De collectie van het Wereldmuseum Berg en Dal, voorheen het Afrika Museum, is eigendom van de paters van de Congregatie van de Heilige Geest. Dat oordeelt de rechtbank in Arnhem woensdag. Het oordeel maakt een einde aan een langdurig geschil over het eigenaarschap van de museumcollectie. De collectie was in bruikleen bij het Nationaal Museum van Wereldculturen (NMVW) en moet nu aan de paters worden geretourneerd, luidt het oordeel van de rechtbank.
Een vechtscheiding is er niets bij: al jaren ligt de NMVW overhoop met de paters over het beheer van het inmiddels gesloten Afrika Museum, en de verdeling van de museumcollectie. De paters, die eigenaar zijn van het museumgebouw en -terrein in Berg en Dal, beweerden dat de gehele collectie in bruikleen was, terwijl het NMVW stelde dat een deel aan hen toebehoorde.
Lees ook
Rechter: Afrika Museum bij Nijmegen mag eind november sluiten voor publiek
Toen de paters het museum oprichtten in 1954, lag zowel het beheer als de collectie in handen van de Congregatie. Dit veranderde toen in 2014 het toenmalige Afrika Museum fuseerde met andere musea. Het gebouw en de grond werden aan de NMVW verhuurd door de paters, net als de spullen die de paters kregen of meenamen uit Afrikaanse landen. De collectie werd later verder uitgebreid met Afrikaanse hedendaagse kunst.
Het museum sloot uiteindelijk in november 2023, na het besluit van de paters om het vastgoed te verkopen en na een conflict over de richting die de museumdirectie in was geslagen. Al snel ontstond er onenigheid over de boedel, waarbij de vraag rees welk deel van de collectie van de NMVW was en welk deel van de paters. Het huidige oordeel stelt de paters in het gelijk in hun claim dat de gehele collectie in bruikleen was.
Lees ook
Cultuurclash in het Museum voor Wereldculturen: het Afrika Museum ging aan onbegrip ten onder
Ruim vijf eeuwen bleef de stadsmuur aan de zuidkant van de binnenstad van Maastricht fier overeind. Het verdedigingswerk weerstond een hele reeks belegeringen door Spanjaarden, Staatse troepen en Fransen. Het ontkwam aan de negentiende-eeuwse sloopdrift, toen in heel Nederland muren tegen de grond gingen om ruimte te maken voor stadsuitbreidingen, fabrieksterreinen of andere nieuwigheden. Maar op 23 maart 2019 stortte het bouwwerk alsnog met een donderend geraas in elkaar.
Bijna zes jaar later nadert de wederopbouw zijn voltooiing. Bouwvakkers leggen de laatste stenen op de muur. De eerste maanden van 2025 zal de nadruk op de afwerking van de groenaanleg liggen.
Met die stapeling moest het een keer fout gaan
„Aanvankelijk wilden we de schuld geven aan de toeristen die als laatsten over de muur liepen”, grapt gemeentelijk archeoloog Gilbert Soeters over de oorzaak van de ineenstorting van 2019. Maar uiteindelijk bleken er geen vijanden of kwaadwillenden aan te pas te zijn gekomen. „Het ging om een samenspel”, vertelt Ron Werné, vakspecialist vestingwerken bij de gemeente Maastricht en projectleider bij de hersteloperatie van de afgelopen jaren. „Aan de binnenkant drukte een flink pakket aarde tegen de muur. Wortels van bomen en inregenen deden de bouwkundige staat geen goed. Verder zijn de hardstenen buitenkant en de binnenkant van mergel bij de bouw onvoldoende aan elkaar gehecht. Met die stapeling moest het een keer fout gaan.”
Tijdens het onderzoek naar oorzaken van de ineenstorting kwam ook een enorme scheur in het aanpalende rondeel De Vijf Koppen aan het licht. Al snel was duidelijk dat die ook aangepakt moest worden. Het rondeel (een halfrond bolwerk) vormde eeuwenlang een belangrijk bastion voor het opstellen van geschut. De naam De Vijf Koppen verwijst naar het Verraad van Maastricht, een mislukte poging in 1638 om de stad aan de Spanjaarden uit te leveren. De vijf belangrijkste verdachten werden onthoofd en de koppen werden op de stadsmuur tentoongesteld. Met hun gezichten gericht op het ommeland van Maastricht en de kwaadwillende vijanden.
Verrassingen
Geluk bij een ongeluk was dat de ineenstorting in 2019 en het onderzoek daarna heel veel, soms onbekende geschiedenis blootlegde. Archeoloog Soeters citeert Winston Churchill: „Never waste a good crisis.” Volgens bouwhistorica Birgit Dukers zorgde het rondeel voor de meeste verrassingen. „De aanname was altijd dat het vanaf het begin als een soort kanonnenplatform functioneerde. Het blijkt echter in 1515-1516 gebouwd om vanuit twee boven elkaar gelegen zalen, via schietgaten, belegeraars te kunnen bestrijden. Daarbij ging het nog om eenvoudiger wapens zoals haakbussen, pijl en boog en kruisbogen.
„In een tijd waarin in grote delen van Europa territoriale en godsdiensttwisten woedden, volgden de militaire innovaties elkaar daarna snel op. Daarmee was het oorspronkelijke ronddeel snel verouderd. Om zwaar geschut te kunnen plaatsen en te kunnen weerstaan werden de zalen in het rondeel daarom al snel volgestort met aarde. Bovenop kwam een kanonnenplatform.”
Het regende ondertussen ook mooie, kleine ontdekkingen. Dukers: „Zoals een tekening van een uil op een van de muren. Maar ook een negentiende-eeuwse mijngang, tot bijna in het rondeel. Mogelijk is die aangelegd door belegeraars om het verdedigingswerk tot ontploffing te brengen. Het kan ook als een soort militaire oefening zijn ontstaan.”
Een belangrijke rol bij de redding van een groot deel van de Maastrichtse stadsmuur in de negentiende eeuw speelde de in de stad geboren Victor de Stuers. Hij was een van de grondleggers van de monumentenzorg in Nederland. Velen vonden sloop prima. De liberale minister Pieter van Bosse zei „dat oudheden geen regt van bestaan hebben als zij het tegenwoordig geslacht hinderen”. De Stuers bleef hameren op de waarde van alle moois uit het verleden.
Romantisch decor
Wat aan de zuidkant van Maastricht meehielp was dat daar een villapark verrees. Voor het in Engelse landschapsstijl ingerichte park tussen die stadsuitbreiding voor de welgestelden en de oude stad vormde de omwallingen het perfecte romantische decor.
Na al het onderzoek sinds maart 2019 en het blootleggen van de gelaagde bouwgeschiedenis rees de vraag welke stadsomwalling na het herstel zichtbaar moest worden. „Voor de muur is – ook vanwege de nadelige druk – gekozen voor het blijvend weglaten van de aarde aan de achterkant”, zegt Werné. „Daardoor kan ook de oude weergang, waarover verdedigers wachtliepen en waar vanaf ze schoten op vijanden, weer zichtbaar worden. In het rondeel is de oorspronkelijke situatie met twee boven elkaar gelegen zalen en schietgaten rondom straks weer te zien.”
De kosten voor het herstel liepen de afgelopen jaren sterk op en bedragen uiteindelijk zo’n tien miljoen euro. Dat bedrag komt vrijwel volledig voor rekening van de gemeente Maastricht. De enige co-financier was de provincie Limburg. Die gaf vier ton.
Vakspecialist vestingwerken Werné: „Onze stad heeft de rijkdom dat we erfgoed van krijgsgeschiedenis vanaf de Romeinse tijd tot aan de Tweede Wereldoorlog kunnen laten zien. Maar dat betekent ook voortdurend keuzes maken, omdat de budgetten niet oneindig zijn. Door de uitgave aan de restauratie van De Vijf Koppen zal noodzakelijk onderhoud aan de andere vestingwerken op sommige plaatsen moeten worden uitgesteld.”
Lees ook
‘De mentaliteit van slopen en dan nieuwbouw, dat zit er diep in’
Een nieuw kandidaat-vaccin voor mensen tegen het vogelgriepvirus laat goede eerste resultaten zien bij fretten. Het vaccin, gemaakt met mrna-technologie, wekt neutraliserende antistoffen op tegen het virus dat nu rondgaat in Amerikaans melkvee. Het beschermt geïnfecteerde fretten tegen overlijden en het tempert het aantal virusdeeltjes in hun luchtwegen. Het bloed van de gevaccineerde fretten neutraliseerde ook een variant van het virus die afkomstig was van een persoon die dit jaar in Texas geïnfecteerd was geraakt bij een uitbraak onder melkvee.
Dit schrijft een groep onderzoekers van de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention (CDC) deze week in het wetenschappelijke tijdschrift Science Translational Medicine.
Wetenschappers haasten zich om een vaccin voor mensen te maken tegen het vogelgriepvirus H5N1. De angst is dat het virus zó zal veranderen dat het makkelijk tussen mensen kan worden doorgegeven. Dat is nu nog niet zo. Maar als dat gebeurt, kan het een nieuwe pandemie ontketenen.
Het voor vogels zeer ziekmakende H5N1-griepvirus gaat sinds 2020 wereldwijd rond in wilde vogels en pluimvee. Het infecteert inmiddels ook allerlei soorten zoogdieren, waaronder melkkoeien in Amerika. Daar zijn dieren op al meer dan 845 melkveehouderijen positief getest op het vogelgriepvirus. En sinds 1 april van dit jaar is in de VS al bij 60 mensen vastgesteld dat ze zijn geïnfecteerd, 37 van hen door melkvee – zij werkten met melkkoeien of dronken rauwe melk van besmette dieren. De sprong van melkkoeien naar mensen kan het virus makkelijker maken dan eerder gedacht, bleek vorige week uit een studie.
Voor vogels en voor veel zoogdieren is deze vogelgriep vaak fataal. Bij geïnfecteerde mensen bleven de gevolgen tot nu toe meestal beperkt tot verkoudheidsklachten en rode ogen, maar mensen kunnen van sommige typen vogelgriep ernstig ziek worden. Een Canadese tiener werd in november ernstig ziek na een infectie met een virusvariant die dankzij bepaalde mutaties dieper de luchtwegen in kon komen. Er is tot nu toe geen besmetting van mens tot mens gemeld.
In Nederland liggen sinds deze zomer 51.000 doses klaar van een al goedgekeurd vaccin. Dat vaccin is gemaakt van een geïnactiveerd vogelgriepvirus van een ander type, H5N8. Het H5-gedeelte van dat virus lijkt op dat van het huidige vogelgriepvirus, maar het N8-gedeelte dus niet. Het nieuwe kandidaat-vaccin is gericht tegen het H5-gedeelte van H5N1 (specifieker: de virusvariant A(H5N1) 2.3.4.4b die de uitbraak sinds 2020 veroorzaakt). Dat zal naar verwachting betere bescherming bieden tegen deze variant. Een mrna-vaccin kan bovendien snel worden geproduceerd en aangepast aan de dan heersende variant.
De Amerikaanse onderzoekers maakten verschillende kandidaat-vaccins op basis van het H5-gedeelte met de technologie van vaccinfabrikant Moderna. Uit hun onderzoek bleek dat twee doses van het simpelste vaccin bij fretten beschermende antistoffen opwekten tegen virusvarianten uit zowel 2022 als 2024. Gevaccineerde fretten stierven niet meer aan de ziekte en het aantal virusdeeltjes in hun bovenste en onderste luchtwegen was lager dan bij ongevaccineerde fretten. Studies naar het effect van het kandidaat-vaccin bij mensen zijn gaande.
Nederlandse F-35’s hebben dinsdag Russische straaljagers boven de Oostzee weggejaagd. Dat heeft minister van Defensie Ruben Brekelmans woensdag in een bericht op X gemeld. De Russische vliegtuigen vlogen weliswaar niet in het NAVO-luchtruim, wel droegen ze volgens de minister „supersonische raketten” met zich mee.
De Nederlandse F-35’s hebben, in samenwerking met Finland en Zweden, de twee Russische bommenwerpers en twee straaljagers langs de grens van het NAVO-luchtruim weggeleid. Het luchtruim boven de Oostzee behoort toe aan de internationale wateren en valt dus niet onder een land.
Hoewel het niet duidelijk is wat de Russische vliegtuigen boven de Oostzee deden en waar ze vandaan kwamen, gaat het vermoedelijk om een provocatieactie of een Russische defensietraining. Het Russische leger kan daarmee inzicht krijgen in hoe snel de NAVO ingrijpt.
Grens overschreden
Op meerdere plekken in Europa hebben Russische gevechtsvliegtuigen of drones in de afgelopen maanden een NAVO-grens overschreden. Defensie-expert Patrick Bolder zei daarover eerder tegen NRC: „Met dit soort acties kijkt Moskou gewoon hoe ver Rusland kan gaan.”
Het was dan ook niet de eerste keer dat Nederlandse F-35’s ingrepen. Begin deze maand stationeerde Defensie een viertal Nederlandse straaljagers in Estland met als doel om de luchtgrenzen van de NAVO te bewaken. Kort daarna, op 6 december, grepen ze voor het eerst in toen een Russisch transportvliegtuig en een straaljager langs het luchtruim scheerden. Nederland zal tot eind maart in Estland blijven. Daarna neemt een ander Europees land die defensietaak op zich.
Lees ook
Steeds vaker schenden Russische drones het NAVO-luchtruim. Zijn het incidenten, of test Moskou de westerse reactie?