Op de Dam in Amsterdam demonstreren vanmiddag verschillende organisaties, waaronder Students for Palestine, Internationale Socialisten, een aantal afdelingen van de politieke partij BIJ1 en Kick Out Zwarte Piet, om aandacht te vragen voor de ‘Nakba’, nu 76 jaar geleden. Bij de Nakba (ramp) werden, rond de stichting van de staat Israël, honderdduizenden Palestijnen verdreven.
Het protest, waarbij volgens persbureau ANP tussen de tienduizend en twintigduizend deelnemers worden verwacht, heeft volgens de organisatie dit jaar „een specifieke urgentie” vanwege de oorlog in Gaza. Israël is de Gazastrook na de terreuraanvallen van Hamas op 7 oktober vorig jaar met grof geweld binnengevallen. Daarbij zijn tot dusverre zeker 35.000 doden gevallen. Honderdduizenden mensen zijn intern ontheemd geraakt, en grote delen van het gebied zijn door het geweld verwoest. Er heersen tekorten aan voedsel, water en medicijnen.
Tegen de oorlog in Gaza is afgelopen week met name in Amsterdam hevig gedemonstreerd, onder meer door de bezetting van terreinen en gebouwen van de Universiteit van Amsterdam. De actievoerders eisen dat de UvA alle banden met Israëlische instellingen verbreekt. Verschillende protesten liepen uit op gewelddadige confrontaties met de politie.
Lees ook ‘Herhaal wat ik zeg’, klinkt het ’s nachts op de campus van de UvA. ‘Vertel de politie niets. Raak niet in paniek’
Lees ook Demonstranten herdenken in Amsterdam de ‘Nakba’ en de gedwongen Palestijnse ontheemding
Ramon Gonzalez is politiechef van het politiekantoor in La Joya. Het plaatsje van zo’n drieduizend zielen ligt in de zuidpunt van Texas, vlak bij de grensrivier met Mexico. Gonzalez en zijn manschappen pakken dagelijks criminelen op die immigranten, soms met tientallen tegelijk, over de Rio Grande smokkelen. De jacht op beide groepen ontaardt geregeld in wilde achtervolgingen, soms met dodelijke afloop. Als Gonzalez terugdenkt aan hoe bij een van die incidenten een jonge vrouw uit Honduras zich schreeuwend aan zijn broekspijp vastklampte voordat ze stierf door de verwondingen als gevolg van het auto-ongeluk, moet hij huilen.
Gonzalez en zijn manschappen werden in 2022 enkele maanden gevolgd voor een documentaire van de Nederlandse regisseur Loretta van der Horst. De film van iets meer dan een uur geeft een zeldzaam inkijkje in ‘de achterkant’ van de grensbewaking en grenscontroles, een thema dat ook in Nederland sterk speelt. Vanaf 9 december worden de controles door de Koninklijke Marechausse aan de grenzen met Duitsland en België geïntensiveerd, tot voor kort taboe gezien het vrij verkeer van personen en goederen in Europa. Hiermee wil de rechtse coalitie onder meer illgale migratie en mensensmokkel beter bestrijden.
De documentaire The Border Crossed Us werd, mede vanwege de unieke interviews, onlangs genomineerd voor een Gouden Kalf, de belangrijkste filmprijs in Nederland. En op enkele Amerikaanse filmfestivals werd de film van Van der Horst ook vertoond.
Als er één gebied is dat de willekeur van getrokken grenzen laat zien, is het Texas wel
De documentairemaker, die in Honduras werd geboren als kind van een Nederlandse vader en een Puerto Ricaanse moeder, kreeg niet alleen zicht op de enorme druk die het werk als grensbewaker met zich meebrengt, „Ik was ook nieuwsgierig naar de onvermijdelijke morele dilemma’s bij het controleren van een grens”, vertelt ze in een café in Eindhoven. Voor haar was namelijk één ding duidelijk: grensbewaking leidt hoe dan ook tot geweld, of het nu doden en gewonden bij politie-achtervolgingen zijn, gezinnen die gescheiden worden, of de deportatie van illegale migranten terug naar – vaak – onveilige gebieden.
Behalve morele dilemma’s wilde Van der Horst ook mogelijke frustraties van grensbewakers blootleggen. Zo is mensensmokkel veel lastiger te bestrijden dan drugssmokkel, zegt politiechef Gonzalez bijvoorbeeld. Bij de laatste pak je het product af, vernietig je de partij. Met mensen kun je dat niet doen. „Die deporteren we terug. Zo krijgen smokkelaars en hun kartels steeds nieuwe producten.”
Ook worstelen politie-officieren met de vraag of ze wel tot het hart van bendes en criminele netwerken weten door te dringen. Komen we wel genoeg toe aan de bendeleiders „in hun grote huizen en Mercedessen?”, vraagt Gonzalez’ collega, politie-inspecteur Manuel Casas zich af. En hoe loopt het met migrantengezinnen af, waar ouders en kinderen na arrestaties worden gescheiden, vraagt politieagent Mayra Garza zich af.
Van der Horst concludeert aan het eind van haar project: „Grensbewaking doet niet alleen immigranten pijn, ook grensbewakers zelf. En nu de politieke druk op die laatste groep toeneemt, zullen ze die pijn meer gaan voelen.”
Willekeur
Texas is niet toevallig gekozen, vertelt Van der Horst. Een groot deel van de een à twee miljoen illegale migranten die tijdens de binnenkort afgelopen Biden-periode de zuidgrens van de Verenigde Staten overstaken, deed dat in deze regio. „Maar Als er één gebied is dat de willekeur van getrokken grenzen laat zien, is het Texas wel”, zegt Van der Horst. Het gebied was achtereenvolgens Spaans, Frans, en Mexicaans grondgebied, in de negentiende eeuw korte tijd onafhankelijk, en vanaf 1845 Amerikaans.
Gonzalez en zijn mannen en vrouwen mogen dan Amerikaanse staatsburgers zijn en met hun mooie uniformen vooropgaan in het beschermen van de Amerikaanse soevereiniteit, maar dat kan niet verhelpen dat migranten en smokkelaars de agenten nog steeds als deels Mexicaans beschouwen. „Vendidos [verraders], is een scheldwoord dat we regelmatig naar ons hoofd geslingerd krijgen”, zegt een politieman in de documentaire. „Een grensbewaker die uit New York komt, heeft daar veel minder last van”, voegt Van der Horst eraan toe.
De film kent drie hoofdpersonen die hun eigen weg vinden in de wereld van de grenscontroles, met alle bijbehorende frustraties en gevoelens van futiliteit. Een simpel evangelie als: ‘Grenzen zijn er nu eenmaal om bewaakt te worden’, volstaat niet, zo blijkt.
De meest bevlogen grensbewaker is de eerdergenoemde inspecteur Manuel Casas. Als een radiopresentator hem vraagt hoe hij zijn werk rijmt met zijn expliciet beleden christelijk geloof, zegt Casas: „Elke wet van mensen krijgt kracht door God. Hij heeft de wetten gemaakt. […] Het woord van God zegt ook dat er dienaren zijn. Deze dienaren dragen het zwaard […] Ze zullen de toorn van God over je brengen. […] Wie zijn die dienaren? Iedereen die werkt voor de overheid, inclusief de politieagenten.”
Prediker
Een bizarre motivatie, zal een gemiddelde Europeaan zeggen, maar voor veel conservatieve Amerikanen klinkt dit heel vertrouwd, vertelt Van der Horst. „In de VS, zeker in het zuiden, is het christelijk geloof veel belangrijker dan in Europa. Politiek en religie zijn daar veel meer met elkaar verweven.”
Bovendien is Casas in zijn vrije tijd prediker. Dus helemaal verbaasd was ze niet over diens christelijke drijfveren. „Al vond ik het best heftig”, zegt Van der Horst. „Inspecteur Casas zei eigenlijk dat alles wat agenten zoals hij doen, in de naam van God is.”
Een van de collega’s van Casas gooit het over een andere, meer humanitaire boeg. Mayra Garza is een alleenstaande moeder met drie jonge kinderen en raakte gewond bij een wilde achtervolging van een suv die vermoedelijk vol migranten zat. „Mayra raakte mij heel erg”, vertelt Van der Horst. „Ze maakte vroeger heel nare dingen mee, zoals mishandeling thuis. Nu wil ze met haar jacht op mensensmokkelaars het goede doen”, aldus de documentairemaker.
„Zo helpt ze mishandelde vrouwen in de buurt, zowel migranten als niet-migranten. Ze probeert ze wegwijs te maken, zodat ze – ondanks alle beperkingen, zeker voor illegalen – toch hulp kunnen krijgen. Het frustreert haar dat ze voor migrantenvrouwen zonder documenten – vaak tijdens hun reis door Midden-Amerika het slachtoffer van verkrachtingen en gruwelijke mishandelingen – weinig tot niets kan doen.”
Tussen goed en kwaad
Garza zoekt tastend haar weg in het mistige gebied tussen goed en kwaad, ziet Van der Horst. „Net zoals veel van haar collega’s zet ze oogkleppen op, door puur op haar taak te focussen: mensensmokkelaars vangen, the bad guys, zoals ze die noemt. Maar even later zegt ze ook dat ze zich goed realiseert dat veel vluchtelingen en migranten juist háár als the bad guy zien. Smokkelaars zijn voor vluchtelingen de good guys, want die willen hen tenminste in veiligheid brengen.”
Ook politiechef Ramon Gonzalez, ofwel the chief, zoals Van der Horst hem noemt, maakte indruk. Als leidinggevende durfde hij het aan groen licht te geven voor een filmproject over een controversieel onderwerp. „Gonzalez weet dat grensbewaking pijn doet en dat wilde hij laten zien”, aldus de regisseur. „Hij geeft ook in zijn eigen korps mensen ruimte voor het uiten van emoties, al moet je niet denken dat iedereen daar ’s avonds huilend naar huis gaat.”
Komen we wel genoeg toe aan de bendeleiders in hun grote huizen en Mercedessen, vraagt inspecteur Casas zich af
De politieman gelooft in zijn werk, vertelt Van der Horst, maar dan moet het wel ergens toe leiden. De leidinggevende in La Joya verbijt zich als collega Garza hem vertelt dat een belangrijke smokkelaar alweer op vrije voeten is gesteld na betaling van een sterk verlaagde borgsom (van 3 miljoen naar 112.000 dollar). Ook vreest Gonzalez voor de toekomst. De massale deportaties van illegale migranten (Trump heeft kiezers beloofd het aantal en tempo van deze deportaties flink op te voeren) „geven de kartels meer inkomstenbronnen”.
Of Gonzalez nog lang op het politiebureau in Zuid-Texas zal blijven, is de vraag. Van der Horst vertelt dat the chief ervan droomt ergens les te gaan geven.
De documentaire The Border Crossed US is te zien via NPO Plus en Pathé Thuis
Onder een systeemplafond in het Brabantse dorp Rijen schrijven gemeenteambtenaar Nesrine en tolk Hind de ene na de andere statushouder of asielzoeker in bij de Basisregistratie Personen (BRP), een databank voor persoonlijke gegevens van Nederlanders. Die inschrijving levert een burgerservicenummer (bsn) op. Het pand waar ze zitten, gelegen naast treinstation Gilze en Rijen, is door de gemeente begin november in allerijl ingericht als extra inschrijflocatie. Het meubilair bestaat uit een bureau, één bureaustoel en drie tuinstoelen. Verder hebben Nesrine en Hind, die om privacyredenen hun achternaam niet in de krant willen, de beschikking over een printer, printpapier en blikjes energiedrank.
Bij het tweetal is een jonge man met kort haar en een babyblauwe koptelefoon aangeschoven. Hij spreekt Engels en een beetje Nederlands, maar voor de zekerheid vertaalt Hind de vragen van Nesrine in het Arabisch. „Kun je aan meneer vragen in welk land hij langer dan vier maanden is gebleven voordat hij naar Nederland kwam?”, vraagt Nesrine aan Hind. „Egypt”, antwoordt hij in het Engels op de vertaling van Hind.
Waar hij precies geregistreerd stond in zijn vaderland, zoeken ze samen uit op het beeldscherm. De jonge man noemt de naam van een Egyptische provincie. „Hier hebben we Noord-Holland, Zuid-Holland en Gelderland , voegt hij ter verduidelijking toe, in het Nederlands. Zijn exacte herkomst wil de man niet in de krant, evenals zijn naam. Hij is bang voor dreiging uit Egypte als hij geïdentificeerd kan worden.
„Kijk, dit is een bsn-nummer”, zegt Nesrine, wanneer ze hem na een kwartier een blaadje overhandigt. Een jaar nadat hij in Nederland is gekomen, kan de 28-jarige Egyptenaar nu aan het werk. Hij krijgt voorrang van de IND (Immigratie- en Naturalisatiedienst) op andere bsn-aanvragers, omdat hij een contract heeft gekregen als receptionist bij een hotel. Hetzelfde geldt voor statushouders die een woning aangeboden krijgen of vluchtelingen die om medische redenen een bsn nodig hebben.
Inhaalslag
Sinds begin 2022 is de rij voor bsn’s opgelopen van 2.330 naar 18.000 wachtenden, meldde NOS vorige maand. Aanvragers wachten daarmee op toegang tot de samenleving: ze hebben een bsn niet alleen nodig om een bankrekening te openen, zich in te schrijven voor een studie of om te werken, maar ook voor een uitkering, woning, zorgverzekering, schuldhulpverlening, verlenging van het identiteitsbewijs, medische zorg en stemrecht.
Om de wachtlijsten tegen te gaan moeten onder het systeemplafond in Rijen vijfduizend statushouders en asielzoekers voor april een bsn krijgen. Ook in Amsterdam is een tijdelijk loket ingericht om 11.500 inschrijvingen te doen. Voor die spoedoperatie heeft het kabinet eind oktober 2,7 miljoen euro vrijgemaakt, waarvan bijna 1 miljoen naar de gemeente Gilze en Rijen gaat.
Die achterstand komt deels door mismanagement in de asielketen. En wie wordt gebeld? De gemeente
Niet iedereen wordt even vlot ingeschreven als de Egyptenaar. Dat ging eenvoudig, vertellen Nesrine en Hind, omdat het IND-dossier een kopie van het paspoort bevatte. Zonder identiteitsbewijs moet de IND aan de slag met bijvoorbeeld een taalanalyse, radiologisch leeftijdsonderzoek, vingerafdrukken, foto’s, dna-onderzoek of interviews om de identiteit vast te kunnen stellen. Dan wordt het dossier dat de IND aanlevert voor de bsn-aanvraag veel complexer, vertelt Monique van den Bleek, de gemeentelijk coördinator van de inschrijflocatie in Rijen. „We moeten ons op alles voorbereiden. Is een huwelijksrecht geldig in Nederland? Is iemand getrouwd met een veertienjarige? Alle knelpunten die je kunt bedenken, moeten we eruit halen.”
Op de tijdelijke inschrijflocatie heeft intussen ook burgemeester Derk Alssema plaatsgenomen op een tuinstoel, om te vertellen waarom de gemeente het kabinet helpt met de inhaalslag met bsn’s. „Wij willen onze verantwoordelijkheid pakken en doen al een stevige duit in het zakje als het gaat om asielopvang. Vijf kilometer verderop, in Gilze, staat een azc met twaalfhonderd bewoners. Dat is qua capaciteit het derde grootste van Nederland.” Ervaring met registreren heeft de gemeente ook: ze beheert bij een aanmeldcentrum voor asielzoekers in Den Bosch al tien jaar een reguliere ‘BRP-straat’, zo genoemd omdat er lokale van verschillende instanties zoals de IND, gemeente en COA zitten.
Burgemeester Alssema vindt het „een eer” dat Gilze en Rijen is gevraagd om de wachtrij aan te pakken, maar hij is ook gefrustreerd. „Die achterstand komt deels door mismanagement in de asielketen. En wie wordt dan gebeld? De gemeente. Wij moeten de problemen oplossen die het Rijk en de diensten veroorzaken.”
Lees ook
‘Kom je BSN halen en verkrijg je zelfstandigheid!’ Hoe via een sluiproute duizenden arbeidsmigranten naar Nederland komen
Personeelstekort
Die problemen kregen de reguliere BRP-straten in Den Bosch, Zevenaar, Amsterdam, Budel en Ter Apel niet opgelost. De achterstand begon toen deze inschrijflocaties in coronatijd tijdelijk werden gesloten en groeide door meerdere oorzaken, zo somde toenmalig staatssecretaris Eric van der Burg vorig jaar op in een Kamerbrief. Een van die oorzaken zou zijn dat er de afgelopen jaren meer asielzoekers en nareizigers naar Nederland zijn gekomen dan verwacht. Bovendien was uitbreiding van de capaciteit in de BRP-straten moeilijk vanwege het landelijke personeelstekort. Ook waren asielzoekers soms lastig te traceren, omdat ze vaak verhuizen, en daardoor niet in te schrijven. Toch duurde het tot eind oktober voordat het kabinet extra geld vrijmaakte om de achterstand aan te pakken.
De gemeente Gilze en Rijen moest niet alleen snel een pand en meubilair regelen, maar ook personeel, wat andere inschrijfplekken al de nodige moeite kostte. In Rijen is gekozen om waar mogelijk elke dag vier van de acht medewerkers van de locatie in Den Bosch te ‘lenen’ en beide plekken aan te vullen met nieuwe werknemers. Die nieuwelingen kunnen niet zo snel een opleidingstraject volgen en moeten daarom bij voorkeur ervaring hebben opgedaan bij een afdeling burgerzaken. Ze worden ondersteund door twee tolken die Arabisch, Syrisch en Libanees spreken, zoals Hind. 80 procent van de aanvragers spreekt een van die drie talen, zegt coördinator Van den Bleek.
Doorstroom
Op het moment dat de Egyptenaar een printje met zijn bsn overhandigd krijgt, wachten tien volgende aanvragers op hun gesprek. Al met al een rustige dag. Om de beoogde vijfduizend aanvragen te halen, hoopt de gemeente Gilze en Rijen op den duur per dag zo’n vijftig tot zeventig aanvragers uit het hele land te verwerken. Die komen met het openbaar vervoer of met de taxi, in samenspraak met het COA. Na een paar uur vertrekken ze weer met een bsn.
Zoals Kiran (33) en Priyanka (28), een hoogopgeleid stel uit India. Ze willen niet met hun achternaam in de krant, omdat ze bang zijn voor dreiging vanuit hun vaderland. Om diezelfde reden zijn ze gevlucht. Naar Portugal, waar ze problemen ervaarden, en van waaruit ze in januari doorreisden naar Nederland. In eerste instantie wisten Kiran en Priyanka niet dat ze zich moesten aanmelden, wat ze twee maanden later alsnog deden in Ter Apel. In afwachting van een verblijfsvergunning woont het koppel nu in een azc in Zutphen.
Vanaf september, een halfjaar na hun aanmelding in Ter Apel, kwamen ze in aanmerking voor een bsn. Het geeft ze letterlijk een identiteit, benadrukt Priyanka. Daarom was het hun „eerste prioriteit”, zegt Kiran. En daarom ging het stel op zoek naar werk, zodat ze vooraan in de rij zouden belanden. Beiden kregen een contract in de sales- en marketingsector. „Wat wij nu afgerond hebben, lukt sommige mensen niet eens in twee jaar”, zegt Kiran. „Zelfs statushouders niet”, vult Priyanka aan.
Is een huwelijk geldig in Nederland? Is iemand getrouwd met een veertienjarige? Alle knelpunten moeten we eruit halen
De wachtrij, zegt burgemeester Alssema, belemmert „een hoge doorloopsnelheid” in het azc in Gilze, die nodig is omdat veel azc’s noodopvanglocaties zijn en daarmee geen duurzame woonplek . „Dat levert een onrustige verhuissfeer op. Ook hebben we hier nareizigers die in een andere opvang zitten dan hun familie. Het is sowieso de vraag of het gezond is om langere tijd op zo’n plek te verkeren. Het is geen warm ingericht appartement waar je jaren met plezier woont. Het is een opvanglocatie.”
Dat de wachtrij voor bsn’s zo lang is geworden, is volgens Alssema symptomatisch voor het tekortschieten van het kabinet, op alle vlakken. „Dat gaat over geld, personeel, afspraken maken, communiceren. Al die dingen ontbreken. Er worden bovendien alleen langetermijnoplossingen aangedragen. Terwijl de problemen van vandaag steeds groter worden, bijvoorbeeld door het voorstel om de spreidingswet terug te trekken. En ook de retoriek in Den Haag draagt bij aan chaos. Dat vind ik onverantwoord.”
Lees ook
Vijf van de twaalf provincies halen eis spreidingswet en kunnen genoeg asielzoekers opvangen
„Onverantwoord”, „vreselijk”, „een hele slechte zaak”. Je hoeft niet tussen de regels door te lezen bij deze uitlatingen van de burgemeester van universiteitsstad Wageningen, Floor Vermeulen (VVD), om te constateren dat hij geen fan is van de voorgenomen bezuinigingen op onderwijs.
De coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB heeft in het regeerprogramma afgesproken om vanaf volgend jaar structureel 1 miljard euro te bezuinigen op hoger onderwijs en wetenschap. Dit nadat het vorige kabinet juist extra geld uittrok voor „noodzakelijke en achterstallige investeringen” in het onderwijs. Vanuit de oppositie en het maatschappelijk middenveld klinkt harde kritiek op de plannen. Maandag is er een demonstratie op het Malieveld, later in de week behandelt de Tweede Kamer de onderwijsbegroting.
Vermeulen is ook voorzitter van het Netwerk Kennissteden Nederland, een samenwerkingsverband van dertien universiteitssteden en koepels van hoge onderwijsinstellingen. Hij wil kwijt dat hij eigenlijk niet zo van het „actievoerderige” is, maar dat de zaken nu anders liggen omdat gesprekken met het kabinet tot op heden op niets uitliepen.
Waar maakt u zich zorgen over?
„We koersen echt af op een vreselijke bezuinigingsoperatie die iedereen raakt, tot en met de studenten aan toe. Laat ik beginnen met de langstudeerboete. We vinden het belangrijk dat studenten participeren in de samenleving. Ik sprak laatst studenten die vrezen dat er over een aantal jaar geen bestuurders meer zijn. Straks zien studenten van een bestuursjaar af omdat ze anders extra collegegeld moeten betalen.
„Daarnaast heb je in allerlei studentensteden een prachtig initiatief, Oma’s Soep, waarbij studenten soep langsbrengen bij ouderen in verzorgingsinstellingen, en daar dan een praatje maken. Daar zouden ze dan minder tijd voor hebben. Daar maken ze zich zelf ook zorgen over.”
Er is ook veel kritiek op de kortetermijnvisie die achter de plannen schuil zou gaan.
„Klaas Knot [president van De Nederlandsche Bank] heeft in een reflectie op de kabinetsplannen gezegd dat het eigenlijk heel raar is dat het kabinet, dat innovatie heel vaak noemt [85 keer, telde De Correspondent] als belangrijke oplossing voor allerlei maatschappelijke problemen, tóch bezuinigt op innovatie. Ik kan dat niet met elkaar rijmen. We hebben wetenschap en innovatie nodig om de grootste problemen van onze tijd op te lossen en zouden dus juist moeten investeren in wetenschappelijk onderzoek. Het kabinet vindt dat de arbeidsproductiviteit achterblijft en dat innovatie daar een belangrijke rol in kan spelen, maar wil het geld er niet aan uitgeven.”
Hoe raken de bezuinigingen uw stad?
„In Wageningen werken we als gemeente bijvoorbeeld samen met de universiteit Wageningen aan een project over biodiversiteit: hoe kunnen we die in ons land verbeteren? Daar plukt de gehele gemeenschap de vruchten van, maar door de bezuinigingen zouden we ermee moeten stoppen. Maar het gaat ook gewoon om fundamenteel onderzoek waar straks een streep doorheen moet. Allerlei projecten die in de toekomst nodig zijn, of ze nou gaan over klimaatverandering of kunstmatige intelligentie, gaan niet meer door.”
De plannen komen natuurlijk ook van uw eigen partij.
„Het komt van meer partijen, en ik vind dat onverstandig. Ik zou juist willen pleiten voor meer geld voor innovatie en onderzoek.”
Heeft Dilan Yesilgöz u erover geraadpleegd?
„Er is niemand bij mij langs geweest. Anders had ik gezegd dat ik het geen goed idee vind — dat zeg ik natuurlijk ook als ik partijgenoten tegenkom. Maar je kunt het ook met elkaar oneens zijn in het leven.”
D66, CDA en JA21 hebben een verbond gesloten om de bezuinigingen deels te voorkomen. Denkt u dat dit lukt, nu het lastig wordt de steun te verkrijgen van een meerderheid in de Eerste Kamer?
„De Eerste Kamer heeft de voorgenomen btw-verhoging op media, cultuur en sport tegen kunnen houden en zo laten zien dat er wel degelijk nog mogelijkheden zijn om bij te sturen. Wij hopen natuurlijk dat allereerst de Tweede Kamer, maar natuurlijk ook de Eerste Kamer, heel kritisch zal staan tegenover de bezuinigingsplannen op onderwijs, en zal willen bijsturen. Ik ga me niet uitspreken over de voorgestelde wijzigingen van D66, CDA en JA21, maar ieder plan dat zorgt dat die bezuinigingen verminderd worden, of het liefst allemaal van tafel gaan, moet serieus genomen worden.”