Rafael Nadal proeft op Roland Garros twijfel maar vecht door

Natuurlijk weet Rafael Nadal als geen ander dat maar één ding telt: maandagmiddag eerste ronde Roland Garros, derde partij op Court Philippe Chatrier, tegen de als vierde geplaatste Alexander Zverev. Pas dan zal blijken of hij klaar is om nog met succes te strijden tegen een wereldtopper, wie weet wel vijf sets lang. Alles wat hij er vooraf over zegt, heeft weinig waarde. En toch. Zijn zelfvertrouwen is opvallend groot, zaterdag bij de persconferentie in Parijs na afloop van de training.

Ja, ook Nadal proeft de scepsis om hem heen. Op 3 juni wordt hij 38 jaar, de afgelopen twee seizoenen heeft hij door gezondheidsproblemen weinig gespeeld. Een heupblessure hield hem vorig jaar weg van Roland Garros, het grandslamtoernooi waar hij alle records verpulverde. Sinds 2005 pakte hij in Parijs veertien keer de titel, in totaal heeft hij er 112 partijen gewonnen en slechts drie verloren. Maar na zijn rentree dit seizoen zijn de cijfers nog niet om over naar huis te schrijven: zeven keer winst en vier keer verlies, nota bene op graveltoernooien waar hij ooit heerste. Steeds weer speelt zijn lichaam op. De winnaar van 22 grandslamtoernooien – bij de mannen won alleen Novak Djokovic er twee meer – is afgezakt naar plaats 276 van de wereldranglijst.

Competitief in training

„Sorry”, begint de Spanjaard lachend zijn antwoord aan de verzamelde pers op een vraag of hij zich dit jaar nog kansrijk acht in Parijs. „Maar ik voel me competitief tijdens de training. Misschien nog niet in officiële wedstrijden. Maar in de training, kan ik jullie vertellen, ben ik in staat om het tegen bijna iedereen op te nemen. En ik voel me niet veel slechter dan de anderen, dus dat geeft me hoop.”

Zo groot is zijn vertrouwen dat Nadal zelfs stelt dat Roland Garros 2024 wellicht toch niet zijn laatste optreden op het Franse gravel zal zijn, zoals hij eerder had aangegeven. „Ik zou moeten vertellen dat het 100 procent mijn laatste Roland Garros is, maar sorry, dat zal ik niet doen, omdat ik niet kan voorspellen hoe het verder gaat. Ik heb een lang herstelproces doorgemaakt. Nu ben ik beter dan een maand geleden. Ook daarom wil ik de deur niet helemaal dichtdoen. Ik houd van tennis, reis met mijn familie en we zijn allemaal gelukkig.”

Praat Nadal zichzelf tegen beter weten in moed in voor zijn duel met Zverev, of is hij op goede dagen nog steeds de praktisch onverslaanbare gravelkoning van Parijs? „Op de tweede dag liet hij een ongelofelijk hoog niveau zien”, vertelde Tallon Griekspoor zondag bij de NOS. De Nederlandse nummer 25 van de wereldranglijst trainde ruim een week geleden op uitnodiging twee dagen met Nadal op Mallorca. Volgens hem is er geen sprake van dat Nadal op zijn retour is.

Lichaam oogt indrukwekkend

Ook op Roland Garros verstopte Nadal zich de laatste dagen niet in de training, die hij gewoon afwerkte met publiek rond de baan. In een hemd zonder mouwen oogt het gebruinde lichaam indrukwekkend. „De intensiteit die hij in een training stopt, is ongelofelijk”, was ook Griekspoor opgevallen op Mallorca. „Hij traint zoals hij een wedstrijd speelt. Ik heb na die tweede trainingsdag tegen heel veel mensen gezegd dat hij Roland Garros gaat winnen. Zijn coach Carlos Moyá zei ook dat dit zijn beste training in drie maanden was.”

Of Nadal als niet-geplaatste speler al direct in de eerste ronde opgewassen is tegen een topper als Zverev, die de afgelopen drie edities steeds tot de halve finale kwam? In 2022 moest de Duitser daarin opgeven tegen de latere toernooiwinnaar Nadal met een enkelblessure. „Het gaat een supermoeilijke eerste ronde worden”, voorspelt de Spanjaard. Zelfs een mislukking als onlangs in Rome, waar hij kansloos verloor van de Pool Hubert Hurkacz, sluit Nadal niet uit. „Daar wil ik niet voor weglopen. Maar in mijn hoofd zit iets anders. Ik speel veel beter en heb heel lang niet meer tegen dit niveau tegenstanders gespeeld als ik zelf competitief ben.”

Genoeg gepraat, vindt Nadal dan. „Ik begrijp alle vragen die jullie stellen, ik stel ze mezelf ook. Maar het antwoord komt maandag, no?