Rechtszaak: moet Nederland de ‘kraamkamer van de Noordzee’ beter beschermen?

Er zwemmen bruinvissen, dwergvinvissen, er groeien op de bodem koralen, mosselriffen en zeldzame sponzen. Zeevogels foerageren er: drieteenmeeuwen, jan-van-genten, papegaaiduikers, stormvogels, zeekoeten en kleine alken. De Doggersbank, een afgelegen gebied van de Noordzee dat precies tussen Engeland, Duitsland, Denemarken en Nederland ligt, is volgens ecologen weliswaar de laatste decennia sterk achteruitgegaan, maar nog altijd een uniek zee-ecosysteem. Een ‘kraamkamer’ voor allerlei diersoorten, waaronder haaien en roggen.

Maar als je een scholletje eet, is er óók een grote kans dat hij daar gevangen is. Kabeljauw werd vroeger ook wel doggevis genoemd omdat die hier zo talrijk was. Behalve een natuurgebied, is de Doggersbank al eeuwen een belangrijke visgrond voor Nederlandse vissers. Dat spanningsveld leidt nu tot een grote nieuwe rechtszaak tegen de Nederlandse staat.

Na zestien jaar overleg tussen natuurorganisaties, de Nederlandse overheid en visserijsector, besluiten de gezamenlijke ngo’s ClientEarth, Stichting Doggerland, Blue Marine Foundation en ARK Rewilding om het Nederlandse ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur voor de rechter te slepen – vanwege de in hun ogen gebrekkige bescherming van kwetsbare natuur op de Doggersbank. Dat maken ze deze donderdag bekend.

„Het is alsof er constant bulldozers over de Veluwe mogen rijden; dat kan de natuur simpelweg niet aan”, zegt directeur Emilie Reuchlin van Stichting Doggerland tijdens een telefonische toelichting. Volgens onderzoeken die de natuurorganisaties aanhalen in de zaak, tast sleepnetvisserij ecosystemen langdurig aan en is de Doggersbank zwaar gedegradeerd, en vermindert daarmee ook het vermogen om koolstof op te slaan.

Sleepnetten en kettingen

„De Doggersbank is ondiep gebied, waardoor er relatief veel visserij is met bijvoorbeeld sleepnetten en kettingen over de bodem”, zegt visserij-onderzoeker Lennert van de Pol van Wageningen Marine Research. Wel neemt de visserij de laatste jaren volgens zijn analyses al wat af. Ook verschilt het sterk per soort gebied wat de impact op de zeenatuur is, volgens hem. „Bodemleven in modderige gebieden loopt bijvoorbeeld meer risico dan in zanderige gebieden zoals de Doggersbank, omdat de vistuigen in modderige bodems dieper doordringen.” Maar op de Doggersbank liggen ook grind en schelpdierriffen op de bodem, waar sleepnetten veel meer schade toebrengen. Onder ecologen is brede consensus dat de zeenatuur bij de Doggersbank sterk is aangetast en nog maar een schim is van wat die vroeger was.

In 2022 sloot Groot-Brittannië de Doggersbank helemaal voor de visserij vanwege het groeiende bewijs voor blijvende natuurschade. Maar ondanks dat het sinds 2009 een beschermd Natura 2000-gebied is, mag er in het Nederlandse en Duitse deel nog altijd en overal worden gevist. In een zaak die de organisaties donderdag aankondigen willen ze de Nederlandse overheid dwingen om bodemsleepnetvisserij helemaal te weren uit de Doggersbank.

Afspraken over waar en hoe er gevist mag worden op zee, ook in beschermde gebieden, zijn complex en liggen vast in zowel Europese afspraken, nationale regelingen en een ‘Noordzee-akkoord’. Lidstaten hebben, zeker als het op visserij aankomt, veel speelruimte om zelf te bepalen hoe de natuur in Natura 2000-gebieden beheerd en beschermd wordt. Dat een stuk zee officieel beschermd is, betekent zeker niet automatisch dat er niet gevist mag worden met sleepnetten, waardoor natuurorganisaties ook wel spreken over ‘papieren natuurparken’.

De directe aanleiding voor de rechtszaak zijn nieuwe afspraken die het ministerie van LVVN dit najaar bekendmaakte. Daarin nam het zich voor om ongeveer 28 procent van het Nederlandse gedeelte van de Doggersbank volledig af te sluiten voor de sleepnetvisserij om zo de natuur te beschermen. Maar volgens de natuurorganisaties is dat bij lange na niet genoeg om de Noordzeenatuur de ruimte te geven om te herstellen van eeuwenlange aantasting en vernietiging door visserij en industriële activiteiten. Ze voeren aan dat de Nederlandse overheid daarmee door haarzelf gemaakte afspraken over het behoud van ecosystemen niet nakomt.

Het ministerie verweert zich met het argument dat het verlenen van deze specifieke vergunningen voor sleepnetvisserij niet door het Nederlandse ministerie gebeurt, maar door de Europese Unie. Bovendien wijst het ministerie op het gevaar van oneerlijke concurrentie als bijvoorbeeld het Duitse deel van de Doggersbank wél toegankelijk blijft voor vissers. De aanklagers vinden dat de Nederlandse overheid wel degelijk kan, en moet, ingrijpen. Het is nog niet bekend wanneer de zaak voorkomt.

Visserij onder druk

Durk van Tuinen, woordvoerder van de Vissersbond, een belangenorganisatie voor beroepsvissers, reageert gelaten op het hoog oplopende conflict. „Het is ongemakkelijk dat natuurorganisaties steeds maar méér willen terwijl wij ook al enorme stappen zetten”, zegt hij telefonisch. „Als we onze vissersvloot nog enigszins overeind willen houden, is het nodig om te kunnen blijven vissen op de Doggersbank.”

Volgens de vissers is het niet gek dat zij juist in ecologisch rijke gebieden moeten vangen: „Daar zwemt nou eenmaal de meeste vis.” Ze betwisten dat elke vorm van sleepnetvisserij op lange termijn schade toebrengt omdat zeeleven zich onder specifieke omstandigheden ook snel kan herstellen, en zien liever een aanpak die preciezer kijkt naar wat de effecten van sleepnetten zijn op de diverse soorten bodems en lokale ecosystemen, in plaats van een totaalverbod.

De zaak tegen Nederland staat niet op zichzelf. Ook over het Duitse deel van de Doggersbank loopt nu een vergelijkbare rechtszaak. ClientEarth heeft vorig jaar een zaak aangespannen tegen Frankrijk vanwege bodemsleepnetvisserij in beschermde gebieden in de Middellandse Zee. Een vergelijkbare zaak tegen Spanje betreft zowel Atlantische als Mediterrane wateren. Griekenland en Zweden hebben aangekondigd bodemsleepnetvisserij te verbieden of sterk te beperken in hun beschermde gebieden. Schotland stelde onlangs een verbod voor in twintig beschermde zones.

De visserijsector staat mede daardoor de laatste jaren al fors onder druk. „Er komen ook in andere gebieden van de Nederlandse Noordzee meer restricties, en er is door striktere natuurregels, de gevolgen van de Brexit, en de groeiende ruimte die windmolenparken innemen sprake van een opeenstapeling van beperkingen voor vissers”, zegt de Wageningse visserij-onderzoeker Lennert van de Pol. „Er is een strijd om de ruimte gaande op de Noordzee, waarbij allerlei belangen botsen.”

Maar juist tegen het beeld dat gezonde ecosystemen één van de vele deelbelangen zijn, verzetten de natuurorganisaties zich, zegt Emilie Reuchlin van Stichting Doggerland. „Natuur wordt neergezet als één van de vele ‘stakeholders’. Dat is natuurlijk je reinste onzin, een gezonde zee is het fundament waar wij allemaal van afhankelijk zijn voor ons leven. De zee geeft ons zuurstof, voedsel, schoon water, medicijnen, al die dingen. Maar niet als we zo doorgaan.”