Elf tabaksfabrikanten- en groothandelaren hoeven een groot aantal boetes toch niet te betalen. Dat heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven dinsdag besloten. De boetes waren opgelegd omdat de bedrijven deals hadden gesloten met verkooppunten van tabak, zoals supermarkten, over bijvoorbeeld inkoopkortingen of over een betere plek in het schap. De boetes beginnen bij 45.000 euro en kunnen bij herhaaldelijke overtreding oplopen tot 450.000 euro.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) legde de boetes in 2019 op omdat de fabrikanten met deze afspraken het verbod op reclame voor tabaksproducten zouden hebben geschonden. Maar de rechter oordeelt nu dat het reclameverbod daarmee „te ruim” is geïnterpreteerd. Volgens het College gaan de afspraken tussen de verkooppunten en de fabrikanten niet over „communicatie naar de consument” toe met als doel tabaksgebruik te promoten, terwijl dat is waar het reclameverbod betrekking op heeft.
Een woordvoerder van het College laat weten dat het om boetes gaat voor onder andere de bedrijven Philip Morris, British American Tobacco en Van Nelle. Het College is de eindrechter in dit soort zaken, wat betekent dat er geen hoger beroep meer kan worden ingediend.
De rust leek even teruggekeerd nadat misstanden tijdens ontgroeningen hard waren aangepakt. Nu blijkt het wangedrag van de Utrechtse corpsleden te zijn verplaatst naar de studentenhuizen. Redacteur Merijn Rengers ontdekte wat voor tirannie er heerst achter de voordeur van die huizen en waarom daar nauwelijks iets tegen gedaan wordt.
Geschokt loopt buurtbewoner Marlon Gemerts donderdagmiddag langs de smeulende resten van vijf enorme panden die tot vandaag nog statig naast elkaar stonden. Hoestend vanwege de prikkelende rook die uren na de brand nog altijd in de lucht hangt, keert hij zich hoofdschuddend om. „Dit is de zoveelste brand. Vorig jaar was het raak aan bij Nassylaan. We hebben laatst ook aan de Heerenstraat een brand gehad. En steeds zijn het verlaten en lege panden hier in de oude binnenstad’’, zucht hij.
De schok in Paramaribo is groot. De brand die donderdagochtend om tien uur lokale tijd uitbrak, legde vijf panden in as in de historische binnenstad. Er vielen geen gewonden. Maar de schade is groot. Een gapend gat, midden in het centrum, toont na de enorme vuurzee, het trieste eindresultaat.
Een vrouw houdt een zakdoek voor haar mond en kijkt met grote ogen naar de enorme ravage. Een groepje brandweermannen zit uitgeput op de grond terwijl verderop een bulldozer met volle kracht de resten afbreekt van wat ooit het dak was van het ministerie van Sociale Zaken.
Kwetsbaar erfgoed
Het is niet de eerste keer is dat er brand in de binnenstad van de Surinaamse hoofdstad uitbreekt. De wit geschilderde achttiende-eeuwse panden uit de koloniale tijd zijn de trots van Paramaribo. Ze staan op de werelderfgoedlijst van Unesco, maar zijn kwetsbaar. En dit keer is de schade wel heel groot. Mede door een hevige wind, problemen die de uitgerukte brandweer ondervond zoals een kapotte dompelpomp en te weinig water en middelen kon de brand snel om zich heen slaan.
Hoewel brandweer commandant Mario Vismale niet vooruit wil lopen en het onderzoek wil afwachten, heeft hij wel sterke vermoedens in welke richting de oorzaak van de brand gezocht moet worden. „Veel panden zijn verlaten en trekken zwervers en drugsverslaafden aan, en dat brengt grote risico’s met zich mee. Brandgevaar ligt dan als snel op de loer’’, zegt hij. Tussen de rokende panden vat een deel van een ingestort pand in de middag opnieuw vlam. Vismale roept zijn mannen op om onmiddellijk de plek te besproeien. ,,We hebben met een verraderlijke rukwind te maken met veel kracht’’, zegt hij even later.
President Chan Santokhi bezocht na de brand samen met een aantal ministers de plek en sprak zijn steun en medeleven uit aan de winkeliers die hun panden zijn kwijtgeraakt. Ook beloofde hij een grondig onderzoek naar de brand en naar de omstandigheden waarin de brandweer moest werken. „Ons land en ons volk is veerkrachtig. Ook deze uitdaging zullen we overbruggen. We zullen deze plek samen herbouwen en herstellen’’, aldus Santokhi. Er zou de afgelopen jaren juist geïnvesteerd zijn in de capaciteit van het Korps Brandweer Suriname volgens Santokhi.
‘Onherstelbaar verlies’
Een eigenaar van een van de verwoeste panden reageert boos op sociale media. „We waarschuwen de overheid al tijden over de gevaren van de leegstaande gebouwen. We vragen al langere tijd dat er steun komt voor deze monumentale panden. Dit had voorkomen kunnen worden’’, zegt hij. De Stichting Gebouwd Erfgoed (SGES) schrijft in een persbericht dat ze verslagen zijn door de brand. „Dit vormt een onherstelbaar verlies van waardevolle elementen uit ons gebouwd erfgoed. Erfgoed dat generaties lang symbool heeft gestaan voor onze geschiedenis en culturele rijkdom’’, schrijft de stichting.
Later op de middag maakt de politie bekend dat er twee zwervers zijn aangehouden die verdacht worden van brandstichting. Marlon Gemerts die een straat verderop woont en dagelijks langs de koloniale panden liep, is niet verbaasd. „Er moet betere opvang voor zwervers komen. En verlaten historische panden in de binnenstad moeten een bestemming krijgen. Paramaribo heeft een uniek centrum, niet voor niets heeft het een beschermende status’’, zegt hij.