N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Waterplan Juist de tuin kan een plek zijn om de effecten van weersextremen te verzachten. Vier tips om de tuin zomerproof te maken.
De Nederlandse zomer wordt de laatste jaren gekenmerkt door hitte- en droogterecords, schaarse maar hevige regenbuien en wateroverlast. In de tuin zie je meteen de effecten. Op het terras is het in de zomerse hitte niet meer prettig – liever zitten we binnen. Het gras verkleurt van fris groen richting verdroogd geel. Sommige bomen laten hun blad vallen in een poging de droogte te overleven. En als de regen dan eindelijk komt, stroomt het water zo over de uitgeharde grond weg en is de bodem nauwelijks in staat er nog iets van op te nemen.
Dat kan anders. Juist de tuin kan een plek zijn om de effecten van weersextremen te verzachten. Tips om de tuin verkoelend en weerbaar te maken.
1 Minder tegels, meer groen
Ongeveer een derde van het particulier tuinoppervlak in Nederland bestaat uit vegetatie. Tweederde is dus bedekt met materialen als tegels, grind en kunstgras. Zonder natuur in de tuin zijn hete zomerdagen moeilijker door te komen. Stenen houden hitte vast, vegetatie zorgt middels schaduw en verdamping juist voor verkoeling.
Ander nadeel van verharding: „Op tegels kan regenwater de grond niet infiltreren”, zegt Bart Zwiers, boswachter bij Natuurmonumenten. „In het ergste geval stroomt het regenwater via de tegels naar de straat, direct het riool in. Als het hard regent en het riool de druk niet aankan, geeft dat wateroverlast op straat, terwijl onze tuinen uitdrogen. Om beide te voorkomen wil je regenwater zoveel mogelijk in de tuin hebben.”
Zwiers werkte mee aan het opstellen van een pakket praktische tuintips, dat Natuurmonumenten gratis aanbiedt. Als boswachter van natuurgebied De Onlanden in Groningen weet hij hoe de natuur kan helpen om met droogte en wateroverlast om te gaan. De Onlanden stroomt bij hevige regenval vol water – en zorgt daarmee dat de inwoners van de stad Groningen droge voeten houden. Het is de grootste en oudste klimaatbuffer van Nederland. Natuur en tuin hoeven niet ver uit elkaar te liggen, zegt Zwiers. „Als je een tuin hebt, ben je in feite een natuurbeheerder. Neem die rol serieus.”
Dus beperk verharding in de tuin tot het minimum. Een terras hoeft niet groter te zijn dan het oppervlak dat daadwerkelijk wordt benut. Een smal toegangspaadje is vaak afdoende. Op de plekken waar de tegels zijn gelicht, kan een bloemenborder worden ingezaaid. Of wacht af wat er vanzelf aan begroeiing komt aanwaaien. Het regenwater kan van het verkleinde terras de border in stromen.
Van de weggehaalde tegels kun je een rand maken om de border af te bakenen. Of stapel ze op tot een bankje of muur. Egels en insecten maar ook kikkers, padden en salamanders zullen hier – mits er water in de buurt is – dankbaar gebruik van maken. Liever toch van de tegels af? Sommige gemeenten bieden een gratis tegel-afhaalservice aan.
2 Vang regenwater op
De regen die langs de daken stroomt, gaat doorgaans via de regenpijp direct het riool in. Beter is het om de regenpijp af te koppelen en het hemelwater op te vangen. „Dat kan natuurlijk in een klassieke regenton”, zegt tuinarchitect en hovenier Michiel Verheijen. „Maar dat is zeker niet de enige optie. Is er minder ruimte, dan kun je bijvoorbeeld een tank onder de tuinbank leggen. Je zit dan in feite op je regenton.” De waterdruk is zo laag bij de grond minder, maar is voldoende om met een tuinslang de vegetatie laag bij de grond te bewateren.
Een gazon dat droog is als hooi hoeft nog lang niet dood te zijn
Michiel Verheijen tuinarchitect en hovenier
Bewaar dit water als buffer voor echt droge periodes. Water geven hoeft namelijk minder snel en vaak dan veel mensen denken. Verheijen: „Ik snap wel dat mensen liefst een groene tuin willen. Maar een gazon dat droog is als hooi, hoeft nog lang niet dood te zijn. Na een regenbui kleurt dit meestal snel weer bij.” Als er bewaterd wordt, doe dit dan bij voorkeur ’s avonds: „Dan verdampt het minste water en gaat dus het meeste de grond in.”
In veel gemeenten bestaan subsidies voor het vergroenen van de tuin, zoals het vervangen van tegels door vegetatie of het plaatsen van een regenton. In de Groene Subsidiewijzer van Milieu Centraal staat welke gemeente wat aanbiedt.
3 Creëer een wadi
Opgevangen regenwater kan ook naar een zogenoemde wadi worden geleid. Dat is een kuil, of verlaging in het grasveld, die in nattere periodes onder water komt te staan.
Verheijen: „Stel dat het een maand droog is. Het bodemleven heeft het dan zwaar te verduren. Als het vervolgens weer regent, heeft de harde, uitgedroogde bodem moeite dit water op te nemen. Het kan er dan net als bij een terras zo vanaf stromen, naar de straat richting een put. Terwijl je juist wilt dat de bodem het helemaal kan opzuigen, als een spons.” Een wadi helpt daarbij. Daarin sijpelt water rustig de bodem in. Het vult zo de grondwaterstand aan en zorgt voor een groenere tuin met minder last van droogte.
Graaf een kom in een lager gelegen gedeelte van de tuin. Die kan zo groot zijn als gewenst: ook in een kleine tuin kan een wadi worden uitgegraven. Een wadi van één vierkante meter en 20 centimeter diep kan al 200 liter water bufferen.
Plant er soorten in als valeriaan, gele lis, moerasvergeet-mij-nietje en moerasspirea. Die kunnen schommelingen in de waterstand en periodes van droogte prima hebben.
4 Leg een vijver aan
Een vijver is volgens Zwiers de ultieme toevoeging aan de tuin. „Een vijver fungeert als een kraamkamer. De insecten die erin geboren worden zijn het voedsel voor dieren als vogels, salamanders en kikkers. Een vijver, hoe klein ook, vormt de basis voor zoveel leven daaromheen. En ook niet onbelangrijk: in droge periodes vinden egels en vogels er een plek om te drinken.”
Is er ruimte voor een grote vijver, dan kun je die prima zelf aanleggen met een bodem van vijverfolie. Een natuurlijker variant bestaat uit een bodem van klei of leem. Volgens Verheijen kun je daarvoor beter een specialist inschakelen: „Als die niet goed wordt gelegd, kan die gaan lekken.”
Heb je weinig ruimte, dan adviseert Verheijen een speciekuip. Graaf deze in en zorg daarbij dat de rand net boven de grond uit steekt. „Je wilt niet dat er met een regenbui stof en zand in spoelt. Dat kan de balans verstoren.”
Plaats vervolgens in een bodem van zand en kiezels een stuk of drie waterplanten en laat de kuip vollopen met regenwater. Ander leven, zoals kikkers en zelfs salamanders, komt doorgaans binnen enkele maanden. In een grotere vijver zullen ook vissen vanzelf komen. „Reigers nemen viseitjes mee aan hun poten”, legt Zwiers uit.