar de veroordeelde Reinaert.

Ook zitten Isengrim de wolf, Bruun de beer en Tibeert de kat met marshmallows om een kampvuur als Reinaert koning Nobel leugens opdist over een schat en een greep naar de macht van de wolf, beer en kat. Een goed gekozen manier om deze sluwe vossenstreken nooit uit de mode raken toch van een nieuw jasje te voorzien.