Proflicentie Vitesse ingetrokken nadat licentiecommissie KNVB opnieuw een vernietigend oordeel velt

De licentiecommissie van de KNVB heeft definitief de proflicentie van Vitesse ingetrokken. De club uit Arnhem heeft volgens de commissie „structureel en over een langere periode het licentiesysteem” omzeild en ondermijnd en „blijft dat doen”. Zonder licentie is deelname aan de competitie niet mogelijk.

De club uit Arnhem kan nog in beroep bij de beroepscommissie van de KNVB tegen het besluit en daarna is een stap naar de rechter nog mogelijk om de licentie te behouden. Maar de tijd dringt wel voor Vitesse, opnieuw, omdat de competitie in augustus al begint.

Daarmee verkeert Vitesse in precies dezelfde situatie als vorig jaar juli, toen de licentie ook werd ingetrokken. Maar de club trok toen met succes naar de beroepscommissie, presenteerde een sluitende begroting en kon aantonen dat de Common Group van de omstreden investeerder Coley Parry geen enkele zeggenschap meer had bij de club. Zo kon Vitesse in augustus vorig jaar toch aan de competitie in de Keuken Kampioen Divisie beginnen.

Maar nu schrijft de licentiecommissie in een toelichting dat Vitesse vorig jaar „een laatste kans” heeft gekregen. Daar waren allerlei voorwaarden aan verbonden, die de club volgens de licentiecommissie niet is nagekomen.

Zo bleef Vitesse permanent hetzelfde conflict hebben met de licentiecommissie: onduidelijkheid over de investeerders en de herkomst van hun geld

Vitesse verkeert nu al jaren in sportieve en financiële problemen, waardoor de toekomst van de club hoogst onzeker is. De club leeft al veel te lang financieel boven zijn stand. Dat ging goed tot 2022, omdat de Russische eigenaren elke keer bereid waren de schulden die hand in hand gingen met de tomeloze ambities te dekken. Tot Rusland in 2022 Oekraïne binnenviel en de toenmalige eigenaar Valery Oyf de club in de verkoop zet.

Abramovitsj

Uit onderzoek van NRC en internationale partners bleek vervolgens dat Oyf financieel innig verbonden was met de Russische oligarch Roman Abramovitsj. De tientallen miljoenen die Oyf in de club stak, waren via ingewikkelde financiële transacties afkomstig van Abramovitsj.

De Amerikaanse investeerder Coley Parry wierp zich vervolgens met zijn Common Group op als redder van Vitesse, maar zijn overname werd door de licentiecommissie niet goedgekeurd omdat de Amerikaan weigerde duidelijk te maken waar zijn geld vandaan komt en wie zijn investeerders zijn. Maar Parry had al wel miljoenen aan de club geleend, wat het ook lastig maakte om van hem afscheid te nemen.

Daarna dook een Guus Franke op, die vanuit Zwitserland de club wilde redden. Maar hij haakte af na gedoe met Parry. Daarna kwamen er vijf ondernemers die de schulden van Parry overnamen en zeiden de club gered te hebben. En omdat ze allemaal een minderheidsaandeel hadden, hoefden ze formeel geen goedkeuring van de licentiecommissie te hebben. Maar de licentiecommissie keurde de overname alsnog af, omdat deze investeerders niet konden aantonen dat ze geen banden hadden met Parry.

Zo bleef Vitesse permanent hetzelfde conflict hebben met de licentiecommissie: onduidelijkheid over de investeerders, de herkomst van hun geld en hun banden met eerdere investeerders.

Voor de licentiecommissie is het nu genoeg geweest. „Bij zowel de huidige aandeelhouders als bij de beoogde aandeelhouders is er geen sprake geweest van grondig onderzoek.” Volgens de commissie is er sprake van „een patroon van gebrekkige transparantie en structurele omzeiling van (de doelstellingen van) het licentiesysteem door Vitesse”.