Rechtse coalitie helpt de laagste inkomens net íéts meer dan de rest

De nieuwe regeringscoalitie wil meer bestaanszekerheid, maar voor wie? Voor de laagste inkomens of vooral voor de midden- en hoge inkomens?

Heel duidelijk is het akkoord tussen PVV, VVD, NSC en BBB daar niet over. De ambities om armoede te halveren, worden geschrapt. De partijen willen „niet verder nivelleren”, schrijven ze. Er komt geen extra verhoging van het minimumloon en de bijstand. Het akkoord legt veel nadruk op „de werkende bevolking”, constateerde het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) vorige week. Voor anderen, zoals werklozen en arbeidsongeschikten, zal het akkoord waarschijnlijk „minder positief uitpakken”. Onder meer door een bezuiniging op de werkloosheidsuitkering (WW).

Maar het Centraal Planbureau (CPB) liet diezelfde dag een heel ander beeld zien, in een eerste doorrekening van het akkoord. Iedereen gaat er iets op vooruit, de laagste inkomens net iets meer dan de rest. Dat komt doordat voor hen de toeslagen worden verhoogd. Dat dempt ook de stijging van armoede de komende jaren.

Kortom: deze rechtse coalitie nivelleert wél. Niet door geld weg te halen bij de hoogste inkomens en grootste vermogens: ook zij krijgen belastingvoordelen. Wel door de laagste inkomens íéts meer te helpen dan de rest.

Kinderen in armoede

Dat neemt niet weg dat de armoede blijft toenemen, volgens het CPB. Het aandeel kinderen in armoede, nu 4,8 procent, neemt in vier jaar toe tot 5,3 procent. Zonder de maatregelen zou dat volgens de doorrekening sterker zijn opgelopen, naar 5,9 procent.

Tegelijk neemt de coalitie tal van maatregelen die arm én rijk helpen, zoals het lagere eigen risico in de zorg en de verlaging van de energiebelasting.

Al met al ziet Ester Barendregt, hoofdeconoom van de Rabobank, „focus op de lagere en middeninkomens”, maar ook „beperkte ambitie”. Barendregt was ook lid van de onafhankelijke Commissie sociaal minimum. Het kabinet-Rutte IV stelde die in op aandringen van, toen nog, partijloos Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt.

Het bestaansminimum is te laag om van te leven, concludeerde deze commissie vorig jaar. Mensen die leven van bijvoorbeeld een bijstandsuitkering komen veelal 100 tot 500 euro per maand tekort. Van haar aanbevelingen is weinig terug te lezen in het coalitieakkoord. Bijvoorbeeld om iedere vier jaar opnieuw te laten onderzoeken of de uitkeringen hoog genoeg zijn om van te leven. En om de inkomensregelingen radicaal te vereenvoudigen.


Lees ook
Van de toeslagen kom je niet zomaar af

Batya Brown, een van de slachtoffers van de Toeslagenaffaire, viel dinsdag 24 januari flauw na het aanbieden van een petitie in de Tweede Kamer. Brown had geen bezwaar tegen verspreiding van deze foto.

Grootste tegenvaller

Dat laatste is voor Barendregt de grootste tegenvaller: zij ziet weinig haast bij het versimpelen van de inkomensregelingen. „Het stelsel bezwijkt onder zijn ingewikkeldheid”, zegt de econoom. „Mensen die in een financieel kwetsbare situatie leven, weten niet of ze erop vooruit gaan als ze gaan werken. Daar zijn de toeslagen, belastingen en lokale regelingen te ingewikkeld voor. En dan kunnen je toeslagen ook nog worden teruggevorderd. Dat werkt verlammend.”

Voor het aanpassen van de complexe regelingen voor arbeidsongeschikten heeft de coalitie geen plannen. Een „hervorming” van belastingen en toeslagen wil ze „voorbereiden”, staat in het akkoord. Maar volgens Barendregt moet de politiek snel een keuze maken. Er zijn al stapels aan rapporten en ambtelijke voorbereidingen verschenen. „Aan ideeën geen gebrek. Nu moet er een richting worden ingeslagen.”

In de tussentijd maakt de coalitie het belang van de toeslagen niet kleiner, maar groter. De verhoging van een aantal toeslagen geeft kwetsbare burgers een hoger, maar onzeker inkomen. Het alternatief was om de bijstand en het minimumloon te verhogen. Daarvan is bekend dat vooral VVD en BBB tegen zijn. Barendregt: „Een nadeel is dat de rekening dan bij ondernemers terecht komt. Maar het vergroot wel de eenvoud.”