Wie het kabinet-Schoof als een klassiek kabinet beschouwt, kan niet anders dan concluderen dat VVD en NSC de onderhandelingen over de postenverdeling uitermate effectief hebben gevoerd. Van oudsher prestigieuze ministeries als Financiën (VVD), Justitie (VVD), Binnenlandse Zaken (NSC) en Buitenlandse Zaken (NSC) gaan stuk voor stuk aan de neus van verkiezingswinnaar PVV voorbij.
Het lag voor de hand dat de PVV ten minste een van die ministeries zou gaan bestieren. Geert Wilders zag eerder immers ook al af van het premierschap. Dat werd de partijloze topambtenaar (en voormalig PvdA-lid) Dick Schoof. In plaats daarvan levert de PVV straks twee ministers die passen bij de speerpunten uit de verkiezingscampagne, maar die niet gelden als ‘de hoofdprijs’: Migratie en Volksgezondheid. De partij krijgt ook Infrastructuur en Economische Zaken. Alleen die laatste post geldt als écht invloedrijk.
Toch is het maar de vraag of de PVV zichzelf als verliezer beschouwt. Alle partijen houden vanzelfsprekend rekening met de eigen achterban als ze een kabinet samenstellen. En volgens politicoloog Sarah de Lange is het voor radicaal-rechtse partijen als de PVV vooral belangrijk posten te kiezen met een hoge symboolwaarde en waarop ze daadkracht kunnen laten zien. En dan heeft de PVV het niet slecht gedaan.
Infrastructuur leent zich uitstekend voor symboolpolitiek
Drie nieuwe ministeries
Migratie en veiligheid hebben voor zulke partijen doorgaans de hoogste prioriteit, zegt De Lange, hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam en gespecialiseerd in radicaal-rechts. „Je ziet dan ook vaak dat deze partijen in de regering een nieuw ministerie voor migratie oprichten of daar een nieuwe portefeuille voor creëren.”
Dat is precies wat het kabinet-Schoof zal doen. De dossiers migratie en asiel vielen de afgelopen jaren onder het ministerie van Justitie, met een eigen staatssecretaris. In het nieuwe kabinet wordt Migratie en Asiel een zelfstandig ministerie. Ook Volkshuisvesting, dat ooit een zelfstandig ministerie was maar in Rutte IV onder Binnenlandse Zaken viel, en Klimaat, dat eerder deel uitmaakte van het ministerie van Economische Zaken, worden zelfstandige departementen.
De wijziging is vooral cosmetisch van aard, maar symbolisch belangrijk. „Omdat daarmee de politieke accenten worden gegeven aan deze onderwerpen”, zei premierskandidaat Dick Schoof woensdag. Extra ambtenaren of nieuwe huisvesting voor deze ministeries noemde hij „echt niet nodig”. Gidi Markuszower, de beoogde minister van Migratie, werkt straks dus toch op het gebouw van Justitie.
De beoogde minister voor Volksgezondheid – Fleur Agema – heeft geen typisch radicaal-rechtse portefeuille, maar past wel bij het PVV-imago. Het ministerie voor Infrastructuur, waar de PVV zowel de minister als de staatssecretaris levert, is dan wel weer typerend. Matteo Salvini van de Italiaanse Lega bestuurt hetzelfde ministerie, de uiterst-rechtse FPÖ deed dat ook jarenlang in Oostenrijk.
„Een ministerie van Infrastructuur leent zich uitstekend voor symboolpolitiek”, zo verklaart Sarah de Lange deze keuze. Barry Madlener, de beoogde minister op dit dossier, kan zich straks storten op het openen van nieuwe autowegen of de verhoging van de maximumsnelheid. Bovendien kan hij de partij daarmee neerzetten als partij die de regio beter bereikbaar maakt.
Lees ook
Juridische risico’s, blinde vlekken en meer kansenongelijkheid: ambtenaren zien vele losse eindjes in coalitie-afspraken
Machtsverhoudingen
Strategische keuzes zijn ook bij de andere partijen te zien. BBB, begonnen als politieke uiting van plattelandsonvrede, mag de volledige top van het ministerie van Landbouw bemensen. NSC kan met een minister voor Binnenlandse Zaken en een staatssecretaris voor Toeslagen aan de slag met het dossier dat de campagne van Pieter Omtzigt domineerde: goed bestuur.
Voor heel wat VVD’ers zal het binnenslepen van het ministerschap op Financiën een opluchting zijn. In de achterban werd tijdens de campagne en de formatie met enige zorg gekeken naar de dure verkiezingswensen van PVV en BBB. Met het ministerie van Financiën in handen – naast een VVD-minister komen er twee staatssecretarissen van NSC-huize – kan die scepsis worden weggenomen.
De dominantie van VVD en NSC valt ook bij de aanpalende ministeries op. Op Sociale Zaken krijgt NSC’er Eddy van Hijum als minister straks gezelschap van een VVD-staatssecretaris. Alleen op Economische Zaken komt een PVV-kandidaat: horecakoepelbaas Dirk Beljaart. BBB levert zelfs niet één bewindspersoon in deze sociaal-economische driehoek.
Als het gaat om geld, kun je niet om deze driehoek heen. En juist daar spelen PVV en BBB een kleine rol.
Wat dat voor de verhoudingen in de coalitie betekent, is mogelijk al snel te zien. De afgelopen weken kreeg het demissionaire kabinet een aantal financiële tegenvallers te verwerken. Die zal het nieuwe kabinet moeten opvangen. Dan zal snel blijken hoe de macht tussen de coalitie en dit kabinet verdeeld is.
En dan is er nog een ander risico. Door zich zichtbaar aan eigen dossiers te koppelen, maken de vier partijen zich kwetsbaar als ze hun plannen niet waarmaken. De Lange: „Dan is het risico, met name voor BBB en PVV, heel reëel dat de kiezers hen daar op afrekenen. Je kunt de schuld dan niet geven aan een staatssecretaris van NSC of VVD. En zorg is ook niet een domein waar je de schuld makkelijk op de EU kunt afschuiven, als het misgaat.”