Rechter draait besluit over concentratie kinderhartchirurgie terug

De kinderhartcentra in Utrecht, Leiden en Amsterdam sluiten hun deuren voorlopig niet. Oud-minister Ernst Kuipers (Volksgezondheid, D66) bepaalde vorig jaar dat operaties bij kinderen met een aangeboren hartafwijking vanaf 2025 alleen nog in de academische ziekenhuizen in Rotterdam en Groningen zouden plaatsvinden. Utrecht, Leiden en Amsterdam stapten vervolgens naar de rechter, die vernietigde donderdag het concentratiebesluit.

De rechter concludeert dat de minister een verregaande keuze als deze wel mag maken, maar dat de keuze dan „zorgvuldig gemotiveerd en feitelijk onderbouwd” moet zijn. Dat is volgens de rechtbank onvoldoende gebeurd.

Al sinds de jaren negentig is er discussie over de zorg voor patiënten met een aangeboren hartafwijking. In Nederland zijn op dit moment vier kinderhartcentra (op vijf locaties, Leiden en Amsterdam vormen één centrum) die operaties uitvoeren bij kinderen en volwassenen met een aangeboren hartafwijking. Om de kwaliteit van die ingrepen hoog te houden, moeten behandelteams zulke operaties vaak genoeg uitvoeren. Maar er zijn te weinig patiënten voor vier van zulke centra.

Dat er centra moeten sluiten, daarover is vrijwel iedereen het eens. Er is echter geen overeenstemming over de vraag of er twee of drie centra moeten overblijven, en welke dat moeten zijn.

Kort geding

Het ministerie van Volksgezondheid koos in april vorig jaar voor UMC Groningen („ten behoeve van de regionale spreiding”) en het Erasmus MC in Rotterdam („het grootst”). Een kort geding, aangespannen door de academische ziekenhuizen van Leiden, Amsterdam en Utrecht leverde niets op, maar na een bodemprocedure besluit de rechter de concentratie nu stop te zetten.

De rechter concludeert dat het besluit van de minister „onvoldoende is onderzocht en gebrekkig is gemotiveerd”. Zo kiest de minister voor twee centra in plaats van drie op grond van volumenormen: het aantal operaties dat een centrum tenminste moet uitvoeren om de kwaliteit van de zorg te waarborgen. Onder die norm zou het risico op overlijden toenemen.

Over die normen, zegt de rechter, bestaat te veel onzekerheid. De onderbouwing is „te mager” en „te willekeurig”.

Ook had de minister beter onderzoek moeten doen naar de haalbaarheid van de concentratie binnen de gestelde termijn van tweeënhalf jaar.

Niet meer rendabel

Daarnaast had Kuipers de gevolgen van de sluiting van twee centra in zijn besluit moeten betrekken. In Leiden bestaat bijvoorbeeld het risico dat na sluiting van het kinderhartcentrum, de kinder-intensive care niet rendabel meer is. Dat heeft weer gevolgen voor andere patiënten, en ook voor verpleegkundigen en artsen. Om die reden adviseerde de Nederlandse Zorgautoriteit de minister eind 2022 nog geen beslissing te nemen, maar eerst een breder plan te maken voor de academische zorg. Kuipers hakte de knoop toch door. Nu oordeelt de rechter dat de minister „niet in lijn heeft gehandeld met de aanbevelingen van zijn eigen adviseur”.


Lees ook
Kuipers begon met hoge verwachtingen, maar stuitte als zorgminister op weerstand en taaie dossiers

<strong>Ernst Kuipers</strong> (Volksgezondheid, Welzijn en Sport, D66) kondigde woensdag aan per direct ontslag te nemen als demissionair minister.” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/01/rechter-draait-besluit-over-concentratie-kinderhartchirurgie-terug.jpg”><br />
</a> </p>
<p>Minister Kuipers (D66) stapte woensdag op omdat hij een baan in het buitenland heeft aangenomen. Minister voor Langdurige Zorg Conny Helder (VVD), die voorlopig waarneemt, liet donderdag weten dat zij de uitspraak van de bestuursrechter „ten zeerste” betreurt. „Dit is slecht nieuws voor alle betrokkenen en met name de patiënten, die na een lange periode van discussie over de concentratie van deze zorg recht hebben op duidelijkheid en daar ook nadrukkelijk om vragen.” Ze gaat in gesprek met de ziekenhuizen.</p>
<p>De academische ziekenhuizen in Utrecht, Leiden en Amsterdam noemen het besluit van de rechter daarentegen „goed nieuws voor patiënten met aangeboren hartafwijkingen, hun families en de kinderhartchirurgie in het algemeen”. Ze willen in gesprek over de toekomst van de kinderhartchirurgie. In de tussentijd gaan ze verder met de samenwerking op het gebied van academische hart- en kinderzorg, die zij eind vorig jaar aankondigden.</p>
<p> <dmt-util-bar article=