Rechter: kabinet mag het verblijfsrecht van een ‘derdelander’ intrekken

Asiel Het demissionaire kabinet wil het recht op opvang intrekken van mensen die uit Oekraïne zijn gevlucht maar niet uit Oekraïne komen. In één van die gevallen geeft de rechter het kabinet gelijk.
Oekraïense vluchtelingen komen aan op Amsterdam Centraal.
Oekraïense vluchtelingen komen aan op Amsterdam Centraal. Foto Ramon van Flymen/ANP

Het demissionaire kabinet mag het verblijfsrecht intrekken van een Tanzaniaan die uit Oekraïne naar Nederland is gevlucht. Dat heeft de rechtbank van Rotterdam woensdag besloten, bevestigt ANP na berichtgeving door de NOS. De zaak heeft gevolgen voor de situatie van zo’n 1.800 andere ‘derdelanders’ die wel uit Oekraïne zijn gevlucht, maar niet de Oekraïense nationaliteit hebben.

Ongeveer 4.700 derdelanders kregen net als Oekraïense vluchtelingen recht op onderdak, onderwijs en zorg, blijkt uit cijfers die de NOS van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) heeft gekregen. Om de opvang van gemeenten te ontlasten besloot staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel, VVD) vorig jaar om dat recht weer in te trekken. In eerste instantie zouden de vluchtelingen vanaf 4 maart hun recht op opvang kwijtraken, maar het kabinet stelde dat moment later uit tot 4 september.

Inmiddels gaat het nog om zo’n 2.300 derdelanders, waarvan 500 zeggen asiel te gaan aanvragen en dus niet meer onder de opvangregeling vallen. Als het kabinet het verblijfsrecht intrekt, moeten de overige 1.800 mensen uit de gemeentelijke opvang vertrekken.

Mag het, is de vraag. De IND, de Raad voor de Rechtsbijstand en VluchtelingenWerk hebben samen twaalf proefprocessen aangespannen om het oordeel van de rechter te vragen. Er komen dus meer uitspraken over soortgelijke zaken aan, en de organisaties zijn van plan door te procederen tot aan de Raad van State. Ook in dit geval heeft Vluchtelingenwerk aangekondigd in hoger beroep te gaan.

Lees ook Gemeenten: snel plan nodig voor 4.900 ‘derdelanders’ uit Oekraïne