Het was de slechtste beursdag ooit voor de Japanse Nikkei-index, met een verlies van 13 procent en een korte stillegging van de handel. En toen moest de beursdag in de Verenigde Staten en Europa nog beginnen.
Wereldwijd verkochten beleggers maandag massaal aandelen, nadat daar vrijdag al een voorzet voor was gegeven. In korte tijd is de vrees voor een recessie in de Verenigde Staten flink toegenomen op financiële markten, door slechte economische cijfers gecombineerd met een hoge rente. Dat komt boven op een verkoopgolf van techaandelen die al langere tijd gaande is.
Tel daar de spanningen tussen Israël en Iran bij op en je hebt een wereldwijde cocktail die de aandelenmarkten laat dalen. De AEX-index daalde maandag met bijna 4 procent. Een belangrijke ‘volatiliteitsindex’ van de Amerikaanse aandelenmarkt, een soort graadmeter voor paniek, bereikte maandag het hoogste punt sinds het begin van de coronacrisis.
Toen om 15.30 uur Nederlandse tijd de Amerikaanse beurzen opengingen, bleken ook daar de verliezen fors. De S&P500-index koerste meteen meer dan 3 procent lager, de Dow Jones-index 2,5 procent. Dat de Japanse beurzen extra sterk daalden, lijkt te maken te hebben met de hoge stand van de yen, die de zorgen over de economie in het Aziatische land extra aanwakkert: de dure munt belemmert export voor Japanse bedrijven.
Vrees voor recessie
Directe aanleiding voor dit alles was een teleurstellend rapport vrijdag over de Amerikaanse arbeidsmarkt. Nadat eerder in de week de Amerikaanse industrie al met lage productiecijfers was gekomen, volgden slechte cijfers over banen. Analisten hadden gerekend op 175.000 nieuwe arbeidsplaatsen in juli, maar dit waren er slechts 114.000. De werkloosheid steeg tot 4,3 procent, het hoogste percentage in drie jaar.
De cijfers, die gelden als belangrijke graadmeter voor de economie, volgden op al langer sluimerende zorgen over het koopgedrag van Amerikaanse consumenten. Er zijn signalen, zoals slechte halfjaarcijfers van bedrijven als McDonald’s en Kraft Heinz, dat zij minder geld aan het uitgeven zijn.
De arbeidsmarktcijfers leken te bevestigen dat het met de economie niet de goede kant op gaat. Zo ontstond vrijdag en gedurende het weekend flinke recessievrees. Die raakt alle bedrijven op de beurs hard, maar met name de techsector.
Juist de ondernemingen die tot voor kort bekend stonden als beurslieveling, zoals chipontwerper Nvidia, kregen grote verliezen te verwerken: min 15 procent op maandag, in dit geval. Amazon verloor maandag 6 procent.
Al langer dalende koersen
Heel juli is al sprake van dalende koersen van bijvoorbeeld Alphabet (moederbedrijf van Google), Amazon, Nvidia en Microsoft. Deze bedrijven hebben maandenlang veel geld gepompt in toepassingen van kunstmatige intelligentie (AI). Daar zijn beleggers nu plots wat sceptisch over. De investeringen leveren minder snel dan verwacht resultaat op, terwijl de kosten wel enorm hoog zijn, zo bleek de afgelopen weken uit veel halfjaarcijfers.
Angstige beleggers willen nu zo snel mogelijk af van deze bedrijven. Vrijdag al sloot de Nasdaq-index voor techbedrijven 2 procent lager, maandag was dat opgelopen tot bijna 4 procent. In totaal gingen er bij de grote techaandelen honderden miljarden dollars aan beurswaarde verloren.
Kritiek op Amerikaanse centrale bank
Temidden van al het beursgeweld richtten critici al snel de blik op de Federal Reserve, de Amerikaanse centrale bank. Woensdag had deze laten weten de rente in de VS stabiel te houden en gezegd tot in september sowieso niks te doen. Volgens sommigen was dat geen goede reactie op een economie die al eerder tekenen van afkoeling begon te laten zien: de bank had de rentes moeten laten dalen, om geld lenen voor consumenten en bedrijven goedkoper te maken en daarmee een kickstart te geven aan de economie.
„Ze hebben een fout gemaakt”, zei Mark Zandi, hoofdeconoom bij kredietbeoordelaar Moody’s vrijdag tegen de Financial Times.
Is er nu echt iets fundamenteels aan de hand met de wereldeconomie, of is er vooral sprake van een correctie op hard gestegen aandelenmarkten waar een kleine AI-bubbel wat leegloopt? De visies daarop liepen maandag uiteen. Sommige analisten benadrukten dat één banenrapport nog niet veel zegt, vooral niet in de vaak wat atypische zomermaanden.
Analisten van zakenbank Goldman Sachs verhoogden zondag in een analyse de kans op een recessie in de VS van een eerdere 10 procent naar 25 procent, maar voegden er ook een trits nuanceringen aan toe. Zo zou er met de onderliggende data van de Amerikaanse economie nog weinig aan de hand zijn. Dat echode woorden van Fed-voorzitter Jerome Powell van afgelopen woensdag, toen hij zei dat „het simpelweg niet in de data te zien is” dat de Amerikaanse economie een harde afslag omlaag aan het nemen is.
Analisten houden er in ieder geval rekening mee dat de Fed bij de volgende renteverlaging een grote stap zal nemen, van mogelijk een half procentpunt. Of, heel misschien, zelfs nog eerder een noodgreep-rentedaling zal doorvoeren. Maar dat is uiterst zeldzaam, en daarvoor moet de centrale bank wel heel sterk geloven in een probleem in de economie. Het is sterk de vraag of ze daar genoeg bewijs voor ziet.