Rapport: cultuur accountants belemmert noodzakelijke verbeteringen

De behoudende cultuur binnen accountantsbedrijven belemmert de verbetering van de sector. Dat concluderen twee kwartiermakers die in opdracht van het ministerie van Financiën afgelopen 3,5 jaar de accountancysector hebben onderzocht en die hebben ‘aangejaagd’ om verbeteringen door te voeren.

De twee kwartiermakers, voormalig bestuursvoorzitter van de Autoriteit Consument en Markt Chris Fonteijn en Marlies de Vries, voormalig registeraccountant en assistent-professor Behavioural Risk Management aan de Nyenrode Business University, overhandigden hun eindrapportage over de sector dinsdag in Den Haag aan demissionair minister van Financiën Sigrid Kaag (D66). Zij concluderen dat de accountancysector „zwaar onder druk staat”.

Het imago van de sector is niet goed, mede door verschillende schandalen. De aanwas van jonge volledig opgeleide accountants stokt. Accountants krijgen er meer taken bij en ondertussen is de prikkel binnen de accountancybedrijven er nog vooral op gericht om productie te draaien.

De kwartiermakers vinden dat er geen nieuwe regels nodig zijn, maar dat de accountants zelf meer tegendruk moeten geven. Daarvoor is echter een „onafhankelijke houding” en een „professioneel-kritische instelling” nodig. „We zien dat veel individuele accountants gemotiveerd en van goede wil zijn”, stelde De Vries. „Maar we zien dat de sector als geheel traag en risicomijdend is.”

Ontvangstspeech

De kwartiermakers deden ook onderzoek naar het mogelijk opknippen van accountantskantoren. Nu worden binnen de muren van met name de grotere kantoren als EY, PwC, KPMG en Deloitte zowel advies aan bedrijven gegeven als controles uitgevoerd of de cijfers van een bedrijf wel goed zijn en welke risico’s een bedrijf loopt. In het verleden is meermaals gesuggereerd dat een opsplitsing van die taken de kwaliteit van de accountantscontrole zou kunnen verbeteren.

De kwartiermakers zien echter dat daar op dit moment geen grond voor is: eventuele voordelen van splitsing wegen niet op tegen de nadelen, zoals meer financiële onzekerheid. Met advies verdient een kantoor meer dan met accountancywerk.

Fonteijn en De Vries kregen hun opdracht in 2020 van Kaags voorganger Wopke Hoekstra (CDA), nadat er een aantal zeer kritische rapporten was verschenen over de accountants en de kwaliteit van de wettelijke controle. Die rapporten werden op hun beurt weer opgesteld naar aanleiding van een aantal schandalen waarbij accountants hadden gefaald in hun controlefunctie, zoals bij de val van DSB Bank en fraudes bij Ahold, Vestia en Ballast Nedam.

De kwartiermakers riepen in hun speech de sector op om nu echt eens op te houden met eindeloos consulteren en echt aan de slag te gaan met de vele aanbevelingen die er al liggen.

Minister Kaag beaamde dat in haar ontvangstspeech: „Polderen is soms goed. Maar soms wordt er gepolderd om geen besluit te nemen of om de laagste gemene deler te vinden. De sector moet nu niet zeggen: we gaan nog meer onderzoeken. Nee, die moet zeggen: we gaan handelen. Versnellen in de uitvoering. Ik doe daarbij een beroep op uw beroepseer.”