N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Zes vragen over het prijsplafond Het prijsplafond moet bijna alle huishoudens beschermen tegen te hoge energierekeningen. Lang niet alles over de subsidieregeling is al duidelijk. Wat is er wel bekend?
Echt enthousiast lijken de Tweede Kamerleden niet te zijn, als ze in december over de invoering van het prijsplafond in dit nieuwe jaar debatteren. „Veel en veel te weinig”, zegt SP’er Renske Leijten over de nationale energiesubsidie, terwijl Henri Bontenbal (CDA) nauwelijks positiever is. „Niet de meest briljante regeling die de overheid heeft bedacht.”
De bescherming van bijna alle huishoudens tegen al te hoge energierekeningen gaat vele miljarden kosten. Waarschijnlijk, stelde Pieter Omtzigt, gaat het om meer overheidsgeld „dan de begroting van bijvoorbeeld Defensie”. En complex is het ook. Maar volgens Tom van der Lee (GroenLinks) is het prijsplafond met al zijn nadelen „het enige instrument waarmee we nu nog op korte termijn iets kunnen regelen”.
Vooral om die reden gaf de Kamer drie weken geleden groen licht. Tijdens dat debat bleek dat lang niet alle vragen rond het prijsplafond nu al zijn te beantwoorden. Energieminister Rob Jetten kon slechts toezeggen in het voorjaar met meer informatie te komen. Wat is er al wel duidelijk? Over termijnbedragen, jaarcontracten, gigajoules en de schatkist.
1 Hoe werkt het prijsplafond?
Huishoudens krijgen in 2023 een beperkte hoeveelheid aardgas en elektriciteit tegen een maximumprijs aangeboden. Voor de eerste 1.200 kubieke meter gas gaat het om 1,45 euro per kuub, terwijl de eerste 2.900 kilowattuur elektriciteit niet meer dan 40 cent per kWh zal kosten. Het verschil tussen de marktprijs en de maximumprijs betaalt de overheid.
Inmiddels heeft zo’n 70 procent van de huishoudens een variabel contract dat geregeld aan de wisselende marktprijzen wordt aangepast. Wie ooit een vast contract heeft afgesloten met lagere prijzen, merkt helemaal niets van het prijsplafond.
Veel mensen zullen binnen de ‘gesubsidieerde’ hoeveelheid gas en stroom blijven. In een tussenwoning, rekent budgetinstituut Nibud voor, wordt gemiddeld 1.120 kubieke meter gas gebruikt. Dan blijf je dus onder het maximum van 1.200 kuub. Bij een flatwoning is het gemiddelde verbruik 800. De situatie voor elektriciteit is vergelijkbaar. Alleen huizen met een warmtepomp zonder zonnepanelen zitten snel boven de 2.900 kilowattuur.
Inmiddels heeft zo’n 70 procent van huishoudens een variabel contract
De meeste energiebedrijven komen half januari met het nieuwe termijnbedrag, het maandelijkse voorschot op de eindafrekening. Dan wordt ook duidelijk hoeveel gas en stroom je naar schatting tegen ‘gewone’ marktprijzen consumeert.
Direct zelf actie ondernemen hoeft dus niet. Dat gold ook al voor de tweemaal 190 euro die huishoudens in november en december via de energiebedrijven kregen. Die bedragen werden óf op de rekening gestort, óf in mindering gebracht op de energienota.
2 Krijgen mensen met een warmtenet ook subsidie?
De 500.000 huishoudens die op een warmtenet zijn aangesloten, hebben weinig aan een prijsplafond voor gas. Zij krijgen hun warme water (voor verwarming en douche) van een centrale warmtebron en beschikken dus niet over een eigen cv-ketel. In twee derde van de gevallen wordt die centrale warmtebron gevoed door aardgas, dus vaak lopen de kosten voor de aangesloten huishoudens wel serieus op.
De regeling voor mensen met een warmtenet kwam pas vorige maand rond. Tot een verbruik van 37 gigajoule ligt het prijsplafond op 47,38 euro. Ter vergelijking: 1 gigajoule (GJ) is de energie die gewonnen wordt uit ruim 30 kuub aardgas. In de praktijk komt volgens het kabinet 50 tot 60 procent van de aangesloten huishoudens niet boven de grens van 37 GJ.
De energiebedrijven Eneco en Vattenfall, de twee grootste warmteleveranciers, verdubbelden eind vorig jaar hun prijzen. Wie boven het prijsplafond uitkomt, betaalt dan niet 47,38 euro per gigajoule, maar 76,45 euro (Vattenfall) of zelfs 90,91 euro (Eneco). Het tarief van Eneco komt overeen met het maximale bedrag dat toezichthouder ACM onlangs voor 2023 heeft vastgesteld.
3 Wat als ik meer verbruik dan de energie die onder het prijsplafond valt?
Wie meer verbruikt, gaat meer betalen. En dat komt door twee factoren. Allereerst natuurlijk omdat dan de actuele prijzen gaan gelden. Wie meer dan 1.200 kubieke meter gas gebruikt, moet momenteel rekening houden met een gasprijs van zo’n 2,50 euro. Heel wat meer dus dan de 1,45 euro voor het gas dat binnen het prijsplafond valt.
Dat komt niet alleen door de hoge marktprijs van het ingekochte gas. De consument is dan ook duurder uit door het btw-tarief. Vanwege de hoge tarieven was die btw van 21 naar 9 procent gegaan, maar nu het prijsplafond is ingegaan, wordt die verlaging teruggedraaid.
Wie meer stroom verbruikt dan de 2.900 kWh moet op dit moment bijna 70 cent per kWh betalen. Vooral mensen die een warmtepomp hebben draaien, zullen meer stroom gebruiken. Voor een gemiddeld huishouden met drie personen, verbruikt de elektrische warmtepomp volgens UnitedConsumers circa 2.800 kWh. Bij mensen met een warmtepomp speelt het prijsplafond voor gas natuurlijk geen rol meer, omdat ze geen of nauwelijks nog gas gebruiken. Wie zijn stroom grotendeels zelf via zonnepanelen ophaalt, blijft spekkoper. De salderingsregeling, de subsidie voor zonnestroom, wordt versoberd, maar dat gebeurt zeker niet vóór 2025.
4 Wat gaat het prijsplafond de schatkist kosten?
Toen Tweede Kamerleden in december naar de kosten van het prijsplafond vroegen, kregen die een heldere reactie van minister Jetten: ik weet dat nu nog niet, vraag dat in het voorjaar nog maar eens.
Natuurlijk zijn er schattingen, en het goede nieuws is dat die prognoses dalen nu de energiemarkten wat tot rust komen. Aanvankelijk liepen de schattingen op tot 40 miljard euro, maar in oktober ging het kabinet uit van 23,5 miljard. In december was de prognose al teruggelopen tot 11,2 miljard.
De overheid betaalt dat deel van de reguliere gas- en stroomprijs dat boven het prijsplafond uitkomt. Hoe hoger de marktprijs, hoe meer Jetten moet betalen. Maar in de praktijk is de rekensom complexer: een hogere energieprijs werkt ook positief voor de schatkist. Niet alleen lopen de btw-inkomsten dan op, ook deelt de overheid mee in de inkomsten van de Nederlandse gasproductie. Een groot deel van de winst op gasboringen komt in de schatkist terecht. Dan resteert de politieke vraag in hoeverre je deze uitgaven en inkomsten tegen elkaar kunt wegstrepen.
Om de kosten te beperken zal het kabinet het prijsbeleid van de energiebedrijven goed in de gaten te houden. Als zij extra hoge prijzen gaan berekenen, komen die immers deels voor rekening van de overheid. Via een breed gesteunde motie heeft de Kamer de minister opgedragen ervoor te zorgen dat „iedere euro bij huishoudens” terechtkomt. Door per bedrijf voor dit jaar een maximale winstmarge af te spreken – gebaseerd op eerdere resultaten – tracht Jetten overwinsten te voorkomen. Ook toezichthouder ACM gaat dit jaar tarieven toetsen op redelijkheid. „Tarieven zijn redelijk als zij gebaseerd zijn op de kosten plus een redelijke marge”, stelt ACM.
In de Kamer bestaat veel argwaan jegens de energiebedrijven. Toch vraagt de overheid deze particuliere bedrijven de uitvoering van de subsidie op zich te nemen. De reden daarvoor is helder: alternatieve organisaties zoals bijvoorbeeld de Belastingdienst zijn hiertoe niet in staat.
5 Kan iedereen alle gesubsidieerde energie krijgen waar hij recht op heeft?
Nee, volgens het kabinet zal circa 5 procent van de huishoudens niet volledig van het prijsplafond profiteren. Anders gezegd, zij krijgen minder gas en stroom tegen de gemaximeerde prijs geleverd, dan waar zij recht op hebben. Dat is dus minder dan de 1.200 kuub gas en de 2.900 kWh stroom.
Dat komt omdat er gewerkt wordt met twee rekenperiodes: één voor en één na de jaarnota. Bij de meeste mensen komt die nota niet precies aan het eind van het jaar: die datum hangt af van het moment dat het energiecontract ooit inging.
De kans is reëel dat de energieprijzen weer gaan stijgen, zeker als Russische leveranties uitblijven
De jaarlijkse verbruikslimiet is daarbij ook nog eens opgehakt in allemaal kleine limietjes: voor elke maand een eigen max. Die kleinere limieten zijn gebaseerd op het gemiddelde verbruik van een Nederlands huishouden. In januari gebruik je meer gas dan in augustus.
Stel nu: iemand krijgt zijn jaarnota altijd in april. Tot die periode mag hij bijvoorbeeld 650 kuub gas gebruiken. En in de periode daarna, tot jaareinde, mag hij dan nog eens 550 kuub gebruiken. Gebruikt hij in de eerste periode slechts 400 kuub, dan houdt hij in feite nog 250 kuub over van zijn eerste plafond. De overheid en de energiesector hebben afgesproken dat je dat tegoed niet mee mag nemen, want dat wordt „administratief” te ingewikkeld.
Volgens het kabinet valt de schade in de praktijk mee. Jetten verwachtte dat het bij de geschatte 5 procent ‘getroffen’ huishoudens „niet meteen om schokkende hoeveelheden” energie zal gaan, al is het „altijd vervelend dat we dat niet helemaal hebben kunnen regelen”.
6 Hoe staat het eigenlijk met de energieprijzen?
Om met het goede nieuws te beginnen, de prijzen dalen al langere tijd. De gasprijs lag eind december op ruim 80 euro per megawattuur en dat is vergeleken met het eind van de zomer – voortdurend boven de 200 euro – een enorm verschil. De huidige prijs is vergelijkbaar met die van een jaar geleden, maar altijd nog vijfmaal zo hoog als begin 2021.
De gasprijs bepaalt voor een deel ook de stroomprijs, die eveneens aan het dalen is. Meer dan de helft van de Nederlandse elektriciteit wordt nog altijd geproduceerd met behulp van aardgas.
En dan het minder goede nieuws: de kans is reëel dat de energieprijzen weer gaan stijgen, zeker als Russische leveranties uitblijven. Zo sprak het Internationaal Energieagentschap (IEA) vorige maand opnieuw de vrees uit dat de Europese Unie volgende winter bijna 30 miljard kuub gas tekort kan gaan komen. Dat is zo’n 10 procent van de gebruikelijke Europese import.
Ondanks de dalende trend van de gasprijzen, verhoogden twee van de drie grootste energieleveranciers de variabele tarieven die vanaf januari gelden. Zowel Essent als Vattenfall wijt dit aan de hogere inkooptarieven zoals die bijvoorbeeld in de zomer golden. De derde grote partij in Nederland, Eneco, verlaagde juist onlangs zijn tarieven, waarbij de lagere groothandelsprijzen als reden worden gegeven. De meeste energieleveranciers passen de tarieven sinds de onrust op de energiemarkten elk kwartaal of zelfs maandelijks aan.