De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied moet opnieuw kijken naar zeven boetes van 100.000 euro die sinds maart 2023 aan staalproducent Tata Steel zijn opgelegd wegens overtreding van de milieuregels. Dat heeft de bestuursrechter in Haarlem dinsdag besloten. Volgens de rechter zijn de besluiten niet helder genoeg onderbouwd.
De Omgevingsdienst en Tata Steel stonden in Haarlem tegenover elkaar in de rechtszaal vanwege een al langer lopend conflict. Dat draait om de uitstoot van ‘rauwe’ of ‘ongare’ kooks, gassen die kunnen vrijkomen in de twee fabrieken die ruwe steenkool tot kooks verwerken, essentieel voor de productie van staal.
Rauwe kooks ontstaat als de steenkool niet heet genoeg (boven de 1.000 graden) of lang genoeg (twintig uur) is gegaard, waardoor bepaalde gassen niet verbrand zijn en vrijkomen in de lucht. Boven het terrein van de voormalige Hoogovens tussen Velsen-Noord en Wijk aan Zee is dan een zwarte rookwolk te zien.
Volgens de milieuvergunning uit 2004 dient Tata uitstoot van rauwe kooks te „vermijden”. Maar over de betekenis van dat laatste woord liggen de partijen in de clinch. De Omgevingsdienst meent dat vermijden betekent: nul uitstoot van rauwe kooks. De overheidsdienst legde Tata daarom in 2020 en 2021 al een last onder dwangsom op, omdat het staalbedrijf de milieuregels overtrad.
In september 2022 volgde de derde last onder dwangsom, nu met een forse boete eraan gekoppeld: elke keer dat vanuit de twee kooksfabrieken van Tata nog rauwe kooks vrijkomt, kan het bedrijf rekenen op 100.000 euro boete. Bij vijftien van die overtredingen dreigt de Omgevingsdienst met zwaardere sancties. Tata vreest dan gedwongen sluiting van de beide cruciale fabrieken.
Voorkomen lukt niet altijd
Tata Steel verzet zich tegen de opgelegde last onder dwangsom én tegen de zeven boetes die het bedrijf inmiddels heeft ontvangen. Volgens de advocaten van het bedrijf heeft het woord ‘vermijden’ uit de milieuvergunning een heel andere betekenis: je probeert iets te voorkomen, wat nog niet wil zeggen dat het altijd lukt. „Ik probeerde op weg naar de rechtbank ook de file te vermijden”, zei een van Tata’s advocaten in de rechtszaal.
Het staalconcern zegt er alles aan te doen om vrijkomen van rauwe kooks te vermijden – en dus de regels niet te overtreden. Zo wordt de oventemperatuur sinds kort gemeten met nieuwere technologie, wordt de hitte op meer punten in de ovens gemeten en is personeel beter getraind om het productieproces te begeleiden. Dat er toch nog soms nog rauwe kooks vrijkomt, is volgens Tata simpelweg niet te vermijden.
„Wij zien niet in welke perfecties er nog mogelijk zijn”, aldus een van de advocaten. „Het gaat erom dat er maatregelen worden getroffen met een bepaald doel. Volgens ons zou dat de focus moeten zijn.” In 2020 kwam er volgens Tata bijna tweehonderd keer rauwe kooks vrij, vorig jaar nog slechts drie keer.
De Omgevingsdienst, een uitvoeringsorgaan van de provincie Noord-Holland, gaat niet met die uitleg mee. „Wij denken dat je op nul uit kunt komen”, zei een jurist van de dienst. Hij wees erop dat al in 1972 in de milieuvergunning stond dat elke uitstoot van rauwe kooks diende te worden voorkomen. Op de vraag van de rechter waarom de Omgevingsdienst dan pas in 2020 voor het eerst ingreep, antwoordde de jurist dat er tot dat moment „geen focus op” lag.
Gaten en kieren
Milieuorganisaties en omwonenden van het fabrieksterrein wezen er in de Haarlemse rechtbank op dat vergelijkbare kooksfabrieken in Duitsland en Italië uitstoot van rauwe kooks wél volledig zouden voorkomen. Dat Tata Steel het in Noord-Holland niet uitgebannen krijgt, komt volgens hen doordat de kooksfabrieken op het terrein voorbij hun levensduur zijn – beide fabrieken zijn meer dan vijftig jaar oud. „Dit proces is bedoeld voor een installatie die in goede staat is. Je hebt er een oven voor nodig waar geen gaten en kieren in zitten. Dit zijn ovens die telkens in reparatie zijn.”
De advocaten van Tata noemden het „zorgelijk dat dit beeld überhaupt wordt geschetst. Dat de fabriek lang geleden is gebouwd, zegt niets over de kwaliteit. De bedrijfsvoering is zorgvuldig. Dit heeft onze allerhoogste prioriteit.”
Dat de rechter de zeven opgelegde boetes terugverwees naar de Omgevingsdienst, was voor Tata een onverwachte meevaller. De hoor- en adviescommissie van de provincie gaat er nu opnieuw naar kijken. Over het bezwaar van Tata tegen de last onder dwangsom uit 2022 doet de rechtbank binnen zes weken uitspraak.
Een jaar geleden was Pieter Pot nog failliet, na een doorstart begin dit jaar zegt de verpakkingsvrije online supermarkt nu zijn eerste winstgevende maand achter de rug te hebben. Hoe is het bedrijf daar zo snel in geslaagd?
Om met de winst te beginnen: die is vooralsnog bescheiden, een paar duizend euro op een maandomzet van circa vier ton. „Dat is niet de wereld”, erkent directeur en medeoprichter Jouri Schoemaker. „Maar het is wel de eerste winstgevende maand sinds we zijn opgericht.” Uit contacten met vergelijkbare ondernemingen in Europa weet hij dat Pieter Pot de eerste verpakkingsvrije supermarkt met landelijke dekking is die dat winstgevend weet te doen.
Het bedrijf zegt dat sinds de herstart 12.000 klanten terug zijn gekeerd. „In onze hoogtijdagen lag het aantal vaste klanten rond de 15.000 à 20.000”, zegt de directeur. „Komend jaar willen we weer richting dat aantal. We zien wekelijks klanten terugkomen.”
Bij Pieter Pot 1.0 hadden we ingezet op enorme schaal. Daar kwamen enorme vaste kosten bij kijken
Meer zaken uitbesteed
Om rendabel te worden, opereert het doorgestarte bedrijf anders dan voor het faillissement. „Bij Pieter Pot 1.0 hadden we ingezet op enorme schaal”, zegt Schoemaker. „Daar kwamen enorme vaste kosten bij kijken.” Waar eerder veel operationele zaken werden gedaan door meer dan honderd eigen werknemer, zijn er nu slechts zeven voltijdsbanen. „Vroeger hadden we een enorm warehouse en werden de bestelde producten door onszelf bij elkaar gezocht. Teruggebrachte potten wasten we zelf af. Nu besteden we die operationele zaken uit.”
Schoemaker denkt dat die constructie beter past bij de schaal waarop het bedrijf nu opereert. „We kunnen nu niet in één maand twee keer zoveel bestellingen verwerken, maar onze partners groeien graag met ons mee.” Hij ziet dat andere internetsupermarkten zoals Picnic hun operationele tak wel in eigen beheer hebben. „Met het soort investeringen dat nodig is om dat zelf te ontwikkelen, heb je hele andere schaal nodig. Wij gaan die schaal niet bereiken.”
Niet alleen glas
Vanaf de oprichting stond Pieter Pot bekend om zijn hervulbare glazen weckpotten en flessen, gevuld met producten zoals havervlokken, spaghetti, olijfolie en limonadesiroop. Maar die vorm is niet langer heilig voor de supermarkt. Zo zijn er nu koffiebonen in een biologisch afbreekbare zak te koop. „Die zakken worden snel na het branden gevuld en verkocht. Als we ze eerst zouden overhevelen naar een pot, zou dat tijd kosten en komen de bonen in aanraking met zuurstof wat ten koste gaat van de kwaliteit. Voor dit product is een zak dus beter, terwijl we nog steeds plastic besparen.”
Ook wordt er getest met een roestvrijstalen navulpot. „Het idee is dat mensen thuis nog steeds een glazen pot hebben en de navulling met rijst of havermout daarin overgieten. Die stalen potten zijn lichter en nemen minder ruimte in, want leeg kunnen ze in elkaar geschoven worden. Dat verlaagt de uitstoot tijdens het transport.”
Bestelritme verhogen
Schoemaker denkt dat de lichtgewicht potten ook zullen bijdragen aan een ander doel: mensen vaker laten bestellen. „Klanten hoeven niet meer te wachten tot hun pot leeg is en ze hem kunnen omruilen voor een volle.” Dat bestelritme is belangrijk voor de winstgevendheid van Pieter Pot, dat zijn klanten nu gemiddeld eens in de acht weken terugziet. „Als alle huidige klanten twee keer zo snel een nieuwe bestelling plaatsen, zorgt dat voor meer omzet. Daarvoor zijn we ook ons assortiment aan het uitbreiden.” Nu zijn er 350 producten in de online schappen te vinden, terwijl dat er eerder tegen de 600 waren. Volgens Schoemaker duurt het even voor zowel oude als nieuwe leveranciers hun spullen zonder verpakking kunnen leveren. „Producten zoals chips en snoep zijn nu nergens plasticvrij te krijgen. Daar werken we hard aan.”
Sinds kort staan Pieter Pots hervulbare weckpotten ook in de schappen van een paar fysieke winkels. Daarvoor werkt de internetsupermarkt samen met lokale winkeliers die zich op verpakkingsvrije producten richten. Schoemaker hoopt maandelijks een of twee nieuwe winkelpunten toe te voegen. „Dan kunnen mensen hun grote bestellingen bij ons online doen, en kleine bestellingen om de hoek aanvullen.” Ook moeten nieuwe klanten zo in aanraking met het bedrijf komen.
Goedemorgen! Volgens de Japanse zakenkrant Nikkei (ja, ook bekend van de belangrijkste beursindex van het land) en de Britse evenknie Financial Times zijn Honda en Nissan met elkaar in gesprek over een mogelijke fusie. Een samengaan zou de Japanse autofabrikanten een betere positie geven op de markt voor elektrische auto’s, waar het Amerikaanse Tesla en verschillende Chinese merken nu de show stelen bij consumenten.
Een eventuele fusie zou een behemoth met een gecombineerde waarde van 52 miljard dollar opleveren, aldus de FT, verwijzend naar dit Bijbelse dier. Of een huwelijk ook echt van de grond komt, is nog wel een groot vraagteken. Alleen al de mogelijke weerstand in Japan tegen een fusie, die waarschijnlijk gepaard zal gaan veel ontslagen, kan het samengaan tegenhouden.
Op de Japanse beurs wordt verheugd gereageerd – althans door aandeelhouder van Nissan. Dat aandeel won bijna een kwart (terwijl het aandeel de afgelopen maanden juist in een glijvlucht zat). Honda’s koers zakte daarentegen met ruim 3 procent.
Verder in het nieuws:
De Nederlands industrie vraagt Brussel om hulp om de verduurzaming op gang te helpen. Een coalitie van zeventig bedrijven en brancheverenigingen wil dat eurocommissaris Wopke Hoekstra, verantwoordelijk voor klimaatbeleid, bedrijven in Europa verplicht of stimuleert om groene producten te kopen. Volgens bedrijven als Shell, Chemelot en Eneco en koepel VNO-NCW is dat „essentieel” om de Europese industrie te redden. Als voorbeeld halen de partijen de regel aan dat benzineleveranciers 10 procent duurzame brandstoffen moeten bijmengen.
De huur in de middensector is sinds 1 juli gereguleerd, maar dat betekent niet dat de huren niet flink mogen stijgen. Omdat de maximale verhoging is gekoppeld aan de cao-loonontwikkeling plus 1 procentpunt, mogen middenhuurlonen volgend jaar 7,7 procent hoger zijn, schrijft NRC. In de vrije sector mag de verhoging maximaal 4,1 procent zijn (de inflatie). Wat de verhoging in de sociale sector mag worden, is onderdeel van verhitte onderhandelingen.
Minister Mona Keijzer is teruggefloten in de inmiddels beruchte kwestie rond de verplichting voor bouwbedrijven om nestkasten in te bouwen voor vogels en vleermuizen. Een nipte meerderheid van de Tweede Kamer wil vasthouden aan de regel. Keijzer, die op een missie is om ‘overbodige’ regels te schrappen, noemde de motie „bizar”, aldus het Financieele Dagblad.
Microsoft investeert flink om de voorsprong in de ontwikkeling van AI vast te houden. Volgens de Financial Times heeft het bedrijf, grootaandeelhouder van pionier OpenAI, twee keer zo veel voor AI geschikte chips gekocht van fabrikant Nvidia als ieder van zijn rivalen in de VS en China.
We kijken verder vandaag naar de Tweede Kamer, waar in de middag gestemd zal worden over verschillende moties over de toekomst van staatsbank Volksbank. Ook komen bankentoezichthouder ECB en verzekeraarsevenknie EIOPA met een statement over de onverzekerbaarheid van klimaatschade. Vanavond komt de Federal Reserve tot slot met het nieuwste rentebesluit in de VS.
Wil je het econonomieblog van gisteren teruglezen, met onder meer nieuws over Conimex en de (gestopte) strafzaak tegen BAM? Dat kan hier:
KPMG Nederland kreeg in april een boete van 25 miljoen dollar van de Amerikaanse toezichthouder PCAOB, vanwege de examenfraude die circa vijfhonderd medewerkers tussen 2017 en 2022 hadden gepleegd. Het was de hoogste boete die de PCAOB ooit heeft opgelegd. De Amerikaanse toezichthouder trok tijdens het onderzoek samen op met de Nederlandse, de AFM.
„Beschamend”, noemde topvrouw Stephanie Hottenhuis die straf toen al. De PCAOB was ook kritisch op haar rol: volgens de toezichthouder had de leiding van KPMG Nederland „gefaald” bij het promoten van een ethische bedrijfscultuur.
Aan het eind van dit bewogen jaar wil Hottenhuis in gesprek met NRC voor het eerst uitgebreid vertellen hoe haar organisatie en zijzelf de kwestie hebben beleefd, wat er intern allemaal overhoop werd gehaald en hoe KPMG nu probeert de bedrijfscultuur te verbeteren. Over de schikking met de toezichthouders zélf mag ze weinig zeggen, heeft ze tevoren gezegd. KPMG zou daar een nieuwe rechtszaak of boete mee riskeren.
Ze heeft „een harde les moeten leren”, zegt Hottenhuis tijdens het interview op het hoofdkantoor van KPMG in Amstelveen. Van een bestuurder die in de eerste plaats handelt op basis van vertrouwen, veranderde ze in een bestuurder die haar eigen medewerkers óók kritisch controleert. „Ik ben sadderand wiser geworden.”
Dat honderden KPMG-medewerkers zich schuldig maakten aan het delen van antwoorden bij verplichte toetsen, kwam voor haar in de zomer van 2022 als een grote schok. „Dat is zwaar. Maar uiteindelijk is het belangrijk dat we de misstand zelf hebben ontdekt. Hoe pijnlijk het oplossen ervan ook is, en in wat voor bizarre werkelijkheid je er ook mee terechtkomt.”
Tijdens de affaire stapte president-commissaris Roger van Boxtel op, nadat was gebleken dat hij een toets gedeeltelijk door een medewerker had laten invullen. Bestuurslid en hoofd audit Marc Hogeboom moest vertrekken omdat hij jarenlang niets tegen de examenfraude had gedaan en zich er volgens de PCAOB zelf meermaals aan schuldig had gemaakt. Hogeboom kreeg een boete van 150.000 dollar en mag nooit meer voor een groot accountantskantoor werken. Hottenhuis: „Over hen wil ik me voorzichtig uitdrukken, want zij hebben ook hun persoonlijke drama.”
Klokkenluidersmelding
De toezichthouders deden vanaf februari 2022 onderzoek naar examenfraude bij KPMG, maar de zaak kwam aan het rollen toen een klokkenluider zich in augustus van dat jaar meldde bij de compliance officer van het bedrijf. Die lichtte vervolgens Hottenhuis in. „Ik schrok enorm”, vertelt ze. Na die melding stelde KPMG een intern onderzoek in. Vanaf 2019 had de accountantsorganisatie in de Verenigde Staten, Australië en het Verenigd Koninkrijk al boetes gekregen vanwege examenfraude, maar Hottenhuis was er lang van overtuigd dat het in Nederland niet voorkwam.
„Elke keer stel je de vraag: kan het ook hier bij ons gebeuren? We hebben die vraag intern zeker drie of vier keer gesteld. Als bestuur kregen we steeds vertrouwenwekkende antwoorden. Er waren echt geen signalen. Bovendien kwamen er vanuit de internationale organisatie gestaag nieuwe maatregelen bij. Medewerkers kregen voorafgaand aan een toets de waarschuwing dat ze hem zelf moesten maken. Vanaf 2021 moesten ze daar na afloop ook voor tekenen.”
Toch bleek het ook hier misgegaan.
„Ja. Achteraf gezien misten wij de maatregel die wel echt werkt: de pakkans vergroten door actief te monitoren. En medewerkers laten weten dat de tolerantie echt nul is. Nul! Dat er anders sancties volgen, sancties die niet mals zijn. Je zag een enorme verandering in gedrag toen medewerkers dat eenmaal beseften.”
Welke verklaring gaven de frauderende medewerkers voor hun gedrag?
„Dat was echt van alles. ‘Ik wilde helpen’. Of: ‘ik dacht dat een collega in tijdnood kwam’, ‘Ik dacht dat ik loyaal was naar mijn team’, ‘De trainingen waren voor mij niet relevant’, ‘Ik ben het Engels niet machtig genoeg om die toetsen in het Engels te maken’, ‘Ik woonde met iemand samen en we maakten ze aan de keukentafel’. Mensen rationaliseerden het heel mooi voor zichzelf, niemand zei: ik ben niet integer geweest.”
Dat is toch pijnlijk?
„De schok was voor iedereen groot. Zeker voor de duizenden collega’s die er op geen enkele manier bij betrokken waren. Die stelden ook de vraag waarom wij het niet gezien hadden. Maar ik wil wel benadrukken dat ons systeem uiteindelijk heeft gewerkt. We hebben een klokkenluider gehad, die zich heeft durven melden. We zijn die persoon heel dankbaar. Je hebt mensen nodig die durven op te staan.”
Hoe wordt zo’n onderzoek aangepakt?
„We hebben kort na de melding een extern bureau ingeschakeld met ervaring op dit gebied, dat ging samenwerken met KPMG Forensic. We hebben ook gelijk een melding bij de toezichthouders gedaan, zowel bij de AFM als de PCAOB. Dat externe bureau begon met het ondervragen van het team waarover de melding was gedaan. Het werkte als een olievlek, we kwamen erachter dat het ging om meer dan één team. Toen hebben we besloten een zogeheten ‘legal hold’ te plaatsen, waarmee je het onderzoek kunt opschalen en zo e-mailverkeer en andere vormen van communicatie kunt inzien. Dat mag je niet zomaar als werkgever, je moet voldoende gerechtvaardigd belang hebben en eerst de ondernemingsraad geraadpleegd hebben.”
Wat dacht u toen?
„Als je erachter komt dat het niet om vijf mensen gaat, maar om zeker dertig, dan denk je: hell, hoe kan dit? Binnen twee maanden wisten we dat het wijdverbreid was. We hebben toen in december in ons jaarverslag gemeld dat er een onderzoek liep. In mei 2023 hadden we ontdekt dat over een periode van vijf jaar gemiddeld honderd medewerkers per jaar gefraudeerd hadden. We hadden het onderzoek klaar, dachten we. Toen kwam er een tweede klokkenluider, die een melding deed over iemand aan de top. En daarmee begon alles opnieuw.”
Dat het hoofd audit ook betrokken was kwam dus pas later aan het licht en niet bij het eerste onderzoek?
„Ja, dat was in juni 2023. Toen is er een persoonsgericht onderzoek ingesteld naar iedereen in de raad van bestuur en de raad van commissarissen. Op dat moment dacht ik nog dat het onmogelijk was, dat het niet waar kon zijn. Maar ook dat ik het onderzoek moest afwachten. Niemand is schuldig totdat het tegendeel is bewezen.”
Hoe snel werd duidelijk dat u belazerd was?
„Niet heel snel. Het was een zeer uitgebreid onderzoek, door een ander bureau dan het eerste. Dat is een tijdrovend proces. Van alle bestuurders werden echt alle communicatiemiddelen en apparaten binnenstebuiten gekeerd. E-mails, appverkeer, foto’s; alles werd onderzocht. Er werden meerdere interviews gehouden, want wederhoor is noodzakelijk. Dat duurde een paar maanden.”
De PCAOB schreef in het schikkingsbesluit dat Hogeboom in december 2022 aan u meldde dat hij betrokken was geweest bij een incident met het delen van antwoorden en vindt dat u dat toen al had moeten melden bij de toezichthouder. Waarom ging er bij u toen geen alarmbel af?
„Als ik die vraag beantwoord, dan zou ik toch iets over de schikking zeggen. Daarom kan ik hier geen commentaar op geven.”
Hoe lastig is het om een team bij elkaar te houden, als het hele bestuur onderwerp van onderzoek is?
„Dat was absoluut een heel moeilijke periode. We waren nog bezig met het bestraffen van het laatste groepje medewerkers. We wilden ook duidelijk maken dat we collectief gefaald hadden: dit hadden we met zijn allen moeten voorkomen. En dan blijkt de raad van bestuur ineens zelf onderwerp van onderzoek. Dan moet je mensen wel het gevoel geven dat er rechtvaardigheid heerst, dat ook wij goed en onafhankelijk worden onderzocht. Als dan vervolgens de voorzitter van de raad van commissarissen en een collega uit de raad van bestuur moeten aftreden, dan zorgt dat voor een enorme spanning.”
Hoe ging u met die spanning om?
„Ik had een mantra: op de business blijven focussen en kalm blijven.”
Hoe deed u dat? Reageerde u zich af door te sporten, of keihard muziek te draaien?
„Ik was die zomer aan het morren thuis. We zouden gaan wandelen in Schotland. Ik zei tegen mijn man dat ik daar geen zin in had, mijn hoofd zat vol en ik wilde niet weg. Hij hielp mij enorm door op dat moment zijn been te breken. Dat was natuurlijk heel naar, maar het hielp mij dat we niet hoefden te gaan. En ik voelde uitgebreid steun van klanten, van partners, van medewerkers. Ik kreeg heel veel appjes en mailtjes.”
Roger van Boxtel zei na zijn aftreden als president-commissaris in juni 2023 tegen de Volkskrant dat hij uit tijdnood iemand anders zijn toets had laten invullen. Wat vindt u van die uitleg?
„We hebben dat allemaal kunnen lezen. Daar moet ik het bij houden.”
Accountants klagen wel vaker over tijdsdruk. Zou dat hierbij een rol mogen spelen?
„Nee, natuurlijk niet. Nul is nul. Maar nogmaals, ook voor hem is het een persoonlijk drama. Hij heeft zijn consequenties getrokken. Wat moet daar nog meer over gezegd worden?”
Hoeveel van de vijfhonderd accountants die gefraudeerd hebben, moesten vertrekken of zijn op andere manieren gestraft?
„Iedereen is bestraft, maar het varieert hoe. Bij de hele lichte gevallen zijn er norm-overdragende gesprekken gevoerd. Er zijn mensen berispt, sommigen kregen financiële boetes. Anderen is promotie ontzegd. En we hebben een handvol mensen gevraagd om te vertrekken, door het vertrouwen in ze op te zeggen. Dat zijn mensen die een actievere rol hebben gespeeld [bij het uitwisselen van antwoorden]. Hun dienstverband is tot een einde gekomen via een vaststellingsovereenkomst.”
Hottenhuis kijkt inmiddels weer vooruit. Ze wijst op de goede resultaten die KPMG Nederland dit jaar heeft geboekt, en deze woensdag in zijn jaarverslag publiceert. De omzet is met ruim 8 procent gegroeid naar 771 miljoen euro, de nettowinst komt op 118 miljoen uit. „Dat is het grootste bewijs dat we met zijn allen onze schouders eronder hebben gezet. Als jullie de resultaten vergelijken met die van de rest van de sector, zul je zien dat wij het hardste groeien. Ondanks deze affaire.”
Bij het bekendmaken van de schikking in april hekelde de AFM de „cultuur waarin examenfraude kon ontstaan en lang onopgemerkt kon blijven”. Wat doet u eraan om die te veranderen?
„We hebben de hele zomer gesprekken gevoerd, in kleine teams. Dialogen over onze waarden. Welke aspecten vind je goed? Welke wil je veranderd zien? Dat heeft een maand of vier gelopen, intussen deed ook een extern bureau onderzoek naar de cultuur. Nu voeren we het gesprek op basis van twee elementen: integriteit en aanspreekcultuur. Herken de situaties wanneer je integriteit op de proef wordt gesteld. En leer elkaar op een ontspannen manier over dingen aan te spreken. Weg van het idee van: ik ben aan het verklikken, of wat dan ook. Als we eerder klokkenluiders hadden gehad, waren er ook eerder maatregelen genomen. En dan hadden we deze beschamende situatie niet gehad.”
Durft u te garanderen dat er binnen KPMG Nederland geen antwoorden op toetsen meer gedeeld worden?
„Het antwoord daarop is: ja. Voor nu, want we zijn nooit klaar. We monitoren nu met zichtbare en onzichtbare middelen of toetsen goed worden uitgevoerd. Ik krijg ieder kwartaal te horen wat daaruit is gekomen. We moeten het blijven ontwikkelen, want de manieren om te kunnen frauderen veranderen, bijvoorbeeld door de komst van AI. We moeten de hele tijd screenen wat er aan nieuwe ontwikkelingen in de wereld opduikt.”
KPMG staat niet alleen. Bij alle grote advies- en accountantskantoren zijn gevallen van examenfraude geconstateerd en lopen er onderzoeken. Wat zegt dat over de cultuur in de hele sector?
„Die andere kantoren moeten hun onderzoeken nog afronden, ik kan daar niets over zeggen. Maar ik kan wel zeggen dat mijn onbevangenheid over het onderwerp volledig weg is. Dit gebeurde gewoon. We moeten het mensen die van de universiteit komen echt uitleggen. Ze komen hier te werken in een omgeving waar je op geen enkele manier de schijn van misstanden kan laten bestaan. We zijn er ook nooit klaar mee, we kunnen niet achteroverleunen met de maatregelen die we nu hebben getroffen. Je moet continu opletten, dat is wat ik heb geleerd.”