Rechter biedt Afghaanse bewakers weinig hoop op overkomst naar Nederland

Evacuatieregeling Hebben bewakers die in Afghanistan voor de Nederlandse militaire missie werkten recht om naar Nederland te worden overgebracht? Daarover diende een zaak bij de Haagse rechtbank. „Ze behoren niet tot de afgebakende groep.”

De voormalige Nederlandse basis Kamp Holland bij Tarin Kowt in de Afghaanse provincie Uruzgan werd mede bewaakt door Afghaanse bewakers.
De voormalige Nederlandse basis Kamp Holland bij Tarin Kowt in de Afghaanse provincie Uruzgan werd mede bewaakt door Afghaanse bewakers. Foto Valerie Kuypers/ANP

De zaak van zijn acht Afghaanse cliënten is eigenlijk heel simpel, vindt advocaat Paul Stieger. „We hebben het over een groep van personen die zich voor onze missie hebben ingezet en momenteel in Afghanistan levensgevaarlijke risico’s lopen. Daarom moet hun overkomst naar Nederland worden gefaciliteerd.”

En ook advocaat Mette van Asperen, die namens landsadvocaat Pels Rijcken de ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie bijstaat, vindt de zaak niet ingewikkeld. „Ze komen niet [voor overbrenging naar Nederland] in aanmerking omdat ze niet behoren tot de afgebakende groep.”

De rechtbank Den Haag boog zich woensdag over het lot van acht Afghanen die hun leven sinds de machtsovername door de Taliban in augustus 2021 hun leven niet zeker zijn. Zes van hen werkten als bewaker voor de Nederlandse militaire missie die van 2006 tot 2010 in Uruzgan plaatsvond, een is de weduwe van zo’n bewaker en de ander werkte als chauffeur.

Een specifieke groep Afghanen die voor de Nederlandse missie werkten kon voor de machtsovername van de Taliban op grond van de ‘tolkenregeling’ al assistentie krijgen om naar Nederland te komen en hier asiel aan te vragen. Daags na de machtsovername door de Taliban nam de Kamer een motie aan waarin ook bewakers als „systematisch vervolgde groep” werden aangemerkt en de regering verzocht werd hen zo snel mogelijk te evacueren. Daarop zette het kabinet een speciale evacuatieregeling op.

De cliënten van Stieger, die door Vluchtelingenwerk Nederland is ingeschakeld, hebben Nederland verzocht hen ook te helpen bij de evacuatie uit Afghanistan. Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft hun verzoeken afgewezen. Via de rechter proberen zij die afwijzing van tafel te krijgen. Volgens Buitenlandse Zaken zijn in totaal 122 afwijzingsbesluiten aan de rechter voorgelegd.

Lees ook: Voor 210 dollar per maand waagden Afghaanse bewakers hun leven, nu staan ze op de dodenlijst van de Taliban

Veel beleidsruimte

Twee chefs van de bewakers, onder wie Nesar Ahmad Naeemi die maandag in NRC schetste hoe onveilig ‘zijn mannen’ zijn, zitten woensdag in de rechtszaal. Ze horen de advocaat van het ministerie bepleiten dat de overbrengingsverzoeken terecht zijn afgewezen. Het kabinet heeft namelijk besloten dat alleen oud-medewerkers die zich voor 11 oktober 2021 per mail hebben gemeld voor evacuatie in aanmerking komen. Mensen van wie de gegevens toen niet in de mailbox van het ministerie zaten, komen niet in aanmerking, hoe groot het gevaar ook is.

Een dergelijke grens mag de staat juridisch gezien trekken, benadrukt advocaat Van Asperen, verwijzend naar een uitspraak van de Raad van State in februari dit jaar. Daarin verzocht een Afghaan om overbrenging naar Nederland. De aanvraag was op tijd ingediend, maar is volgens de hoogste bestuursrechter terecht afgewezen omdat de Afghaan voor een VN-missie werkte. Medewerkers van die missie vallen niet onder de speciale evacuatieregeling van het kabinet. Die regeling is zogeheten ‘buitenwettelijk begunstigend beleid’ en daarbij heeft het kabinet „veel beleidsruimte”.

Met die uitspraak in zijn achterhoofd gaf de rechter een hint woensdag hoe hij – binnen vier weken – zal gaan oordelen. En dat is waarschijnlijk in lijn met de zes eerdere afwijzende uitspraken van de Haagse rechtbank. De rechter benadrukte dat volgens de Raad van State zelfs het gevaar dat iemand loopt irrelevant is. „Dat is een hele ontnuchterende harde werkelijkheid.”