De Amerikaanse rapper Sean Combs, beter bekend onder zijn artiestennaam Diddy, is maandagavond gearresteerd in New York. Dat meldenThe New York Times en andere Amerikaanse media.
Combs is een bekendheid in de muziekwereld. Als artiest en producer werkte hij samen met onder meer Britney Spears, David Bowie en Mariah Carey. Daarnaast is hij eigenaar van de platenmaatschappij Bad Boy Records, waarmee hij muziek uitbracht van onder meer Faith Evans en The Notorious B.I.G.
In november vorig jaar kwam Combs onder vuur te liggen omdat zijn ex-vriendin Casandra Ventura hem had aangeklaagd wegens seksuele en fysieke mishandeling. Sindsdien werd hij nog vijf keer aangeklaagd voor seksueel misbruik, en drie keer voor seksueel wangedrag.
In maart deed justitie meerdere invallen bij panden van Combs. Nu is de rapper dus ook formeel in staat van beschuldiging gesteld. De aanklacht wordt waarschijnlijk pas dinsdagmiddag (Nederlandse tijd) openbaar gemaakt, maar één van Combs’ advocaten zegt tegenover The New York Times dat het volgens hem gaat om afpersing en mensenhandel.
Lees ook
R. Kelly opnieuw schuldig bevonden in misbruikzaak
Steeds meer Nederlanders trekken hun portemonnee met Black Friday, eind november, en dat speelt zich voor een groot deel online af. Voor webshops is dit hét startschot voor de lucratieve feestdagen. En dat zorgt voor een schaduwkant: webshopfraude neemt toe.
Om consumenten te waarschuwen lanceerde de politie daarom afgelopen week een nepwebshop, pakjedealsnu.nl. De niet van echt te onderscheiden site biedt torenhoge kortingen op onder andere fatbikes, telefoons en spelcomputers. Zodra je een product in de ‘winkelwagen’ plaatst, volgt een waarschuwing van de politie. Hoe zorg je ervoor dat je zelf geen slachtoffer wordt? Vier vragen en antwoorden over webshopfraude.
1. Hoe vaak komt webshopfraude voor?
Ruim 15.000 mensen deden tot november van dit jaar aangifte om webshopfraude, meer dan in heel 2023. Zij verloren daarbij gezamenlijk ruim 3,5 miljoen euro. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek ligt het daadwerkelijke aantal slachtoffers een stuk hoger, en was vorig jaar zo’n 9 procent van de bevolking slachtoffer van online oplichting en fraude. Niet gek als je kijkt hoeveel mensen wel eens wat online kopen: zo’n acht op de tien Nederlanders.
Volgens Rolf van Wegberg, onderzoeker cybercrime aan de TU Delft, gaat het vooral om aankoopfraude. „Kortingen op webwinkels zijn heel normaal in deze tijd van het jaar. Op nepwebwinkels vind je vooral kortingen op elektronica, omdat die vaak hoge standaardprijzen hebben. Voor criminelen kost het opzetten van zo’n website maar een paar euro, dus als ze maar één iemand oplichten, halen ze er al veel geld uit.”
2. Waaraan herken je webshopfraudeurs?
Bij Black Friday draait het om kortingen, maar er zijn grenzen. „Als een aanbieding te mooi lijkt om waar te zijn, is dat vaak ook het geval”, schrijft de politie. De frauduleuze webshops bieden vaak onrealistisch lage prijzen om klanten te lokken.
Voor Van Wegberg is de betaalmethode het belangrijkste handvat om er achter te komen of een winkel veilig is. „Grote partijen als Bol en Amazon maken gebruik van bepaalde betalingsverwerkers, zoals Adyen en Mollie, en die doen een hele strenge klantselectie. Dus op het moment dat je alleen maar bijvoorbeeld met bankoverschrijving kan betalen of met PayPal, dan zegt dat een hoop.”
Kijk ook of de website technisch gezien veilig is: begint het webadres van de webwinkel niet met ‘https://’, dan is er geen beveiligingscertificaat en kunnen online-criminelen er met je gegevens vandoor gaan. Andere zaken om goed in de gaten te houden zijn de leeftijd van de website. Oplichters kunnen de site bijvoorbeeld vlak voor Black Friday online hebben gezet. Hetzelfde geldt voor de reviews die je via Google leest. Als een webshop géén recensies heeft, dan is dat een risico.
3. Hoe weet je of de webshop waarop je surft veilig is?
Als je zoekt op informatie over het bedrijf, kijk dan of er een btw-nummer of inschrijvingsnummer bij de Kamer van Koophandel wordt gedeeld. Het kan zijn dat oplichters het KvK-nummer van een ander bedrijf gebruiken om goede sier te maken, dus dit is geen absolute garantie.
In de database van de politie of via de ScamCheck kun je kijken of er eerder aangiftes of negatieve ervaringen rond webshops zijn geweest. Andere manieren om te checken hoe betrouwbaar een website is, is aan de hand van keurmerken als Thuiswinkel Waarborg. Dat een webshop de logo’s van die keurmerken op de site heeft, betekent overigens niet dat ze daadwerkelijk te vertrouwen zijn: kijk op de sites van de keurmerken in kwestie of webwinkels daadwerkelijk doorgelicht zijn.
Kijk ook of er reviews zijn op sites met onafhankelijke beoordelingen, waar experts en andere consumenten hun ervaringen delen. Is er niets te vinden over de webwinkel waar je iets wil kopen? Of juist heel veel negatieve reviews? Kijk dan vooral verder.
4. Is webshopfraude in de loop der jaren veranderd?
Volgens onderzoeker Van Wegberg is vooral de ondergrondse digitale economie veranderd, oftewel het dark web waar criminelen actief zijn. „Daar vind je heel snel bouwpakketten voor malafide webshops”, zegt Van Wegberg. „Je hoeft niet zelf te weten hoe je een website bouwt. Je hoeft ook niet iemand te kennen die een website bouwt. Bij die pakketten zit gewoon een handleiding met wat je moet doen. Daarmee is het makkelijker geworden om dit soort webwinkels even snel in de lucht te zetten en weer offline te halen.”
Preventief optreden en bewustwording creëren is volgens de onderzoeker het beste recept. En, voor wie wil profiteren met kortingen op aankopen voor de feestdagen, goed kijken waar je je geld uitgeeft.
Zul je net zien: Kerst staat voor de deur – een afschuwelijke feestdag voor afschuwelijke mensen – en dan klieft je domme zusje ook nog eens haar hoofd in tweeën op de rand van haar badkuip. Het overkomt Carola (Nandi van Beurden), eigenaar van Carola’s Christmas Shop, voorheen Carels Christmas Shop. Rechtstreeks naar de hemel kan zusje Christel (Suzan Seegers) niet: ze moet zich eerst nog een laatste keer tegen Carola aan bemoeien.
Op Kerstavond meldt Christels spook zich daarom bij haar grote zus in huis om daar te verkondigen dat Carola bezocht zal worden door drie geesten. Die ervaring zal haar ervan moeten overtuigen haar leven te beteren. Daar zal wel een hoop overtuigingskracht voor nodig zijn, want Carola lijkt niet meteen onder de indruk van Christels spookverschijning. Al zal ze haar zusje (tevens haar werknemer) wel missen in de winkel. Carola: „Niemand maakt zo’n goede cappuccino als jij.”
In kerstmusical A XXXmas Carola is Carola een botte, gierige, ijskoude zakenvrouw met een hekel aan Kerst. Dat maakt haar de vrouwelijke tegenhanger van Ebenezer Scrooge, de hoofdpersoon van Charles Dickens’ A Christmas Carol, het verhaal waar A XXXmas Carola op is geïnspireerd. Wel kreeg de musical de ondertitel Precies zoals Dickens het nooit bedoeld heeft mee, dus verwacht geen adaptatie die al te loyaal blijft aan het bronmateriaal.
Sterrencast
Wat je wél van A XXXmas Carola kunt verwachten is een vijfkoppige sterrencast (naast Van Beurden en Seegers zijn ook Jeremy Baker, Thomas Cammaert en Luuk Haaze van de partij) die uitblinkt in vrolijke, meerstemmige nummers, waaronder veel bewerkingen van bekende kerstliedjes. Zowel de nummers als de grapjes volgen elkaar in rap tempo op in het script van Allard Blom. In de eerste scènes is het wel even wennen aan de dik aangezette humor, met een hoofdpersoon die veel weg heeft van een snauwerige Disneyfilm-slechterik. Carola lijkt zelfs te zijn vormgegeven als Cruella de Vil, geheel in het zwart-wit, terwijl de overige personages zich hullen in rood-groene sjaals en truien.
Naarmate Carola’s voorgeschiedenis wordt onthuld, wordt het personage minder eendimensionaal. Dat wil niet zeggen dat A XXXmas Carola een bijzonder gelaagd geheel is – qua plot en sentimentaliteitsgehalte komt het verhaal vrij dicht in de buurt van de Hallmark-films die deze maanden iedere avond op ‘Christmas Channel’ RTL8 te zien zijn. Al Carola’s herinneringen, trauma’s en dromen draaien om mannen. Maar op vrijwel alle andere vlakken dan het plot is de musical origineel en creatief; van de bij vlagen harde humor tot de catchy liedteksten. Ook naar de muziek van Sam Verhoeven kun je blijven luisteren. Vooral de kerstrevue, een jaarlijkse traditie van Carola’s vader, zit zo goed in elkaar dat het jammer is dat hij maar een paar minuten duurt. Het decor – dat bestaat uit huisjes op kniehoogte die regelmatig van plaats wisselen of eventjes in de lucht zweven – zorgt intussen voor een sprookjesachtige sfeer.
Het maakt dat je je gewillig overgeeft aan het suikerzoete einde waar A XXXmas Carola onvermijdelijk op afstevent. Zo’n suikerzoet einde is ook best lekker. Af en toe. Met Kerst, bijvoorbeeld.
Na een chaotische zaterdag waarop conferentievoorzitter Azerbeidzjan langzaam de greep op de onderhandelingen verloor, is er op de klimaattop in Bakoe, in de nacht naar zondag toch nog een akkoord bereikt. Rijke landen zijn bereid in 2035 „ten minste een bedrag van 300 miljard dollar per jaar” beschikbaar te stellen voor klimaatbeleid in ontwikkelingslanden. Dat is het drievoudige van wat er nu jaarlijks wordt betaald. Het is het compromis waartoe de rijke landen nog net bereid waren, en dat voor de arme landen nog net niet voelde als een totale mislukking.
De onderhandelingen over de hoogte van dit bedrag kwamen uiteindelijk pas vrijdagmiddag om 16.00 uur, twee uur voor het formele einde van de top, op gang. Toen kwam de voorzitter met een serieuze onderhandelingstekst over klimaatfinanciering, hét onderwerp van deze 29ste klimaatconferentie (COP29).
Twaalf dagen lang deden allerlei ontwerpteksten de ronde, maar die waren voor niemand erg geloofwaardig. De rijke, geïndustrialiseerde landen hielden, tot frustratie van de ontwikkelingslanden, hun financiële kaarten stevig tegen de borst.
1.300 en 250 miljard dollar
Vrijdagmiddag stonden er dan toch concrete bedragen voor hulp aan arme landen in de ontwerptekst. Twee, om precies te zijn. Het hoofdstuk over het financieringsdoel begon met een bedrag van 1.300 miljard dollar per jaar vanaf 2035. Dit is wat ontwikkelingslanden volgens de meeste experts over tien jaar ongeveer nodig hebben voor hun klimaatbeleid. In de tekst worden alle landen opgeroepen ervoor te zorgen dat dit geld beschikbaar komt. Zo’n vrijblijvende ‘oproep’ aan iedereen betekent in VN-taal zoiets als: dat gaat niet gebeuren.
De volgende paragraaf was daarom veel belangrijker. Hier was sprake van een „besluit”: in 2035 zal jaarlijks 250 miljard dollar beschikbaar komen voor klimaatactie in ontwikkelingslanden. In een bijzin staat dat rijke landen daarbij het voortouw nemen. Het geld mag overal vandaan komen, uit publieke of private middelen, via bilaterale of multilaterale afspraken, in de vorm van leningen, met hulp van ontwikkelingsbanken of uit „alternatieve bronnen”.
Volgens de Panamese hoofdonderhandelaar leek het wel of ‘de ontwikkelde wereld wil dat de planeet verbrandt’
Ontwikkelingslanden vonden die 250 miljard „een belediging” en onacceptabel, zij eisten ten minste 500 miljard per jaar. Volgens de Panamese hoofdonderhandelaar leek het wel of „de ontwikkelde wereld wil dat de planeet verbrandt”. Ook de vele westerse klimaatactiegroepen die zoals altijd op klimaattoppen in groten getale aanwezig zijn, spraken er schande van. Met aftrek van de inflatie was dit nauwelijks meer (en misschien zelfs minder) dan de 100 miljard die arme landen nu jaarlijks ontvangen. Terwijl al lang duidelijk is dat de schadelijke gevolgen van klimaatverandering alleen maar toenemen en dat vooral ontwikkelingslanden daar de dupe van zijn.
Riskante strategie
Rijke landen hadden een riskante strategie gekozen door pas zo laat in de onderhandelingen met een geldbedrag te komen. Hun argument was steeds dat het noemen daarvan de aandacht zou afleiden van thema’s die voor hen juist heel belangrijk waren. Zij wilden eerst meer duidelijkheid over de ‘architectuur’ van de mondiale klimaatfinanciering, er moest meer transparantie komen over de hoogte van de bedragen. En hun belangrijkste punt: wie gaan er allemaal bijdragen. Formeel gelden bijvoorbeeld China, olielanden als Saoedi-Arabië en de Emiraten, en andere opkomende economieën in de mondiale klimaatdiscussie nog steeds als ontwikkelingslanden (op basis van de situatie in 1992, toen het klimaatverdrag werd gesloten), maar iedereen beseft dat ze dat stadium al lang zijn ontgroeid.
Verder wilden de rijke landen dat er een begin zou worden gemaakt met de invulling van wat op de vorige klimaattop in Dubai als een grote doorbraak werd beschouwd, namelijk het „op een rechtvaardige, ordelijke en billijke manier afstand nemen [transitioning away] van fossiele brandstoffen in energiesystemen”.
De rijke landen speelden daarmee hoog spel, maar hebben uiteindelijk verloren. In het akkoord staat slechts dat de rijkere ‘ontwikkelingslanden’ worden uitgenodigd om bij te dragen aan de hulp, zonder bedragen en zonder verplichting. En met de nadrukkelijke toevoeging dat dit geen invloed heeft op hun „ontwikkeling of de status van ontvanger”. Formeel blijven China en de anderen daarmee een ontwikkelingsland en eventueel zelfs een ontvanger van hulp – al zal dat laatste in de praktijk waarschijnlijk niet zo gauw meer gebeuren.
Lees ook
Voor de financiering van klimaatbeleid kunnen ontwikkelingslanden niet zonder rijke landen
Ook over de geleidelijke uitfasering van fossiele brandstoffen, waar het in het mondiale klimaatbeleid uiteindelijk om gaat, is geen enkele nieuwe afspraak gemaakt. Met name Saoedi-Arabië en Rusland wisten elke verwijzing naar dit onderwerp te blokkeren.
Nieuw bod van de rijke landen
Blijft over: de hoogte van de financiering. In de loop van zaterdagavond probeerden de rijke landen de onderhandelingen te redden met een bod van 300 miljard dollar. Maar ook dat ging de meeste ontwikkelingslanden lang niet ver genoeg. De kans dat de top zou mislukken werd met het uur groter. Totdat diep in de nacht een sleutelwoord de oplossing bracht: in 2035 moet ten minste 300 miljard dollar beschikbaar zijn. Zo wordt ruimte gecreëerd voor onderhandelingen in de komende jaren om het bedrag te verhogen, misschien zelfs in de richting van de 1.300 miljard die experts nodig achten om ook ontwikkelingslanden een uitweg te bieden uit het gebruik van fossiele energie en minder kwetsbaar te maken voor de steeds ernstiger gevolgen van klimaatverandering.