Rechtspraak keert zich tegen nieuw bestraffingsbeleid Openbaar Ministerie. ‘Dit gaat rol van OM te boven’

De rechtspraak is zeer ontstemd over het nieuwe beleid van het Openbaar Ministerie om veel meer strafzaken zelfstandig, buiten de strafrechter om, af te wikkelen. „Het komt erop neer dat bij bepaalde veelvoorkomende delicten zoals diefstal in feite de gevangenisstraf wordt afgeschaft”, stelt Henk Naves, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak tegen NRC. „Dit gaat de rol van het OM te boven.”

Via een strafbeschikking kan het OM sinds 2008 verdachten van misdrijven met een strafmaximum van zes jaar cel buiten de rechter om een taakstraf of geldboete opleggen. NRC onthulde maandag dat de OM-top een interne instructie heeft uitgevaardigd om het gebruik van de strafbeschikking te „maximaliseren”. De strafbeschikking moet de komende jaren dé standaard worden voor het bestraffen van een reeks misdrijven. Dit nieuwe beleid is per 1 februari in alle stilte van kracht gegaan voor verdachten van diefstal, oplichting en enkele andere vermogensdelicten.

Rechter kent meer mogelijkheden

Volgens de interne instructie mag een officier van justitie zaken zoals diefstal alleen nog in hoge uitzondering aan de rechter voorleggen. Naves maakt zich daarover grote zorgen. De rechter heeft namelijk veel meer mogelijkheden om adequaat te straffen. „De rechter legt in dit soort zaken geregeld een gevangenisstraf op, vooral in het geval van recidive, wanneer een taakstraf en geldboete maatschappelijk gezien niet meer volstaan.” Dat geldt ook voor het opleggen van een voorwaardelijke gevangenisstraf die bijvoorbeeld kan worden gekoppeld aan een contactverbod met het slachtoffer.

Het OM wil dat strafbeschikkingen de norm worden bij vrijwel alle delicten waar een celstraf van maximaal zes jaar op staat. Afgaand op de cijfers van 2024, betekent dit volgens Naves dat in zo’n 70.000 strafzaken „in principe door de rechter geen gevangenisstraf meer kan worden opgelegd”. Dit gebeurt om de rechtspraak te ontlasten en cellentekorten tegen te gaan.

De voorzitter van de Raad voor de rechtspraak wijst bovendien op het gevolg dat het strafbeschikkingstraject niet openbaar is en dus ook niet gevolgd kan worden door de media, die in het kader van die openbaarheid een maatschappelijke functie hebben. „Juist in het strafrecht, waar de ‘machtige overheid’ via het OM mensen beschuldigt van misdrijven, is het van het grootste belang dat deze controle wél kan plaatsvinden.” Hij vreest dat dit OM-beleid het vertrouwen van de samenleving in de rechtsstaat aantast.

Het debat over straftoemeting moet breed, maatschappelijk en ook politiek gevoerd worden, waarbij ook de rechter een belangrijke rol heeft

Henk Naves
voorzitter Raad voor de rechtspraak

Volgens Naves, die „na aandringen” slechts informeel op de hoogte van de koerswijziging was gesteld, wijzigt het OM het straftoemetingsbeleid in Nederland. „Het debat over straftoemeting moet breed, maatschappelijk en ook politiek gevoerd worden, waarbij ook de rechter een belangrijke rol heeft.”


Lees ook

Ook PVV-staatssecretaris Coenradie loopt vast op het personeelstekort in gevangenissen. Nog vaker meer mensen in een cel dan maar?

Toenmalig minister voor Rechtsbescherming Sander Dekker, in 2021 bij een werkbezoek aan de Penitentiaire Inrichting in Nieuwersluis. Foto Erik van 't Woud/ANP

Tweede Kamer

NSC-fractievoorzitter Pieter Omtzigt eiste dinsdag in de Tweede Kamer opheldering van Justitie-minister David van Weel (VVD) over de nieuwe koers en wijze waarop die tot stand is gekomen. Volgens Omtzigt betekent dit beleid dat zaken van „veelplegers, criminele asielzoekers, mensen die illegaal zijn, mensen die eenvoudige mishandeling begaan hebben, vandalen, mensen met kinderporno, bezit van harddrugs en diefstal in principe via een strafbeschikking afgehandeld worden en niet meer via de rechter.” Omtzigt wees erop dat de strafbeschikkingsroute weliswaar wenselijk kan worden gevonden omdat gevangenissen vol zitten, maar dat het instrument grote bezwaren kent. „De terechtzitting is niet openbaar, het vonnis is niet openbaar, er kan geen gevangenisstraf opgelegd worden en de rechten van verdachten zijn niet goed gewaarborgd.”

Zijn verzoek om voor april een plenair debat met Van Weel te voeren kon rekenen op steun van een Kamermeerderheid van BBB, GroenLinks-PvdA, D66, CDA, SGP, FVD, Denk en SP. Coalitiepartij VVD steunde de aanvraag voor het debat met de eigen minister niet. De PVV was afwezig.

De OM-strafbeschikking zou een uitzondering moeten zijn maar wordt nu de norm

Michiel van Nispen
Tweede Kamerlid SP

Minister Van Weel laat desgevraagd weten dat het nieuwe OM-beleid ervoor zorgt dat criminaliteit sneller kan worden aangepakt. „Ik steun het doel om doorlooptijden van strafzaken te verkorten en meer criminaliteit aan te pakken.”

Kamerlid Michiel van Nispen (SP) meldt verbaasd te zijn dat een regering die aankondigde strenger te willen straffen nu het tegenovergestelde gaat doen: fraudeurs laten wegkomen met boetes. „Dit lijkt puur uit nood geboren, door de grote tekorten in de hele strafrechtketen en in het gevangeniswezen. Straffen moeten individueel maatwerk zijn en behoren door rechters opgelegd te worden. De OM-strafbeschikking zou een uitzondering moeten zijn maar wordt nu de norm.”

Binnen het OM is die discussie volop gaande. De net benoemde hoofdofficier van justitie van Rotterdam Rutger Jeuken stelt desgevraagd blij te zijn met de nieuwe aanpak. „Beter lik op stuk met een strafbeschikking dan twee jaar wachten op een zitting bij de rechter.”

Onder officieren van justitie is ook veel kritiek te horen op het besluit veel meer zaken zelf af te wikkelen. „Deze aanpak is doorgeslagen”, zegt een ervaren aanklager. De rechtspraak is volgens hem gediend met openbare strafzaken. Een andere collega voorziet „grote chaos” bij de uitvoering van en controle op alle extra taakstraffen en de betaling van geldboetes. Net als de meeste aanklagers willen zij alleen anoniem reageren uit angst voor repercussies.

Het opleggen van strafbeschikkingen aan veelplegers en asielzoekers gaat vrijwel zeker leiden tot ‘mislukte executies’: straffen die niet gevolgd worden, voorspelt een andere officier van justitie. „Ze gaan nooit betalen of een taakstraf uitvoeren.” Dat is problematisch, want wie een strafbeschikking niet uitvoert hoeft – in tegenstelling tot als een rechter straft – niet met vervangende hechtenis de cel in. „Als de executie mislukt, heb je alles voor niets gedaan. Feitelijk zou het dan transparanter en duidelijker zijn als je zou zeggen dat de politie gewoon helemaal niet meer moet komen voor dit soort feiten: nu maken die een heel proces-verbaal, dat kost veel tijd, en leidt dan dus uiteindelijk tot een mislukte executie.”