De gevolgen voor duizenden meisjes en vrouwen die tussen 1956 en 1984 hun baby moesten afstaan, zijn onvoorstelbaar groot en duren tot op de dag van vandaag voort. Ook vaders en adoptiegezinnen ondervonden nadelige gevolgen. Dit concludeert de commissie-De Winter na drie jaar onderzoek naar binnenlandse afstand en adoptie.
Na een eerste verkenning in 2017, liep een uitgebreider vervolgonderzoek in 2021 faliekant mis door grove privacyschendingen, waarna commissie-De Winter vanaf 2022 helemaal opnieuw moest beginnen. Die klus is nu voltooid. Het resultaat: een uitgebreid, historisch onderzoeksrapport over wat zich heeft afgespeeld, hoe dat kwam en wat dat voor mensen heeft betekend.
Uit dat rapport Schade door Schande, dat donderdag is aangeboden aan demissionair staatssecretaris Rechtsbescherming Teun Struycken (NSC), blijkt dat alleen al zo’n dertien- tot veertienduizend vrouwen één of meerdere kinderen afstonden. Met alle kinderen, vaders en adoptiegezinnen erbij gaat het om tienduizenden betrokkenen.
De druk die werd uitgeoefend was „vrijwel onontkoombaar”, aldus het rapport. Die kwam vanuit families die bang waren voor schande, hulpverleners die deze druk versterkten en psychiaters die ongehuwd zwanger-zijn bestempelden als een stoornis. De invoering van de adoptiewet in 1956 creëerde ‘een perfecte storm’ van omstandigheden, aldus commissievoorzitter Micha de Winter, emeritus-hoogleraar Pedagogiek.
Lees ook
Afstandsmoeder Ellen Venhuizen vond haar afgenomen dochter terug: ‘Toen ik haar rook wist ik meteen: dit is helemaal mijn kind’
U bent drie jaar met dit onderzoek bezig geweest: wat is de belangrijkste conclusie?
„Hoe onvoorstelbaar groot de gevolgen zijn geweest. Bij alle besluiten rondom afstand en adoptie hadden de ongehuwd zwangeren, verwekkers en kinderen niet of nauwelijks een stem. Er is grote schade aangericht door de beslissingen die over hen zijn genomen. Het begon eigenlijk altijd in de families, ongehuwd zwangerschap werd ervaren als een enorme schande die de hele familie raakte. Een vrouw zei tegen de commissie: Ik wist wat me te doen stond. Ik had geen keuze behalve ons gezin in de afgrond storten wanneer ik de baby zou houden.”
Hoe uitgebreid was dit onderzoek?
„Er zitten meer dan duizend bladzijden documentatie achter het eindrapport. We hebben met ruim driehonderd mensen gesproken: afstandsmoeders, afgestane kinderen, adoptieouders, afstandsvaders. We hebben driehonderd dossiers onderzocht van de Raad voor de Kinderbescherming en het Fiom, waar destijds waar 144 instellingen voor ongehuwde moederzorg bij waren aangesloten. Er is ongelooflijk veel informatie naar boven gekomen.”
Om schande te voorkomen, moest het ‘probleem’ worden uitgebannen: dochters werden opgesloten, weggestuurd of verstoten
U spreekt over een ‘perfecte storm’. Hoe zag die eruit?
„Om de schande te voorkomen moest het ‘probleem’ worden uitgebannen: dochters werden opgesloten, weggestuurd of verstoten. De maatschappelijke druk werd versterkt door psychiaters die religieuze moraal ombogen tot psychische ziekte. Zij zeiden: die meisjes zijn niet zondig, maar psychisch labiel en ongeschikt voor het moederschap. Ik ben zelf vader van een dochter en kan me heel moeilijk verplaatsen in een vader die tegen zijn zwangere dochter zegt: als jij dat kind niet afstaat, wil ik je nooit meer zien. Dat is op grote schaal gebeurd, en die meisjes werden gewoon ontworteld, zo groot was de sociale druk.”
U hoorde zelfs over een psycholoog die beweerde dat meisjes die zich verzetten tegen afstand júíst ongeschikt waren voor het moederschap.
„Een psycholoog in huize De Bocht, een tehuis voor ongehuwde moeders, zei: meisjes die zich heel erg verzetten tegen afstand, zijn precies degenen die het ongeschiktst zijn voor het moederschap, want dat zijn meisjes die vanuit hun eigen gebrek aan moederliefde kiezen voor dat kind. En meisjes die wel meegaan met de afstandsprocedure, zijn eigenlijk de meest moederlijke types. Een heel merkwaardige paradox.”
Veel betrokkenen hoopten dat dit rapport meer duidelijkheid zou geven over wie verantwoordelijk waren voor deze afstandsprocedures. De commissie wil het aanwijzen van schuldigen en slachtoffers echter voorkomen. Waarom?
„Wij hebben historisch onderzoek gedaan, en dat leidt tot het aanwijzen van een aantal partijen die met elkaar verantwoordelijk zijn geweest. Dat is iets anders dan juridische schuld. Er waren wel patronen, maar er is niet één hoofdschuldige in dit verhaal. De verantwoordelijkheid is verspreid geweest over meerdere personen en instanties: ouders, familie, lokale gemeenschap, huisartsen, geestelijken, maatschappelijk werkers, psychiaters. Bij elke vrouw liep dit complexe geheel van beïnvloeding weer anders.”
Maar u vond wel ‘afstandsverklaringen’ in een vijfde van de dossiers: documenten zonder juridische waarde die werden gebruikt om vrouwen onder druk te zetten.
„Klopt. Afstand doen is, in tegenstelling tot adoptie, niet verankerd in de wet. Maar instellingen lieten vrouwen toch een verklaring tekenen. Die documenten hadden geen enkele juridische waarde, maar veel vrouwen geloofden van wel. Voor sommige vrouwen was weigeren te tekenen het enige machtsmiddel dat ze nog dachten te hebben.”
In een eerdere rechtszaak, van afstandsmoeder Trudy Scheele-Gertsen en Bureau Clara Wichmann tegen de staat, betoogden de advocaten dat instellingen zoals de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) de wettelijke taak hadden ongehuwde moeders te beschermen. Hoe kijkt u daarnaar?
„Ik denk dat dit soort instellingen een enorme blinde vlek hebben gehad. De adoptiewet die in 1956 werd ingevoerd en voor het eerst definitieve scheiding tussen moeder en kind juridisch mogelijk maakte, was neergezet als een kinderbeschermingswet, niet als bescherming voor de moeders. Onder meer de raden waren zo gefocust op wat zij definieerden als ‘het belang van het kind’ dat het belang van de biologische moeders op de achtergrond stond. Ze zagen wel aankomen dat er druk zou komen op jonge vrouwen, maar hebben die beschermingstaak kennelijk niet zo opgevat. Terwijl die moeders vaak minderjarig waren, dus feitelijk zelf ook nog kinderen.”
Dat maakt de raden dan toch medeverantwoordelijk?
„Je zou je kunnen afvragen: wie er geen verantwoordelijkheid heeft gehad? Het was niet onze taak juridisch onderzoek te doen naar schuld, maar te laten zien hoe een heel systeem tekortschoot.”
„Er waren patronen, maar één hoofdschuldige is niet aan te wijzen. De verantwoordelijkheid was verspreid over meerdere personen en instanties”
De rechter in de zaak van Scheele-Gertsen oordeelde onder meer dat de RvdK zich destijds mocht laten beïnvloeden door de tijdgeest. U verwerpt dat tijdgeestargument.
„Er was niet één tijdgeest, er waren verschillende tijdgeesten. Ook toen waren er mensen, professionals en leken, die tegen het doen van afstand waren. Bijvoorbeeld omdat men vond dat je de biologische band tussen moeder en kind niet mocht verbreken. Er waren socialisten die het belachelijk vonden dat er onderscheid werd gemaakt tussen gehuwde en ongehuwde moeders. Die kritische stemmen raakten ondergesneeuwd.”
De commissie doet zestien aanbevelingen, waaronder opname in de Canon van Nederland en een ‘moederbrief’ die vrouwen aan hun dossier kunnen toevoegen. Via zo’n brief kunnen moeders hun eigen verhaal toevoegen aan de dossiers die over hen werden aangelegd: waarom ze afstand moesten doen, wat werkelijk gebeurde. Het geeft hen de stem terug die ze werd weggenomen.
Wat maakt dat u geen publieke excuses in de aanbevelingen heeft opgenomen?
„Excuses kunnen heel leeg en vrijblijvend zijn. Ze krijgen pas waarde als er echt naar wordt gehandeld. Wij willen graag dat partijen die een rol hebben gespeeld kritisch naar hun eigen geschiedenis kijken, daar consequenties uit trekken. Dat geldt voor organisaties, maar ook voor de overheid. De belangen en behoeften van de betrokkenen zijn bovendien zeer uiteenlopend en soms zelfs onderling tegenstrijdig. Zo zou het kunnen dat een moeder geen behoefte heeft aan excuses, maar haar afgestane kind die erkenning wel nodig heeft.”
Wat hoopt u dat uw rapport teweegbrengt?
„Het onrecht spat van iedere pagina van het rapport. Er is dwars over belangen en gevoelens van mensen heen gewalst. Het is nu uitgebreid gedocumenteerd en voor niemand meer te ontkennen. Ik hoop dat het betrokkenen helpt gevoelens van schaamte en schuld los te laten. Want de les is eigenlijk heel simpel: we moeten terughoudend zijn om onze ideeën over wat een goed leven is op te leggen aan anderen, als we die anderen zelf niet aan het woord laten.”
Lees ook
Tweede Kamer erkent unaniem leed van afstandsmoeders en kinderen. Haast is geboden voor herstel, zeggen betrokkenen
