Alleenstaande mannelijke asielzoekers die in België staan geregistreerd maar zich in Nederland opnieuw melden voor asiel, mogen voorlopig niet worden teruggestuurd naar dat land. Dat heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (RvS) geoordeeld in een woensdag gepubliceerde uitspraak. Het terugsturen van mannelijke asielzoekers naar België zou hen blootstellen aan „een reëel risico” op „onmenselijke of vernederende behandelingen”, aldus de hoogste algemene bestuursrechter. In dat licht moet de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) asielaanvragen van deze groep gewoon in behandeling nemen.
De zaak van woensdag draait om een alleenstaande Afghaanse man die zich in eerste instantie in België heeft gemeld voor internationale bescherming. Toen hij zich later in Nederland meldde, kreeg hij van de IND te horen dat de Belgische autoriteiten verantwoordelijk zijn voor zijn aanvraag. Normaal gesproken zou dat een terechte conclusie zijn, vanwege de Dublinverordening en het interstatelijk vertrouwensbeginsel dat hieraan ten grondslag ligt.
De Raad stelt dat België „onverschillig” staat tegenover de tekortkomingen in de asielopvang
Op grond van de Dublinverordening is het land waar een asielzoeker voor het eerst voet op Europese grond zet, verantwoordelijk voor diens asielprocedure. In de praktijk komt dit neer op het eerste land waar iemand is geregistreerd door de immigratieautoriteiten. Het vertrouwensbeginsel houdt in dat EU-lidstaten over en weer erop kunnen vertrouwen dat men zich bij de behandeling van asielaanvragen houdt aan de internationale mensenrechtenverdragen.
Opvangcrisis
Maar in België geldt al langer een opvangcrisis, waarbij de autoriteiten er volgens de Raad „structureel” niet in slagen om nieuwe opvangplekken te creëren – ondanks een Belgische spreidingswet. Sinds bijna twee jaar maken de autoriteiten geen plek meer voor niet-kwetsbare alleenstaande mannelijke asielzoekers met het oog op voorrang aan gezinnen en kwetsbare asielzoekers. Een onwettige maatregel, oordeelde de Belgische Raad van State in september 2023.
Waar eerst werd gedacht dat de situatie in de Belgische asielopvang tijdelijk zou zijn, ziet de Nederlandse Raad van State dat nu anders. De Raad oordeelt bovendien dat er niet langer sprake is van een overmachtsituatie en ziet op dit moment geen perspectief op meer Belgische opvangplekken voor alleenstaande mannen. De nood- en daklozenopvang in België biedt te weinig soelaas. Noodopvang is alleen in de winter mogelijk, en het is niet duidelijk hoeveel plekken in de daklozenopvang kunnen worden vrijgemaakt, of hoe lang asielzoekers moeten wachten tot ze er terecht kunnen, aldus de Raad.
De Raad stelt zelfs dat België „onverschillig” staat tegenover de tekortkomingen in de asielopvang en het gebrek aan effectieve rechtsbescherming voor asielzoekers die daarover klagen. Zo blijkt uit een rapport van Amnesty International dat Belgische rechters in de afgelopen 21 maanden in zeker 10.000 gevallen hebben geoordeeld dat België het recht op opvang schendt.
Twee jaar geleden oordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat België het recht van asielzoekers op een eerlijk proces systematisch schendt door zich niets aan te trekken van rechterlijke uitspraken over de opvang van asielzoekers. Ook weigeren de autoriteiten het betalen van dwangsommen, een middel om hen tot naleving van wet- en regelgeving te bewegen.
Lees ook
‘Mannenverbod’ in Belgische asielopvang is tegen de wet, maar de overheid zet toch door
