Vijf dagen lang hield de Spaanse premier Pedro Sánchez het land in een houdgreep. Zou hij opstappen of blijven? Over die vraag moest hij nadenken nadat er vorige week een corruptieonderzoek was geopend naar zijn vrouw, Begoña Gómez Fernández. Het onderzoek werd aangezwengeld door de radicaal-rechtse pseudo-vakbond Manos Limpias (Schone handen), die klachten had ingediend bij de rechtbank op basis van inmiddels gerectificeerde nieuwsartikelen.
„Mijn vrouw en ik weten dat deze lastercampagne niet zal stoppen. We hebben er al tien jaar last van”, sprak Sánchez ogenschijnlijk aangedaan in een toespraak maandagochtend op de trappen van het Palacio de la Moncloa in de hoofdstad Madrid, waar de Spaanse premier woont en werkt. Even leek het erop dat hij zijn vertrek zou aankondigen. Dat gevoel werd versterkt doordat Sánchez eerder die ochtend was langsgegaan bij koning Felipe VI. „Het doet pijn om in deze situatie te leven, en ik wens het niemand toe.”
Sánchez verrast wanneer hij een ommezwaai maakt met zijn betoog. „Maar we [mijn vrouw en ik] kunnen het aan.” De premier zegt met „meer kracht” zijn ambt te willen oppakken en de democratie te willen verdedigen, en kondigt daarom een „schoonmaakoffensief” aan, zonder uit te leggen wat de concrete plannen zijn. Sánchez blijft naar eigen zeggen aan als premier door de steun die hij de afgelopen dagen heeft mogen ontvangen.
Theater
In het presidentiële complex klonk een feestelijke kreet, maar in het land wordt verward gereageerd. Waar hebben we naar zitten kijken, vragen analisten en commentatoren zich af. Een heldendaad, vinden zijn aanhangers. Een daad van narcisme, volgens tegenstanders.
„Als de premier er geen probleem mee heeft om belachelijk over te komen, kan hij ervoor gaan. Maar het feit dat hij de rest van mijn land meesleept, laat zien dat de Spanje geen premier heeft die de burgers waardig is”, zei de rechts-conservatieve oppositieleider Alberto Núñez Feijóo (Partido Popular). „Sánchez houdt 48 miljoen Spanjaarden voor gek en gebruikt zelfs de koning als een van zijn acteurs in dit theaterstuk.”
De leider van radicaal-rechtse partij Vox, Santiago Abascal, noemt Sánchez een „losgeslagen autocraat” en zei dat de premier „doorgaat met zijn staatsgreep”. Abascal roept de grotere Partido Popular op om in verzet te gaan.
Tegelijkertijd kan de premier rekenen op veel steun van linkse partijen, die pleitten voor een einde aan de aanvallen van rechts.
Politieke winst
Het is nog te vroeg om te beoordelen wat de premier op lange termijn van plan is met zijn actie, maar de eerste resultaten zijn al bereikt. De partij van Sánchez, de PSOE, schoot maandagmiddag omhoog in de landelijke peilingen, van 24,2 naar 38,6 procent, en komt daarmee op een voorsprong van bijna tien procentpunt op de Partido Popular. Ook in Catalonië, waar op 12 mei regionale verkiezingen worden gehouden, veroverde de socialistische partij de eerste plaats in de peilingen.
Sánchez lijkt de vijf dagen bedenktijd over zijn premierschap te hebben gebruikt om het electoraat te mobiliseren in het licht van de Catalaanse en Europese verkiezingen. Zelf zei de premier dat zijn besluit niet rustte op politiek gewin.
Dit is „het scenario dat niemand had verwacht”, zegt parlementair verslaggever Carlos Hernández van de onlinekrant elDiario.es. „Geen motie van wantrouwen. Niks. Pedro Sánchez in zijn puurste vorm. De helft van Spanje haalt nu weer gemakkelijk adem, terwijl de andere helft moet wachten op het herwinnen van de macht.” Of er een motie van wantrouwen in het parlement komt, moet de komende dagen duidelijk worden. Maar ook daarop lijkt Sánchez berekend te zijn, want volgens peilingen wint hij die motie makkelijk.
Sánchez heeft vaker laten zien onvoorspelbaar te zijn. Zo kwamen de vervroegde verkiezingen van vorig jaar ook als verrassing. De Partido Popular ging aan kop in de peilingen, maar toch riskeerde Sánchez zijn positie. Gekkenwerk, zo leek het, maar hij slaagde er tegen alle verwachtingen in om aan de macht te blijven.
Sanchez licht besluit toe
Maandagavond schoof de premier aan bij de publieke omroep om uitleg te geven over de afgelopen vijf dagen. Volgens de president was het gerechtelijk onderzoek naar zijn vrouw na tien jaar ‘non-stop’, met verkiezingen, pandemieën en oorlogen, „de druppel die de emmer deed overlopen”. Hij noemde de aanvallen van rechts een moddermachine die maar blijft draaien.
„Wat ik woensdag deed was mijn gevoelens delen met het land. Ik wilde uitleggen hoe ik me na tien jaar voel. Op persoonlijk en professioneel vlak.” Sánchez wilde vijf dagen de tijd nemen om te reflecteren in een „intieme omgeving”. Volgens hem waren die vijf dagen ook nodig zodat het land kon reflecteren. „Ik ben niet de enige die deze aanvallen doormaakt. Andere politici, maar ook journalisten zijn voortdurend het slachtoffer. Journalisten die ergens gaan eten, worden uitgescholden. Dit raakt niet alleen mij, maar ook het volk en de democratie.”
Op de aantijgingen van de oppositie dat Sánchez een politieke agenda heeft, reageerde hij lichtelijk geïrriteerd. „Wat we nu zien met die lastercampagnes die gebaseerd zijn op valse informatie, is dat ze de geloofwaardigheid van de instituties in twijfel trekken. Ze schoppen tegen de democratie. En dit gebeurt niet alleen in Spanje. We zien het in, Rusland, in de Verenigde Staten en ga zo maar door. De Westerse democratieën zijn in gevaar. We hebben te maken met agressie die ons werk in gevaar brengt. En dat is alarmerend.”
Het besluit om aan te blijven komt naar eigen zeggen door de massale steunbetuigingen die hij het afgelopen weekend heeft ontvangen. „Ten gunste van de bescherming van de democratie.”
(Dit artikel is rond 22u aangevuld met de opmerkingen van Sánchez op de Spaanse tv.)
Een fel oranje gloed met zware rook en as in de lucht. Evacuatiebevelen en waarschuwingen om daarop voor te bereiden. Brandweerploegen die op grote schaal worden opgetrommeld. Voor Canadezen in het westen van het land is het nieuwe natuurbrandenseizoen in alle hevigheid losgebarsten.
Duizenden mensen in de provincies Alberta en British Columbia hebben hun huizen moeten verlaten wegens grote naderende branden. De dreiging van het vuur in de regio, waar extreme droogte heerst en inmiddels 230 actieve branden woeden, wakkert de vrees aan voor een herhaling van het historische Canadese natuurbrandenseizoen van vorig jaar. Toen werd een recordoppervlakte van zo’n 185.000 vierkante kilometer bos in de as gelegd, een gebied meer dan vier maal zo groot als Nederland.
In het noorden van Alberta hebben ruim 6.600 mensen in Fort McMurray dinsdag het bevel gekregen hun woningen te verlaten wegens een grote brand die de stad tot op enkele kilometers is genaderd. Voor andere inwoners geldt een waarschuwing om zich voor te bereiden op een mogelijke evacuatie. Het roept voor velen trauma’s op uit 2016, toen een enorme natuurbrand grote delen van de plaats, het centrum van de olieproductie bij de Canadese teerzanden, verwoestte.
Posttraumatische stress
Meer dan 80.000 mensen moesten Fort McMurray toen ontvluchten voor een enorme brand die bekend stond als ‘The Beast’. Ongeveer 2.400 woningen gingen in vlammen op. De wederopbouw van de stad, een economische magneet die de afgelopen decennia hard is gegroeid door een instroom van werknemers van olieproducenten uit alle delen van Canada, heeft jaren geduurd. Olieproductie werd destijds met een miljoen vaten per dag verminderd.
„Ik ervaar een hoop spanning en posttraumatische stress”, zei Ashley Russell, een inwoner van Fort McMurray, tegen de Canadese krant The Globe and Mail. Zij heeft nog geen evacuatiebevel ontvangen, maar bereidt zich daar wel op voor. „Ik was hier in 2016 en mijn huis is toen afgebrand, dus ik maak dat een beetje opnieuw door.”
In 2023 werd in Canada een recordoppervlakte van zo’n 185.000 vierkante kilometer bos in de as gelegd, een gebied meer dan vier maal zo groot als Nederland
De aard van de huidige natuurbrand bij Fort McMurray is wel anders dan in 2016. Omdat het vuur zich verspreidt door bos dat destijds is afgebrand, kruipt het over de grond, in plaats van zich te verspreiden via de boomtoppen. Daardoor heeft het minder brandstof om te verslinden. Niettemin heeft de brand inmiddels meer dan 110 vierkante kilometer in de as gelegd. Brandweerploegen proberen met behulp van helikopters en blustoestellen de „actieve randen” onder controle te houden, verklaarde een woordvoerder van Alberta Wildfire, de provinciale brandbestrijdingsdienst.
Rookpluimen
In de aangrenzende kustprovincie British Columbia (‘B.C.’) bedreigt een grote natuurbrand Fort Nelson, een plaats van ongeveer 4.700 inwoners. Zij kregen vrijdag een evacuatiebevel, evenals een nabijgelegen inheemse gemeenschap. Gigantische rookpluimen stijgen nabij Fort Nelson op uit bebost gebied; de brand, bekend als de Parker Lake fire, is deze week in oppervlakte gegroeid van ongeveer 53 tot 84 vierkante kilometer. Zeventig brandweerlieden bestrijden het vuur. Inwoners hopen dat de wind zal helpen om hun woonplaats te sparen.
Ook in de provincie Manitoba, verder landinwaarts, woedt volgens de autoriteiten een „significant aantal actieve branden”, waaronder een monsterbrand van 316 vierkante kilometer. Honderden inwoners van kleinere plaatsen zijn daar verplicht geëvacueerd.
Vorig jaar werd ongeveer 5 procent van de bebossing in Canada getroffen door ongekende natuurbranden, in zo goed als alle delen van het land. In totaal moesten 235.000 mensen hun huizen verlaten en kwamen vier brandweerlieden om. Rook van de branden waaierde uit over grote delen van Noord-Amerika en zorgde voor een oranje waas in grote steden als Toronto en New York.
Een stad verwoest op Hawaii. De grootste natuurbrand in de geschiedenis van Texas. Meer dan honderd doden bij bosbranden in Chili. Het zijn maar een paar van een reeks zeer felle en soms omvangrijke branden uit het recente verleden.
Een van de eerste van dergelijke felle branden is het belangrijkste onderwerp van het veelgeprezen boek Fire Weather van de Amerikaans-Canadese non-fictie-auteur John Vaillant. De Horse River Fire in Canada in 2016 werd een orkaan van vuur, die naaldbomen deed ontploffen, over brede rivieren sprong, huizen in vijf minuten reduceerde tot een hoopje schroot en puin. Negentigduizend mensen moesten evacueren uit de oliestad Fort McMurray in de westelijke provincie Alberta. Opmerkelijk genoeg waren er geen dodelijke slachtoffers. Het vuur brandde uiteindelijk langer dan een jaar.
Vaillants boek kwam in 2023 uit, het jaar waarin bosbranden in Canada een recordomvang bereikten en 16,5 miljoen hectare besloegen (ruim vier keer Nederland). Hij spreekt nog iedere dag over bosbranden, in interviews of bij andere gelegenheden. „Het is een heel urgent onderwerp. Alle tekenen wijzen erop dat deze vuurzomer heel erg zal lijken op die van 2023 en de VS zullen ook een heel, heel zware zomer hebben.” In beide landen waarschuwen de autoriteiten daar al voor. In Alberta werd al op 20 februari het bosbrandseizoen voor geopend verklaard, twee weken eerder dan het jaar daarvoor. Niet alleen bossen met licht ontvlambare naaldbomen, maar ook die met vooral loofbomen zijn nu zeer brandbaar, zegt Vaillant (61) via een telefoongesprek vanuit zijn woonplaats Vancouver.
Lees ook ‘Meedogenloze week’ in Canada na opnieuw massale evacuaties wegens natuurbranden
De belangstelling is ook niet zo vreemd. Homo sapiens heeft zijn beschaving op vuur gebouwd, stelt hij. Het trekt de aandacht, zegt Vaillant. Volgens sommige critici is het vuur het eigenlijke hoofdonderwerp van zijn boek, bijna een levend wezen.
Amerikaans kapitalisme
Maar daar draaide het voor Vaillant niet alleen om. „De bosbranden zijn een symptoom van een veel groter probleem. Het gaat echt om de opwarming van het hele systeem.” Daarvan zijn de tekenen op tal van plekken zichtbaar, zegt Vaillant. „Of het nu de smeltende gletsjers in de Alpen zijn, de afname van zee-ijs op Antarctica, de hogere temperatuur van het zeewater bij Florida, het lijkt erop dat we in een periode van versnelling zitten.” In The New York Times schreef hij: „De wereld die we dachten te kennen, verandert waar we bij staan, omdat wij hem veranderd hebben.”
Hij legt in zijn boek en in het gesprek een rechtstreeks verband tussen deze opwarming en de Amerikaanse vorm van kapitalisme. „Daarin wordt iedere beperking van hoeveel je kunt kopen, bezitten en consumeren gezien als een aanval op de vrijheid. Ik heb het idee dat een groot deel van de wereld voor deze visie is gevallen.”
Recent schreef hij een opiniestuk in de Canadese krant The Globe and Mail, waarin hij uithaalde naar de oliebedrijven die volop investeren in oliewinning, „terwijl onze bossen branden”. Het sluit rechtstreeks aan bij zijn boek, waarin hij niet alleen die enorme brand beschreef, maar ook de rol van de olie-industrie. Fort McMurray is het centrum van de oliewinning uit teerzand, een zeer intensieve manier om fossiele brandstof te winnen. Uit tonnen teerzand wordt met behulp van enorme machines en veel energie een vrij matige kwaliteit olie gewonnen. Het stadje werd een boomtown, waar een vrachtwagenchauffeur twee ton kon verdienen.
Die achtergrond was voor Vaillant een reden om juist deze brand als belangrijkste onderwerp van zijn boek te nemen. De stad die had bijgedragen aan klimaatverandering werd slachtoffer van een van de meest destructieve vormen waarin die zich kan manifesteren. „Dat dit gebeurde in een oliestad, zegt veel over onze tijd.”
De brand, hoe overweldigend die ook was, heeft de stad niet wezenlijk veranderd, zegt Vaillant. Ja, de alertheid voor bosbranden is veel groter. Er zijn meer blusvliegtuigen, helikopters en brandweerlieden, vertelt Vaillant. Maar tegelijkertijd werd Fort McMurray herbouwd zonder ingrijpende wijzigingen en werd de export van olie opgevoerd.
Brandstichter
Weerstand is daar nauwelijks tegen, zegt Vaillant. „Canada is, sinds het een kolonie was, niet echt verder ontwikkeld. Vroeger draaide het om de bonthandel die werd gerund door de Britten. En nu worden we gerund door de teerhandel. De oliemaatschappijen hebben echt de touwtjes in handen. Wie daartegenin gaat wordt beschouwd als onpatriottisch.”
Lees ook De bosbranden zijn een voorbode van meer onheil op Rhodos, dat drijft op toerisme
„En er zijn mensen die heel energiek verwarring en paranoia creëren. Er is in Canada een grote groep aan de rechterkant die het Trumpiaans conservatisme meer en meer imiteert. Ze geven op sociale media progressieve brandstichters de schuld van bosbranden. Brandstichter is echt een bliksemafleiderwoord geworden.”
Toch is Vaillant niet alleen pessimistisch. Hij vertelt over ontmoetingen met jongeren die zeggen dat de olie-industrie geen aantrekkelijke werkgever meer is voor hun generatie, over de daling van de CO2-uitstoot in het Verenigd Koninkrijk naar het niveau van 1879 en het razendsnelle succes van de smartphone. „In 2006 had niemand er een. Nu heeft iedereen een smartphone en ze veranderden alles.” Dat bewijst volgens hem dat veranderingen snel kunnen gaan. In zijn buurt is een tankstation al lastiger te vinden, mede door de opkomst van de elektrische auto.
Vooral vestigt hij zijn hoop op de veerkracht van de natuur. „Laten we niet vergeten wat de aarde doet als niemand haar probeert te doden. Dan produceert ze een ongelooflijke overvloed. Dat is de reden waarom zovelen van ons zo’n fantastisch leven hebben. Ik kijk nu naar buiten, naar mijn tuin. Het wemelt er van de bijen en bloemen. En dat is midden in de stad met 2,5 miljoen inwoners.”
De 38-jarige Zhang Ling zet haar telefoon tegen de boeken en loopt een paar stappen naar achter. Ze wil een selfie nemen die goed laat zien waar ze is: in een indrukwekkende ruimte met hoge roze wanden van natuursteen, waarin het daglicht van boven naar binnen sijpelt – een oude mijn die nu is omgebouwd tot een openbare bibliotheek, die voelt als een kathedraal.
Dat het bibliotheekboeken zijn in de kasten die op verschillende uit de rotsen gehouwen plateaus zijn neergezet, had Zhang nog niet gezien. Reisgidsen staan er naast populaire psychologie en klassiekers. „Volgens mij is dat niet echt waar mensen naar op zoek zijn in deze tijd”, zegt de hotelmedewerker, die als toerist uit een nabijgelegen stad het natuurpark bezoekt waarin de in 2022 geopende bieb staat. Hoewel er in een hoek een zelfservice-uitleenmachine staat, is de stroom van toeristen die hier langskomt op een maandagmiddag er vooral voor een bijzondere ervaring. „En voor de foto’s.”
De bibliotheek is een voorbeeld van ‘architecturale acupunctuur’, zoals Chinese architect Xu Tiantian haar projecten in de regio noemt. Gerichte interventies – zoals een mooi ontworpen theater, brug of bibliotheek – die kunnen helpen bij het revitaliseren van een gebied. Tijdens China’s snelle economische ontwikkeling, stond het platteland tientallen jaren op het tweede plan: wie geld wilde verdienen trok naar de stad, terwijl de achtergebleven dorpen vaak werden verwaarloosd, en het landschap door industrie, inclusief mijnbouw, werd uitgebuit.
Jinyun, dat bekend stond als afgelegen, ligt nu aan twee snelwegen en heeft zijn eigen halte op een hogesnelheidslijn
Ook in deze regio van Zhejiang, een bergachtige provincie ten zuidwesten van Shanghai, zijn de sporen van de afgelopen decennia goed zichtbaar. De ruim drieduizend steengroeves rond de stad Jinyun staan grotendeels leeg. Het delven naar tufsteen werd in de loop van de jaren negentig economisch steeds minder rendabel, en aan het begin van deze eeuw sloot de Chinese overheid de groeves op ecologische gronden. Nu zet de stad in op het aantrekken van toeristen. Dat is mogelijk door het aantrekkelijke berglandschap, dat in China het mooist wordt gevonden als de wolken zoals vandaag nevelig om de bergtoppen hangen, maar ook door de sterk verbeterde infrastructuur. Jinyun, dat binnen Zhejiang bekend stond als afgelegen, ligt nu aan twee snelwegen en heeft zijn eigen halte op een hogesnelheidslijn. Vanaf Shanghai en Hangzhou, China’s rijkste twee steden, ben je er in een paar uur.
Wandelen
De projecten van Xu, die eerder in haar carrière kort voor Rem Koolhaas’ architectenkantoor OMA werkte in Rotterdam, passen daarmee goed in het overheidsbeleid. Ze zijn een voorbeeld van de experimenten die de provincie Zhejiang doet op het gebied van plattelandsrevitalisering, zegt planoloog Harry den Hartog. Net als initiatieven om historische dorpen te renoveren, gebieden terug te geven aan de natuur, en om jonge ondernemers te ondersteunen die terug verhuizen naar het platteland.
Den Hartog, verbonden aan zowel de Universiteit Delft als de Tongji Universiteit in Shanghai, brengt de initiatieven in deze regio van China in kaart door middel van wandelingen door het landschap. „Planologen zijn de laatste decennia steeds digitaler gaan werken. Wandelen als onderzoeksmethode brengt je weer dicht bij de mensen en het landschap waar het over gaat.”
Hij ziet hoe ecologie een centraal thema is in het debat rond revitalisering. Het was elders in Zhejiang dat de huidige Chinese president Xi Jinping in 2005, toen hij nog partijsecretaris van de provincie was, de sluiting van de mijnbouw prees door te zeggen dat „ook helder water en groene bergen gebruikt kunnen worden om bergen van zilver en goud te produceren”. De ‘tweebergentheorie’ is inmiddels een bekende hoeksteen van het Chinese ecologiebeleid.
Lees ook In het nieuwgebouwde ‘superoorspronkelijke dorp’ op het Chinese platteland woont niemand meer
Daarnaast is Zhejiang in 2021 geselecteerd als testlocatie voor het ‘algemene welvaartsbeleid’ dat het gat tussen stad en platteland op het gebied van inkomen, maar ook van publieke voorzieningen en cultuur, moet verkleinen. Den Hartog: „Er wordt nu meer gelet op de bijdrage van projecten aan het welzijn van de lokale bevolking”.
In heel China is de inkomensongelijkheid de laatste decennia hard gegroeid, maar Zhejiang was relatief succesvol in het inperken van armoede op het platteland. Gemiddeld hebben mensen op het platteland in Zhejiang weliswaar slechts half zoveel te besteden als in de stad, maar landelijk ligt dat nog eens 20 procent lager. Misschien juist door het moeilijk begaanbare landschap en gebrek aan landbouwgrond heeft de regio een lange geschiedenis van ondernemerschap en familiebedrijven. Toen China’s markteconomie opbloeide in de jaren tachtig gebeurde dat in Zhejiang het eerst. Nu moet de provincie de rest van het land laten zien hoe het percentage middeninkomens verhoogd kan worden, zodat de inkomensverdeling eruitziet als een „olijf”, met een breed midden en korte uiteindes, aldus het beleidsplan.
Tijdens een wandeling komen we Qian Sheng (43) tegen, een medewerker van een internetbedrijf dat de breedbandverbindingen in het natuurpark aanlegt en onderhoudt. Hij komt uit Jinyun, en wordt enthousiast als hij het heeft over de ontwikkeling van het gebied. Sinds zijn jeugd, waarin er vaak niet genoeg te eten was en „dit allemaal berg was”, groeide Jinyun uit tot een stadje met nu al twee vijfsterrenhotels, waar stedelingen grof geld neerleggen om naar de bergen te komen kijken. Naar de steengroeves gaat hij nog weleens met de kinderen, om te laten zien hoe het vroeger was. „Die stenen hebben we niet meer nodig. We kunnen nu zelfs bouwmateriaal maken van vuilnis.”
Voedselzekerheid
De keuze voor Zhejiang als modelprovincie voor het nieuwe welvaartsbeleid is ook opvallend. De provincie staat bekend om haar robuuste private economie, terwijl onder president Xi Jinping de rol van de staat in de economie juist is versterkt. Staatsbedrijven krijgen meer aandacht en industrieel beleid is dwingender dan voorheen.
Voor ondernemers brengen die overheidsregels soms problemen met zich mee. Zo moest het dorp van theeverbouwer Yuan Qizhang (59) vorig jaar opeens een deel van zijn grond gaan beplanten met rijst in plaats van theestruiken, in het kader van China’s voedselzekerheid, die door de wereldwijde geopolitieke spanningen een grotere prioriteit is geworden. De prijs van de opbrengst lag na een eenmalige subsidie zo veel lager („zo’n vijftien keer!”) dat ze dat werk inmiddels hebben uitbesteed aan een groter bedrijf. „Het [beleid] heeft minder logische kanten”, geeft de ervaren ondernemer Yuan toe, „maar goed, we moeten onszelf kunnen redden. Voor de basisbehoefte van rijst moeten we onafhankelijk zijn.”
In het theegebied, twee uur rijden van Jinyun, wordt ook gewerkt aan toerisme. Bezoekers kunnen door het heuvelachtige landschap fietsen, langs de migrantenarbeiders die het zware plukwerk doen, en die veelal afkomstig zijn uit minder welvarende provincies van China.
Naar de steengroeves gaat Qian Sheng nog weleens met de kinderen, om te laten zien hoe het vroeger was
Ook de online verkoop brengt een nieuwe impuls. Daarom is Yuans dochter Huiying (38), die is terugverhuisd naar haar thuisregio na studie en werk in de stad, nu ook bereid om Yuans werk voort te zetten als ‘derdegeneratie theeboer’, in navolging van haar vader en haar opa – een van de eerste theeboeren in de streek. Eerst werkte ze in de staalhandel, maar nu wordt het familiebedrijf ook interessant. „Nu heb je e-commerce. Het wordt steeds professioneler en het verschil met de stad is klein.”
De nadruk op Zhejiang als model voor het verkleinen van de inkomensongelijkheid laat zien dat privaat ondernemerschap toch wordt gezien als een belangrijk onderdeel van de ontwikkelingsstrategie voor het platteland. Hoewel de Chinese regering de ongelijkheid wil aanpakken, is het leiderschap beducht voor „de val van welvaartsbeleid dat aanzet tot luiheid”. Liever omarmt het de economische theorie van groei als middel om de ‘taart’ eerst te vergroten „om hem daarna beter te verdelen”, aldus Xi Jinping in de speech waarin hij het beleid voor ‘algemene welvaart’ presenteerde in 2021. In een interview met Chinees nieuwsplatform The Paper zei de bekende Chinese econoom Li Shi dat Zhejiang laat zien dat het midden- en kleinbedrijf belangrijk blijft. „Dat moet je ook laten ontwikkelen. Je kunt niet overal grote, fancy technologiebedrijven willen.”
Lessen voor Noord-Nederland
Ondertussen denkt Den Hartog dat er uit zijn wandelingen in Zhejiang ook lessen te trekken vallen voor Nederland. Het project waar zijn onderzoek naar plattelandsrevitalisering deel van uitmaakt wordt gefinancierd uit het nalatenschap van de Friese architect Abe Bonnema en formuleert een planologische toekomstvisie voor Noord-Nederland, waar het platteland te maken heeft met leegloop en verslechterde publieke voorzieningen. Terwijl China juist actief investeert hierin. „Je kunt [in Noord-Nederland] beter je eigen flesje water meenemen. In veel dorpjes is er niets te krijgen. In Zhejiang heb je zelfs in het kleinste gehucht medische voorzieningen, een huisartsenpost of in ieder geval een automaat.”
Hij geeft toe dat de vergelijking tussen de regio’s niet voor de hand ligt. „China staat bekend om snelle groei, en alles voor de economie. Maar juist in China wordt nu heel veel energie en geld in de verbetering van de leefomgeving op het platteland gestoken. En op een unieke schaal. Daar gaan zowel positieve als negatieve lessen uit te leren zijn.”