Ervaringen die je moet hebben meegemaakt om ze écht te begrijpen zijn vaak goede podcastonderwerpen. Maarten Dallinga (Niet van de Wereld, Verstrikt) weet deze onderwerpen altijd te vinden. In Ontroostbaar volgt hij gezinnen met huilbaby’s. We horen een kinderarts talloze oorzaken voor het gehuil opnoemen – probeer daar de juiste maar eens tussenuit te vissen – waarna ze benadrukt ze dat er in minder dan 5 procent van de gevallen een (medische) reden te ontdekken is. Haar advies: neem de ouders serieus. Daar kun je het alleen maar mee eens zijn, na het horen van een aantal radeloos gefrustreerde ouders. Dallinga’s podcasts – ernstige toon, bombastische muziek – voelen vaak zwaar. Maar bij Ontroostbaar werkt dat goed.
Satire helpt niet. Het is leuk om te bekijken of te lezen, maar het effect is nihil. Denk aan de acteur Alec Baldwin die in het satirische tv-programma Saturday Night Live zulke ‘dodelijke’ imitaties van Trump deed, maar die in de jaren daarna zelf nog meer in opspraak kwam dan Trump.
In zijn sketches zette hij Trump neer als een lachwekkende imbeciel. „See you in court!”, snauwde zijn namaak-Trump woedend naar het lachende publiek nadat Biden Trump had verslagen. Trump kwam inderdaad in de rechtszaal terecht, maar Baldwin zelf nog meer – nadat hij per ongeluk een cameravrouw op de filmset had doodgeschoten. Trump werd uiteindelijk toch weer president en lachte het laatst.
Zo zat ik een poosje geleden instemmend te kijken naar Arjen Lubach die in zijn satirische tv-programma de vloer aanveegde („En nou is het afgelopen!”) met de chiropractie, een omstreden alternatieve geneeswijze voor vooral stoornissen in de wervelkolom. Lubach had zijn betoog gelardeerd met beelden van gruwelijke kraaksessies bij de behandeling van argeloze patiënten.
Later reageerde een kijker met de volgende tekst op dit programmaonderdeel: „Eind 2022 ben ik in het ziekenhuis behandeld als gevolg van een dergelijke beweging. Ik heb drie aders gescheurd en als gevolg daarvan een herseninfarct gekregen.”
In de beste tradities van zijn programma bediende Lubach zijn publiek met feitelijke voorbeelden. Maar zou het wat geholpen hebben? In mijn omgeving loop ik nog dagelijks langs vermoedelijk bloeiende chiropractiepraktijken. „Baat het niet, schaadt het niet”, zullen de patiënten denken. Maar schaden kan het juist wel, en niet zo’n klein beetje, waarschuwen steeds allerlei medische experts.
Deze week kwam de Vereniging tegen de Kwakzalverij (VtdK) in het geweer tegen de Vrije Universiteit in Amsterdam. Daar is de chiropractor Sidney Rubinstein benoemd tot bijzonder hoogleraar aan de VU op een leerstoel, die voor de helft wordt gefinancierd door de NCA, de belangenvereniging van zo’n 500 in Nederland werkzame chiropractoren. Rubinstein heeft zelf sinds 1993 een chiropraktijk in Soest, zijn behandelwijze is „gebaseerd op de wetenschap”, schrijft hij zelf op de website van zijn praktijk. Het bestuur van de VtdK wijst er in een brief aan de VU op dat chiropractie een alternatieve geneeswijze is en er geen wetenschappelijk bewijs is voor positieve klinische behandelresultaten.
De VtdK confronteert de VU ook met een citaat van Rubinstein uit 2013 waarin hij zelf toegeeft dat chiropractie „ook niet beter schijnt te zijn dan andere aanbevolen therapieën”. De VtdK schrijft aan de VU: „Gemeenschapsgeld kan beter worden besteed dan nu worden weggegooid aan onderzoek naar een alternatieve behandelwijze waarvan we weten dat het zinloos is, nota bene door een onderzoeker die zelf heeft aangetoond dat er geen meerwaarde is van behandeling door een chiropractor.”
Satire helpt niet, maar onderbouwde wetenschappelijke kritiek wel? Welnee. Cees Renckens, de strijdbare nu ex-voorzitter van de VtdK, pleitte al jaren geleden voor een beroepsverbod voor deze ‘krakers’. „Chiropractie is een dwaalleer, ooit bedacht door de Amerikaanse kruidenier en magnetiseur Palmer”, schreef hij.
Van chiropractie tot Trump – de mens wil graag belazerd worden.
Bijna onzichtbaar blikt hij over zijn schouder. Links, rechts, nog eens links, en dan zet Martin Zubimendi heel kort en venijnig aan. Een paar meter heeft hij, voordat zijn mandekkers van Ajax reageren, maar voor de verdedigend middenvelder van Real Sociedad is dat genoeg. Hij vraagt de bal, draait met één balcontact naar de open ruimte en speelt in.
Het leidt niet tot een kans. Teamgenoot Braiz Méndez neemt onhandig aan, laat Ajax-middenvelder Jordan Henderson uit zijn rug komen, die de bal onderschept. Nog voordat Henderson kan versnellen of passen sprint Zubimendi door om de Ajacied onder druk te zetten. Het tempo is uit de omschakeling, de kans om snel uit te breken verkeken.
Francesco Farioli had er best even op zitten broeden, gaf de Ajax-trainer een dag voor de wedstrijd toe. Hoe moest zijn ploeg in het uitduel in de Europa League omgaan met de 25-jarige Zubimendi, misschien wel een van de meest gewilde verdedigend middenvelders van het moment? Een speler die een stormachtige groei doormaakt en een cruciale rol speelt in het systeem dat trainer Imanol Alguacil al jaren met Real Sociedad speelt.
“De kwaliteit van zijn passes, zijn positionering, de manier waarop hij zich bewust is van wat er om hem heen gebeurt – dat is geweldig”, sprak Farioli vol bewondering. “Hij is een speler die een verbindende rol heeft in het spel. De beslissingen die hij neemt, ze zijn bijna perfect. Dat is overduidelijk een van de belangrijkste overwegingen voor deze wedstrijd.” Zijn anti-Zubimendiplan had hem “heel wat denkwerk gekost”.
In het team van trainer Alguacil is Zubimendi “een verlengstuk”, zo zei de Baskische trainer kort daarvoor, “zowel op als náást het veld.” Een voetballer die “puur goud waard is” voor een middelgrote club als Sociedad, die allang bij een veel groter team had kunnen voetballen. Want interesse was er de afgelopen maanden alom: van Real Madrid en Barcelona tot Manchester City, Arsenal en Liverpool.
Zubimendi koos anders. De 25-jarige middenvelder besloot vooralsnog bij ‘La Real’ te blijven, de club waar hij al sinds zijn twaalfde speelt, in de Baskische kuststad waar hij opgroeide. Omdat hij nog niet uitgeleerd was, en de fans en spelers in Estadio Anoeta nog zoveel te geven had, vond hij zelf. Een opluchting voor Alguacil, die eveneens zijn halve leven bij de club doorbracht. “Mikel en ik, wij voelen Real Sociedad op dezelfde manier.”
Overmoed
Opvallend is de 25-jarige Zubimendi donderdag niet, maar wie een poosje op hem let ziet hoe hij bijna onzichtbaar óveral is. Opbouwend helpt hij teamgenoten door zich voortdurend aan te bieden als aanspeelmogelijkheid, in aanvallen staat hij telkens in de tweede lijn, net buiten het strafschopgebied van Ajax, om afvallende ballen op te vangen. Steeds trekt hij sprintjes om ruimte te maken voor anderen.
Onder druk fungeert de Bask bijna als een vijfde verdediger. Als teamgenoten een Ajax-speler van de bal proberen te krijgen, snelt hij toe om extra druk te zetten. In kleine ruimtes frummelt hij de bal weg van het gevaar. En dat is nodig, want hoewel Ajax het opbouwen aan Real Sociedad laat, zijn de beste kansen voor de bezoekers.
Ajax vertrouwt op zijn snelle uitbraken. Verliest de thuisploeg de bal, dan staat de ploeg van Farioli razendsnel voor het vijandige doel. Na tien minuten schiet Brian Brobbey al op de paal, later kunnen Brobbey en linksbuiten Chuba Akpom vrijwel ongedekt inkoppen. En kort na rust krijgt Kian Fitz-Jim opnieuw een enorme kans, maar ook zijn bal belandt op de paal.
Waar Farioli voortdurend voor vreest, is overmoed. Dat spelers, of fans, na een paar goede wedstrijden te veel bravoure krijgen en het te gemakkelijk opnemen. Van een favorietenrol wilde hij dan ook niks weten. Hoe groot de verschillen op de ranglijst, en in de recente prestaties, tussen zijn team en dat van Real Sociedad ook zijn.
Want op papier lijkt Ajax misschien de betere: nog ongeslagen in Europa, tweede in de poule van 36 teams. In Nederland na een aarzelende start kandidaat voor het kampioenschap. Real Sociedad presteert veel grilliger: in Europa slechts vier punten uit evenveel wedstrijden, Nederlagen tegen bescheiden tegenstanders als Anderlecht en Viktoria Pilzen. En in eigen land tiende.
Maar achter die uitslagen zag Farioli een heel ander beeld: van een Spaanse middenmoter die veel meer kan dan ze tot dusver laten zien. Vijf jaar op rij immers eindigden Real Sociedad in de top zes van LaLiga, met een vierde plek in het seizoen 2022/23 als uitschieter. In de Champions League waren ze vorig jaar groepswinnaar, boven de latere Italiaanse landskampioen Inter en Benfica. Bij het EK van afgelopen zomer was Real Sociedad de belangrijkste leverancier van het Spaanse elftal.
Farioli sprak dan ook vooral zijn ontzag uit voor zijn Baskische tegenstander, die naast Zubimendi ook topvoetballers zoals Mikel Oyarzabal, Brais Mendez en Takefuso Kubo heeft, samen met een hele reeks talenten uit de eigen jeugdopleiding, die in veel ranglijsten tot de beste van Europa hoort. “Het is een team dat ik al heel lang volg”, aldus Farioli. “En hun trainer, Imanol, is wat mij betreft een voorbeeld voor het Spaanse voetbal.”
Waar Farioli voor vreest gebeurt. Na een uur vol balbezit, maar zonder kansen, begint de wedstrijd langzaam te kantelen. Real Sociedad weet vaker bij het Ajax-doel te komen, lijkt meer zelfvertrouwen te krijgen, maakt minder fouten. Met die druk kan de ploeg uit Amsterdam moeilijk omgaan, omschakelen zit er nauwelijks meer in.
Na driekwart wedstrijd kan rechtsback Jon Aramburu ongestoord opkomen. Hij combineert met buitenspeler Kubo, die meteen terugspeelt. Pas dan lijkt de verdediging van Ajax te reageren, maar te laat: Aramburu stuurt Kubo diep en de Japanner kan vrij het strafschopgebied inlopen. Zijn harde voorzet wordt ingetikt door de net ingebrachte Ander Barrenetxea.
Twintig minuten later bepaalt diezelfde Kubo zelf de eindstand, opnieuw na bijna naïef verdedigen van Ajax. Centrale verdediger Youri Baas komt op door het centrum, maar verspeelt klungelig de bal, waarna Kubo naar voren snelt. Als hij naar binnen trekt, laat linksback Owen Wijndal hem lopen. Tussen drie Ajax-spelers door schiet hij binnen: 2-0, de eerste Ajax-nederlaag in zestien duels.