Regeringscommissaris hekelt bureaucratische overheid: ‘Ambtenaren moeten zoveel nodeloze handelingen verrichten dat het wel fout móét gaan’

Definitief veroordeeld en op de vlucht voor justitie, maar op elk stadhuis in Nederland ongehinderd je paspoort of rijbewijs kunnen verlengen. Parkeercontroleurs die gestolen auto’s signaleren, maar dat niet mogen doorspelen aan de politie.

Scheidend regeringscommissaris Informatiehuishouding, Arre Zuurmond, noemt het wrange voorbeelden van doorgeslagen bureaucratie en een overheid die haar informatiehuishouding niet op orde heeft. Een overheid ook, die volgens Zuurmond privacy tot absoluut recht heeft verklaard, waardoor voortvluchtige criminelen keurig op het stadhuis geholpen worden en parkeerwachters op straat geen alarm meer mogen slaan als ze een gestolen auto signaleren.

Zuurmond kent de overheidsbureaucratie in Nederland van binnenuit. Hij was acht jaar Ombudsman van de Metropoolregio Amsterdam, vanaf 2022 voorzitter van het Ouderpanel dat het kabinet adviseerde over de Toeslagenaffaire en tot zijn ziekte, medio vorig jaar, Regeringscommissaris Informatiehuishouding. In die functie had hij de opdracht om de informatiehuishouding van alle publieke diensten in kaart te brengen.

„Verbijsterend”, noemt hij het in een begeleidende brief bij zijn eindverslag aan staatssecretaris Zsolt Szabó (Digitalisering, PVV), „dat gestolen auto’s , onder het mom van privacy, niet door de parkeerpolitie mogen worden doorgegeven aan de politie: „blijkbaar hebben gestolen auto’s ook recht op privacy”.

Dinsdag presenteerde hij in Den Haag dat eindverslag als Regeringscommissaris aan de staatssecretaris in de vorm van een boek, Dwars door de Orde. Pogingen van de overheid om haar informatiehuishouding te digitaliseren, omschrijft hij als een „postkoets met een hulpmotor” en de cultuur bij de overheid als „bureaucratisch, verkokerd en te veel gericht op rechtmatigheid, in plaats van rechtvaardigheid”.

Uitvoerende professionals bij overheidsdiensten hebben volgens Zuurmond plaatsgemaakt voor bureaucraten die doelstellingen moeten halen, „met overdaad aan beleid en te weinig ruimte voor uitvoering”. Met in Den Haag een waaier aan volstrekt autonome ministeries, waardoor „elke oplossing op zich al moeilijk te bedenken is”, aldus Zuurmond, „en alle overlegstructuren die daarbij horen, een snelle, uniforme aanpak verhinderen”.

Kenteken vervalst

Gestrande pogingen om met parkeercontroleurs gestolen auto’s of kentekens te achterhalen heeft hij van dichtbij meegemaakt. Als Ombudsman handelde hij klachten af van iemand uit Friesland die keer op keer parkeerboetes vanuit Amsterdam kreeg opgestuurd, terwijl hij daar op die tijdstippen nooit geweest was. Ook toen duidelijk was dat criminelen zijn kenteken vervalst hadden, bleven de boetes binnenkomen. Criminelen, zo bleek achteraf, die betrokken waren bij de moord op de Amsterdamse advocaat Derk Wiersum. De vluchtauto met dat vervalste kenteken was in de maand voorafgaand aan die aanslag vijf keer gescand en beboet, twee keer zelfs in de straat waar Wiersum woonde. De politie werd niet één keer geïnformeerd.

Die boetes werden uiteindelijk kwijtgescholden. Maar op Zuurmonds vraag aan leidinggevenden van die parkeercontroleurs wat er gebeurde met al die signalen van vervalste kentekens, was het antwoord: „Niets”. Dat mocht niet van de privacyregels én het stond niet in de taakomschrijving van de dienst.

Al voor de moord op Wiersum had de gemeente Amsterdam samen met politie en het Openbaar Ministerie een project gestart waardoor die signalen wél opgepikt werden. Scans van kentekens werden gekoppeld aan databestanden van de Rijksdienst voor het Wegverkeer. „Met respect voor alle privacyregels”, volgens Zuurmond. „We hoefden de naam van de eigenaar niet te weten, alleen of dat kenteken vervalst was. Dat ging vijf jaar goed, tot iemand bij de Nationale Politie riep dat het allemaal niet mocht. Met als resultaat dat er nu niets meer mag.” Eind vorig jaar heeft verantwoordelijk wethouder Melanie van der Horst (D66, Verkeer) besloten om het hele project stil te leggen, omdat gemeenten bij gestolen auto’s geen wettelijke opsporingstaak hebben en die bestanden dus niet gekoppeld mogen worden.

Een pijnlijker voorbeeld in uw brief aan de staatssecretaris zijn voortvluchtige veroordeelden die gewoon op het stadhuis terecht kunnen voor een paspoort of rijbewijs.

„Er lopen in Nederland zo’n vijftigduizend onvindbare veroordeelden rond. We kwamen erachter dat alleen al in Amsterdam in een half jaar tijd driehonderd van hen op het stadhuis kwamen, zonder dat er een belletje afging bij de ambtenaar. Landelijk moet het om duizenden voortvluchtigen gaan die keurig op het stadhuis geholpen worden.

„Er is gekeken hoe dat anders kan. De eerste resultaten, vier jaar geleden, leverden die driehonderd hits op en was er een lijntje met de politie. Maar het project ligt al jaren stil. Toen de eerste resultaten bekend waren, was er alom verontwaardiging , alleen niet bij de toenmalige top op het ministerie van Justitie. Daar paste het niet in hun bureaucratische denkwijze.”

De juridische gronden om justitiële gegevens met die van gemeenten te koppelen, wordt onderzocht, liet toenmalig minister voor Rechtsbescherming, Sander Dekker(VVD) bij de start van het project aan de Tweede Kamer weten. Maar dat heeft weinig opgeleverd. Een woordvoerder van het ministerie van Justitie bevestigt desgevraagd dat het project ondanks de eerste successen stilligt, vanwege privacygevoeligheid en ict-problemen. Bovendien wilden gemeenten volgens de woordvoerder niet echt meewerken.

Doorbreken van die bureaucratie vereist een ‘sense of urgency’ in het ambtelijk apparaat, schrijft u . Illustreren deze twee voorbeelden dat dat gevoel er niet is?

„Politici maken de afweging of een dossier past in hun politieke ambities voor de komende vier jaar. Dat geldt ook voor zo’n wethouder die over parkeercontroles gaat. Die schat in of er in zo’n dossier winst te boeken is, in een dossier waarvan het maar de vraag is of daar de handen in de stad voor op elkaar gaan.

„We hebben de afgelopen decennia van te veel ambtelijke professionals bureaucraten gemaakt. Bureaucraten die door hun managers het veld worden ingestuurd. Een professional zegt: „Ik sta ergens voor en daar wil ik ruimte voor van mijn manager. Maar het ontbreekt aan professionele managers die dat kunnen aansturen.”

„In een bureaucratische overheid komt informatie verkokerd en gefragmenteerd binnen. Daardoor zag niemand hoe die 15.000 ouders in die Toeslagenaffaire al in de schulden zaten. Kijk naar de jeugdzorg. Waarom zitten veel ouders in problematische gezinnen ook in de schulden? Omdat ze in paniek zijn en daarom geen langetermijnplanning kunnen maken. Dan kun je als jeugdzorg ook verzinnen om iets aan die schulden te doen, in plaats van die kinderen uit huis te plaatsen.”

Wie moet die bureaucratische cultuur doorbreken? De politiek of de ambtelijke top?

„Ik zie mensen bij de overheid die veel te hard werken. Directeuren met onverantwoord volle agenda’s. Omdat er zoveel nodeloze handelingen verricht moeten worden dat het in de praktijk wel fout móet gaan. De meeste ambtenaren willen het goede doen, maar ze zijn zo druk bezig met zaken die helemaal geen oplossingen bieden.

„Ambtelijke organisaties moeten hun eigen identiteit opnieuw uitvinden. Met managers die durven zeggen: „Wij gaan over deze dossiers en dat gaan we netjes doen, met visie en een langetermijnplanning. En als er dan een andere politieke constellatie komt, met andere targets, dan gaan we die nieuwe politieke opdrachten uitvoeren. Maar wél met behoud van onze eigen verantwoordelijkheid.”

Is er een ambtelijke organisatie waar die cultuuromslag wel gemaakt is?

„Het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) is zo’n voorbeeld. Daar maken ze sinds tien jaar onderscheid tussen mensen die hun boetes niet willen betalen en degenen die dat stomweg niet kunnen. De boodschap aan die eerste groep is: dan krijg je een incassoprocedure aan je broek. Maar voor die tweede groep, de mensen die niet kúnnen betalen, hoeveel zin heeft het dan om na de eerste incasso’s achter elkaar verhogingen te sturen? „Het CJIB werkt inmiddels aan een centrale incasso-organisatie met een overzicht van alle schulden die iemand bij overheidsinstanties heeft. Waardoor ze met burgers één aflossingsafspraak kunnen maken, zodat het niet meer gebeurt dat iemand met een inkomen op bijstandsniveau incasso’s krijgt omdat zijn auto onverzekerd is, zijn zorgverzekering niet betaald is en omdat er iets mis is met de belastingaangifte. Dat is professioneel gedrag, werken met een missie. Omdat je weet dat je iemand niet nog verder de grond in moet duwen.”


Lees ook

Een ministerie voor Efficiëntie? Dat is ook voor Nederland zo gek nog niet

Een Ministerie voor Efficiëntie? Dat is ook voor Nederland zo gek nog niet