Prognose: aantal mannen met prostaatkanker gaat verdubbelen

Het aantal mannen dat de diagnose prostaatkanker krijgt zal tegen 2040 verdubbeld zijn naar jaarlijks 2,9 miljoen wereldwijd. Dat schrijft een internationale expertgroep in een uitgebreide analyse die donderdag werd gepubliceerd in het medisch-wetenschappelijke tijdschrift The Lancet. De resultaten worden dit weekend gepresenteerd en verder toegelicht op een groot Europees congres van urologen in Parijs.

De verwachte stijging van het aantal gevallen gaat hand in hand met een toename van de levensverwachting van de wereldbevolking. De toenemende ziektelast kan met name een probleem worden in landen met lage- en middeninkomens, waarschuwen de experts. Nu al is het zo dat de diagnose daar relatief laat gesteld wordt, waardoor het gros van de patiënten in deze landen ongeneeslijk is.

Met meer oudere mannen in de toekomst zal dat een grotere toestroom van patiënten betekenen. Dat wordt nijpend omdat er in deze landen ook een tekort is aan radiotherapeuten en urologen. De opsporing en behandelmogelijkheden moeten daarom dringend verbeteren. De experts schatten dat het aantal prostaatkankerdoden wereldwijd zal stijgen van 375.000 in 2020 naar bijna 700.000 in 2040, een toename van 85 procent.

„Het zal nog lastig worden om het tij te keren”, zegt oncologisch uroloog Harm van Melick, die ook op het congres in Parijs aanwezig is. „Dit kun je niet simpelweg oplossen door een verandering in levensstijl. Of je prostaatkanker krijgt ,ligt eigenlijk in de wieg al vast waarbij het risico toeneemt als je ouder wordt.”

In Nederland en de meeste andere westerse landen heeft de grote stijging van het aantal prostaatkankergevallen zich overigens al voorgedaan, gedreven door demografische ontwikkelingen en door verbeterde diagnostiek. Van Melick schreef als medisch adviseur van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) mee aan een toekomstrapport voor Nederland, waarin tot 2032 slechts een lichte toename van het aantal diagnoses prostaatkanker wordt voorzien.

Op mondiaal niveau is de situatie heel anders. Het wetenschappelijk onderzoek naar prostaatkanker heeft zich tot nu toe hoofdzakelijk gericht op mannen van Europese afkomst, terwijl het risico op deze vorm van kanker ruwweg twee keer zo hoog is voor mannen met een Afrikaanse achtergrond. Er moet dringend meer onderzoek gedaan worden om de oorzaken van deze etnische verschillen in ziektelast in kaart te brengen, betogen de schrijvers in The Lancet.

Prostaatkanker is in Nederland de meest voorkomende vorm van kanker bij mannen. Vorig jaar kregen 14.562 mannen de diagnose prostaatkanker. Het overgrote deel (92 procent) was op dat moment 60 jaar of ouder. Van alle patiënten was 36 procent 75 jaar of ouder. Gemiddeld is de overleving bij die oudere groep patiënten lager dan die van jongere patiënten, hetgeen niet helemaal te verklaren is uit hoe ver de kanker al is gevorderd.

Als de tumor vroeg ontdekt wordt is die meestal goed te behandelen. Bij prostaatkanker die is uitgezaaid naar lymfeklieren, botten of ander weefsel is de prognose minder gunstig. In deze groep overlijdt ongeveer de helft binnen vijf jaar na de diagnose. Van Melick: „Het is dus niet vreemd dat er in Europa steeds meer stemmen opgaan voor een bevolkingsonderzoek naar prostaatkanker te starten.”