Regels voor compensatie winkels bij openbreken straten jagen fysieke winkels online

Middenstand Winkeliers lijden buitensporige schade bij het openbreken van straten. Systeemfouten werken in het voordeel van de gemeenten, meent .

Grote delen van de Lange Poten in Den Haag lagen vorige zomer open.
Grote delen van de Lange Poten in Den Haag lagen vorige zomer open.

Foto BRANKO DE LANG / ANP / HH

Het winkelaanbod verschraalt, zoals NRC terecht constateerde (Verdwijnen van winkels zet door, 9/1). Een belangrijke oorzaak die in het artikel niet wordt genoemd, is de schade die winkeliers lijden door opengebroken straten. Door de werkzaamheden is de winkel minder bereikbaar en krijgt de ondernemer minder klanten. Minder klanten is minder omzet. Minder omzet leidt tot inkomensschade. Vaak gaat het om projecten die lange tijd duren, en al die tijd mist de ondernemer omzet doordat hij niet of slecht bereikbaar is.

Dit is vooral nadelig voor de ondernemer die geen onderdeel is van een winkelketen. Hij kan de schade niet op een groter geheel afwentelen. Die ondernemer zal dan zelf de schade moeten dragen. Of niet? Sommige overheidsinstanties hebben namelijk een regeling om in zo’n geval schadevergoeding te vragen. Dat heet ‘nadeelcompensatie’. Veel ondernemers kennen die mogelijkheid trouwens niet. Maar als ze die wel kennen en gebruiken, schieten ze daarmee vervolgens in de regel niets op. Een verzoek om nadeelcompensatie wordt namelijk vrijwel altijd afgewezen. Daarbij spelen een paar systeemfouten een rol.

Systeemfout

De eerste systeemfout is dat men schadevergoeding moet vragen aan de overheidsinstantie die juist de veroorzaker van de schade is. Daar zit de overheid natuurlijk niet op te wachten. Vaak wordt het indienen van schadevergoeding wegens werkzaamheden daarom ontmoedigd. Zet de ondernemer toch door, dan zal de overheid vervolgens een eigen adviseur benoemen. Die adviseur werkt in opdracht van de overheid en wordt ook door de overheid betaald. Desondanks wordt die adviseur geacht onafhankelijk te zijn. Dat maakt het heel moeilijk om zijn beslissing onderuit te halen. Het spreekt voor zich dat de adviseur niet gul zal zijn want dat is slecht voor zijn relatie met de overheid.

En hij kan, gelukkig voor hem, putten uit een heel arsenaal van argumenten om de aanvraag af te wijzen, bijvoorbeeld omdat de schade lager is dan 15 procent van de jaarlijkse omzet. Dat heet een ‘omzetdrempel’. Dat omzetverlies moet de ondernemer voor eigen rekening nemen. Maar dat leidt onvermijdelijk tot een enorm inkomensverlies voor de ondernemer.


Lees ook: Verdwijnen van winkelruimtes in steden en dorpen zet door

De bestuursrechter toont weinig mededogen met de ondernemer. Vaak wordt in de rechtspraak gesproken over het ondernemersrisico als rechtvaardiging om de schade voor rekening van de ondernemer te laten. Straten worden nu eenmaal opengebroken als dat nodig is. Zo is de redenering. En heeft men een winkel in een opengebroken straat, dan is dat simpelweg het gevolg van de eigen keuze om een fysieke winkel te exploiteren.

De bestuursrechter toont weinig mededogen met de ondernemer

Maar is dat eigenlijk wel eerlijk en verstandig in deze tijd waarin online winkels zo sterk in opmars zijn? Aan die opmars draagt de rechtspraak in feite actief bij. Inmiddels heeft onze hoogste bestuursrechter het ondernemersrisico van ondernemers vergroot door in sommige situaties een omzetdrempel van maar liefst 30 procent aanvaardbaar te achten.

Dat betekent dus dat de schade minimaal 30 procent van de omzet op jaarbasis moet zijn, wil men überhaupt enige schadevergoeding krijgen. Is er een fysieke winkel die dat zal overleven? Waarschijnlijk niet. Gevolg is het sluiten van de winkel. Misschien kan de ondernemer nog proberen online verder te gaan, zoals zijn digitale concurrenten. Die hebben een verstandige keuze gemaakt door geen fysieke winkels te exploiteren. Zij hebben geen last van hoge huren voor een goede winkellocatie en hoeven minder personeel in dienst te nemen. En zij hebben eerder economisch geprofiteerd van de coronamaatregelen. Dan komt de klap van omzetverlies door wegwerkzaamheden extra hard aan.

Helpende hand nodig

Willen we zorgen voor een beetje gevarieerd en origineel winkelaanbod? Dan is het óók belangrijk om zelfstandige winkels meer bescherming te bieden bij opengebroken straten. Omdat de overheid en de rechtspraak die niet bieden, is het aan de politiek om benadeelde fysieke winkels een helpende hand te bieden. Dat kan door via wet- en regelgeving een eerlijke en evenwichtige afwikkeling van schadeverzoeken mogelijk te maken. Hoe eerder, hoe beter. De winkeliers die ondanks alles toch kiezen voor een fysieke winkel, moeten we koesteren. Zij zijn de helden van de winkelstraat.

Praat mee over dit onderwerp en stuur een brief!

Wilt u reageren op een artikel? Stuur via dit formulier een brief (maximaal 250 woorden) naar de opinieredactie van NRC.

Als uw brief gepubliceerd wordt, dan nemen we per e-mail contact met u op. Anonieme brieven en brieven die aan verschillende media zijn gestuurd, plaatsen wij niet. De opinieredactie kan uit uw brief citeren in de zaterdagrubriek ‘Inbox van de redactie’.