De asielopvang in het Van der Valk-hotel, gelegen in het Brabantse Uden, mag voorlopig toch niet open. Dat heeft de rechter woensdag bepaald, bevestigt een woordvoerder van de rechtbank van Oost-Brabant tegenover NRC na berichtgeving van persbureau ANP. De vergunning, die eerder door de gemeente Maashorst was afgegeven, werd door de rechtbank voor twee dagen geschorst.
Eerder op de dag waren omwonenden naar de rechter gestapt. Zij verzochten om een schorsing van de vergunning totdat de gemeente hun maandag ingediende bezwaar heeft beoordeeld. De woordvoerder van de rechtbank zegt in een toelichting dat de rechter zich bewust is van de hoge nood voor asielopvang in Nederland. „Maar zonder het bezwaar in behandeling te nemen stelt de gemeente de inwoners voor een voldongen feit”. Hij benadrukt dat de rechter op zo’n korte termijn geen definitieve beslissing kon nemen. Vrijdag buigt de rechter zich opnieuw over de zaak. Vermoedelijk volgt die dag zelf nog een definitieve uitspraak.
Het hotel moet plaats bieden aan zo’n driehonderd mensen die asiel hebben aangevraagd. Die zouden daar tot uiterlijk 1 oktober 2026 blijven. Woensdag kwamen de eerste bussen met potentiële bewoners rond het middaguur aan bij het hotel, zo meldt ANP. Welke gevolgen deze uitspraak heeft voor de beoogde bewoners van de asielopvang, is vooralsnog onduidelijk.
Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) noemt het „heel erg spijtig en inhumaan” als de 88 asielzoekers die woensdag in het hotel in Uden aankwamen, nog dezelfde dag weer worden gestuurd. De mensen kregen al een kamer toegewezen en „zitten aan de koffie en een maaltijd”, zegt een woordvoerder van het COA tegen persbureau ANP. De opvangorganisatie wacht nu af welke formele consequentie er hangt aan de schorsing van de opvang. „Ondertussen doen wij zonder tegenbericht ons ding.”
Na zonneschijn komt regen, zo luidt een oude beurswet. De dag van gisteren ging de boeken in als een uiterst zonnige dag met grote koerswinsten in de hele wereld. Vandaag komt dan de terugslag.
De Amsterdamse AEX opende vanochtend 0,3 procent in de min en daalde het eerste uur nog wat verder. Chipmachinemaker ASML behoorde vrijdag tot de grootste dalers op de Amsterdamse beurs, omdat een Amerikaanse zakenbank het koopadvies voor het aandeel ASML introk.
Naast de chipbedrijven (ook ASMI en Besi daalden) stond zorgtechnologiebedrijf Philips in het rood op de AEX, met een verlies van dik 1 procent. Supermarktconcern Ahold Delhaize was de sterkste stijger, met een plus van 0,6 procent.
Heel Europa deed een stapje terug: Parijs en Frankfurt verloren tot 0,8 procent, Londen zakte 0,6 procent. Op de Duitse beurs hadden met name de auto-aandelen het zwaar. Gisteren gaf Mercedes-Benz na beurs een winstwaarschuwing af. Het aandeel staat iniddels 8 procent in de min, BMW en Volkswagen verloren respectievelijk 3,5 en 2,8 procent.
Selina zat tien uur per dag op haar smartphone. Ze kreeg het ding in groep zeven en deed er hetzelfde mee als haar klasgenoten: ze zat op Instagram, Snapchat en TikTok, zag hoe het schermpje zich vulde met constante content. Foto’s en filmpjes van mooie meisjes trokken aan haar voorbij – mooier dan Selina, vond ze zelf. Op school voelde ze zich een buitenbeentje. Online was het leven makkelijker: daar hoefde niemand te weten dat ze spastisch was aan haar linkerzijde, of dat ze moeite had met snel informatie verwerken. „Daar was ik Selina zonder beperking”, vertelde ze nu, zachtjes heen en weer deinend op een schommel in het park. Toen de situatie uit de hand liep werd de tiener opgenomen in een jeugdkliniek, waar ze werd behandeld voor een depressie en een beeldschermverslaving. Sociale media had ze inmiddels niet meer: haar accounts had ze samen met een therapeut verwijderd. Dat was wel even moeilijk geweest, erkende Selina. Alsof ze een stukje van zichzelf zag verdwijnen.
Kinderen en smartphones, hoe goed gaan die twee samen? Niet goed, was donderdag de weinig verrassende conclusie van Pointer (KRO-NCRV). Daarmee voegde het programma zich in een lang rijtje smartphonecritici die de laatste maanden regelmatig de media haalden. De goeroe van die tegenbeweging, Jonathan Haidt, kwam haast vanzelfsprekend ook aan het woord. Met zijn boek The anxious generation (in het Nederlands nog net een slagje alarmistischer vertaald als Generatie angststoornis), dat in maart dit jaar uitkwam, betoogde de Amerikaanse sociaal-psycholoog dat de beeldschermgeoriënteerde jeugd die kinderen tegenwoordig doormaken een epidemie van mentale klachten veroorzaakt. Het boek sloeg aan onder bezorgde ouders en docenten, die zich in verschillende landen verenigden in appgroepjes en initiatieven startten voor smartphonevrije scholen. Ook in Nederland is er zo’n beweging waar ouders elkaar aanmoedigen hun kinderen geen smartphone te geven. „Als je samen de groepsdruk wegneemt voor de kinderen, helpt dat enorm”, zei mede-initiatiefnemer slash bezorgde ouder Thekla Reuten.
Kritiek op de kritiek is er ook. Van de zomer plaatste het Trimbos-instituut een blog met de titel ‘Waarom Haidts boek Generatie Angststoornis niet het hele verhaal vertelt’. De veertig ondertekenaars waarschuwden voor morele paniek. Haidt zou correlationele en causale verbanden verwarren, selectief zijn in de studies die hij aanhaalde, de ervaringen van jongeren zelf negeren, en hen bovendien allemaal over één kam scheren. Ondertekenaar Helen Vossen (onderzoeker jeugd en media) had de Pointer-redactie een waarschuwend mailtje gestuurd en mocht haar kanttekeningen delen in de aflevering, maar dat leek toch vooral een moetje: Haidt mocht de kritiek op zijn kritiek kort bekritiseren, en daarna vulde de aflevering zich weer met smartphonevrezers. Die hebben ongetwijfeld een punt, maar al met al voelde de aflevering vooral als een extra bladzijde in Haidts betoog.
Smartphoneboa’s
Presentator Roos Abelman ging tot slot verhaal halen bij staatssecretaris Vincent Karremans (Jeugd en Preventie): als zo veel mensen, van jong tot oud, aangaven zich zorgen te maken over het smartphonegebruik van kinderen – werd het dan niet eens tijd voor beleid? Maar Karremans zag het niet zitten „om smartphoneboa’s naar de keukentafel te sturen om te controleren of jouw elfjarige zoon wel genoeg van zijn telefoon afblijft”.
Zo’n boa leek ook overbodig in de smartphonevrije zones die in de aflevering werden getoond. Op telefoonloze scholen waren leerlingen best tevreden: ze speelden kaartspelletjes in de aula en kletsten meer met elkaar dan voorheen. Het was prima zo, zeiden ze; veel moeite leek het eigenlijk niet te kosten.
Wat gegeneerd herinnerde ik me mijn meest recente poging om weer wat losser te komen van mijn telefoon. Ik gooide alle afleidende apps eraf, maar het haalde weinig uit: ik bleef het scherm doelloos ontgrendelen, keek bij gebrek aan Instagram dan maar naar buienradar. Tijdens het typen van deze column heb ik het onding er een keer of twintig bij gepakt – naar mijn schermtijd durf ik niet te kijken. Misschien zijn het niet de kinderen die een smartphoneboa nodig hebben.
Meer dan 70.000 Russische militairen zijn sinds februari 2022 om het leven gekomen in Oekraïne. Dat schrijft de BBC vrijdag op basis van een uitgebreid onderzoek in samenwerking het onafhankelijke Russische medium Mediazona. Waar voorheen ex-gedetineerden de grootste groep om het leven gekomen militairen besloeg, zijn dat tegenwoordig zogenoemde vrijwilligers: het gaat volgens het onderzoek om 13.781 doden, 20 procent van het totaalaantal.
Deze mensen melden zich vrijwillig aan voor het leger. Ze komen vaak uit kleine steden of dorpen diep in Rusland, waar weinig werk te vinden is. Omdat de salarissen in het Russische leger tot zeven keer hoger kunnen zijn, komen veel mannen in de verleiding om zich bij de krijgsmacht aan te sluiten.
Niet alle vrijwilligers zouden op voorhand weten waar ze precies voor tekenen. Een aantal van hen zou niet begrijpen dat ze het leger niet zomaar kunnen verlaten. Tevergeefs hebben meerdere vrijwilligers Russische media opgezocht om dit aan te kaarten. Ook zou een aantal ‘vrijwilligers’ tegen lokale media en mensenrechtenactivisten hebben gezegd dat ze zich onder dwang van Russische autoriteiten hebben aangemeld.
Voor hun onderzoek verzamelden de BBC en Mediazona de namen van omgekomen militairen. Dagelijks plaatsen nabestaanden in Rusland overlijdensberichten van omgekomen militairen of foto’s van begrafenissen op sociale media. Ook verschijnen talloze overlijdensberichten in lokale media. Grafstenen op begraafplaatsen golden in het onderzoek regelmatig als verificatie.
Het precieze aantal omgekomen militairen waarop de BBC en Mediazona uitkwamen is 70.112 . Waarschijnlijk is het daadwerkelijke dodental hoger, aangezien lang niet alle families de namen van hun omgekomen zoon, vader of broer openbaar maken. Daarnaast konden lang niet alle omgekomen militairen in de door Rusland bezette regio’s Donetsk en Loehansk worden geverifieerd.
Liveblog Oorlog in Oekraïne
BBC: meer dan 70.000 Russische militairen omgekomen in oorlog, vrijwilligers grootste groep