N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Syrië Sinds anderhalve week groeit het aantal demonstraties wegens de slechte economische situatie in Syrië. Vooral in het zuiden van het land wordt openlijk geroepen om de val van het regime.
Het bewind van de Syrische president Bashar al-Assad heeft te kampen met een nieuwe protestgolf. Al anderhalve week groeit het aantal demonstraties in vooral de zuidelijke provincies Daraa en Sweida. Terwijl de woede van sommige betogers zich in eerste instantie richtte tegen de snel stijgende voedsel- en brandstofprijzen en de onveiligheid, klinkt nu ook de roep om politieke hervormingen en het vertrek van Assad.
„Het aantal demonstranten hier is echt enorm, de situatie in Sweida is compleet gedraaid”, vertelt Rayaan Maarouf, hoofdredacteur van burgerjournalistiek platform Suwayda24 telefonisch. „Mensen roepen dat het regime weg moet, ze willen verkiezingen, en een nieuwe grondwet.”
Heel Syrië kampt met een diepe economische malaise. „Het is vreselijk. Overal zie je mensen bedelen of in het vuilnis naar eten zoeken”, vertelt een tandarts in Damascus aan de telefoon. „Onze munt wordt elke dag minder waard. Mijn salaris dekt nog geen 10 procent van wat ik nodig heb.”
Faiez, een Syriër die vorige week vanuit Aleppo met hulp van een smokkelaar naar Libanon reisde, zegt dat de situatie na de aardbeving van begin dit jaar verder is verslechterd. „Vorig jaar kon ik met 250.000 Syrische pond (omgerekend ruim 14 euro) mijn gezin bijna een maand van eten voorzien, nu is dat nog niet eens genoeg voor twee dagen”, zegt hij in een café in Beiroet. „Mensen zijn bang om hun frustratie te uiten, want dat is gevaarlijk. Maar we hebben nu geen keus meer.”
Neerwaartse spiraal
Het al ruim een decennium door oorlog verscheurde Syrië staat er dramatisch slecht voor. Het herstel dat Assad beloofde nadat hij met Russische en Iraanse hulp het land grotendeels had heroverd, bleef uit. Een nieuwe neerwaartse spiraal begon met de coronacrisis, en werd versterkt door de aardbeving in Zuid-Turkije van februari, die ook delen van Syrië zwaar trof.
Begin augustus verdubbelde de Syrische overheid de salarissen van ambtenaren, wat in de praktijk nog altijd neerkomt op hooguit een paar tientjes per maand. Die salarisverhoging is lang niet genoeg om van te leven, en veroorzaakt bovendien nieuwe een depreciatie van het Syrische pond. Aangenomen wordt dat de regering de salarisverhoging alleen kan betalen door geld bij te drukken. Daarom klinken er nu leuzen als ‘We willen geen lege woorden, we willen te eten’.
Het al ruim een decennium door oorlog verscheurde Syrië staat er dramatisch slecht voor
Dat er nu hier en daar ook openlijk om de val van het regime wordt geroepen in sommige steden is opmerkelijk, aangezien het Syrische regime elke vorm van oppositie doorgaans snel en zeer gewelddadig neerslaat.
Lees ook: Assad verschijnt weer onder Arabische leiders, net als Zelensky er ook is
Ook onder alawieten, de minderheid die vanouds de achterban van Assad vormt, groeit de onvrede. Prominente alawieten oefenen steeds vaker kritiek uit op de president. Enkelen van hen zijn onlangs gearresteerd en verdwenen.
Hoewel er ook demonstraties zijn in andere delen van het land, zoals Aleppo, Damascus en Raqqa, lijken de protesten vooralsnog het grootst in Sweida, een provincie met een andere dynamiek dan de rest van het land. Tijdens de burgeroorlog wist Sweida een delicate balans te bewaren tussen het regime en de opstandelingen: Sweida sloot zich niet bij de oppositie aan maar steunde evenmin het regime. Dat dit Sweida lukte komt mogelijk doordat de provincie veel druzen telt, een minderheid. Assad heeft zich altijd opgeworpen als verdediger van minderheden in het overwegend soennitische land. Drie druzenleiders steunden de protesten vorige week openlijk.
„Tot aan 2019 zei Assad dat het land een oorlog tegen terrorisme voerde, en beloofde hij dat Syrië daarna weer uit zijn as zou herrijzen. Nu zien mensen dat het tegenovergestelde is gebeurd’, zegt Mohamed Alla Ghanem, beleidsadviseur bij onder meer de Syrian American Council, een denktank in Washington. „Het regime kan niet voorzien in eerste levensbehoeften.”
Steun in de rug
In het naburige Daraa, dat als bakermat van de Syrische opstand van 2011 geldt, zijn er ook al dagen grotere demonstraties dan normaal. „Mensen die daar de straat op gaan eisen net als de rest vrijheid, de val van het regime, en gewoon waardigheid”, zegt een Syrische vrouw die afgelopen week vanuit Daraa in Libanon aankwam tegen NRC. De demonstraties in Sweida zien Syriërs in Daraa dan ook als een welkome steun in de rug, zegt een redacteur van het lokale nieuwsplatform Daraa24: „Ze sluiten zich voor het eerste echt aan bij de Syrische revolutie.” Door de hoeveelheid controleposten van het leger in deze provincie, kunnen veel mensen uit de dorpen in de buurt echter niet naar de gelijknamige hoofdstad van de provincie komen om daar te demonstreren.
De provincie Daraa wist tijdens de oorlog enige tijd stand te houden tegen het regime, totdat het in 2018 met hulp van Rusland werd heroverd. Sindsdien wordt het nog altijd geteisterd door geweld: de eerste helft van 2023 vond een kwart van het aantal bevestigde moorden op Syrische burgers plaats in Daraa, aldus mensenrechtenorganisatie Syrian Network for Human Rights (SNHR).
Lees ook: Op video: in een massagraf geduwd en doodgeschoten door Assads mannen
Ook dit keer heeft het regime al hard opgetreden. Verspreid over het land zouden er inmiddels al tientallen mensen zijn gearresteerd en huiszoekingen zijn gedaan naar aanleiding van de protesten, meldt SNHR.
In Sweida lijkt het regime af te wachten. Beleidsadviseur Ghanem vermoedt dat Assad de situatie daar eerst diplomatiek probeert te sussen. „Maar als het te lang voortduurt, zullen ze het op een moment wel neerslaan. Het regime wil voorkomen dat de protesten overslaan naar Damascus of de kustprovincies”, waar een groot deel van Assads aanhang woont.
Marouf, van Suwayda24, is bovendien bang dat Syriërs opnieuw in de steek gelaten zullen worden door de internationale gemeenschap. „Het is niet acceptabel dat zoveel Syriërs hier worden vermoord, opgesloten en gemarteld door het regime. Hij gebruikt elk wapen dat hij voor handen heeft om zijn eigen burgers aan te vallen. Er moet iets gedaan worden.”