Op de ene hoek van het terras in de Rotterdamse Afrikaanderwijk wappert de Ay Yildiz, de felrode Turkse vlag met witte maan en ster; in de andere hoek wappert de Nederlandse driekleur. Oranje slingers aan de luifels maken de EK-versiering van café Arena compleet. „Leuk voor de sfeer toch?”, zegt de van origine Turkse café-eigenaar Kenan, die zijn achternaam liever niet vermeld ziet.
Met spanning wordt op het terras uitgekeken naar de clash tussen Nederland en Turkije in de kwartfinale van het EK voetbal deze zaterdag om 21.00 uur. De café-eigenaar kan met iedere uitslag leven. „Wie gaat winnen maakt voor mij niet uit. Ik ben voor alle twee.”
In de Afrikaanderwijk in Rotterdam-Zuid heeft een kwart van de inwoners een Turkse achtergrond. Met Nederlanders en Marokkaanse Nederlanders (beiden zo’n 16 procent) vormen zij de kern van de buurt. Ruim vijftig jaar geleden was de wijk het toneel van etnische rellen, waarbij Nederlandse buurtbewoners zich tegen Turkse gastarbeiders keerden.
Zulke spanningen zijn er tegenwoordig absoluut niet, vertellen de gasten bij café Arena. „We leven hier allemaal fijn samen. Iedereen is samen opgegroeid en kent elkaar”, vertelt Muhammet, die in de jaren tachtig op zijn vijfde vanuit Turkije naar Rotterdam verhuisde – ook hij wil bij zijn voornaam worden genoemd. „Ik ben Nederlander en ik ben Turk. Dat is hoe ik het zie.”
Lees ook
Vijftig jaar na de rellen klagen de bewoners van de Afrikaanderwijk over van alles
Bij de kwartfinale zaterdag kleurt zijn hart echter rood. „Als Nederland niet tegen Turkije zou spelen, dan was ik voor Nederland, maar nu is dat moeilijk.” Toch verwacht hij dat Nederland wint en twee keer gaat scoren. „Weet je wat het probleem is? Wij zijn bang van het Nederlandse voetbalsysteem, dat snelle spel met één keer de bal raken.”
Opvallend veel terraszitters wijzen daarbij op Memphis Depay, de Nederlandse spits die in 96 interlands 46 keer wist te scoren maar tot nu toe op het EK niet uitblinkt. „Wollah die is gevaarlijk”, vindt een oudere kale man. „Wie wint of verliest hangt af van het voetballen van Depay”, denkt Muhammet. Ze zijn de laatste keer dat Nederland en Turkije elkaar troffen niet vergeten. In de WK-kwalificatiereeks werd het in september 2021 6-1 voor Nederland, met drie goals van Memphis Depay. „Wij moeten ze daarvoor terugpakken”, vindt bezoeker Ahmet Akman.
Klein Istanbul
Die 6-1 vertekent overigens de historische verhoudingen. In het verleden waren Nederland en Turkije behoorlijk aan elkaar gewaagd. Nederland won zes keer, Turkije won vier keer en het werd vier keer gelijk. De landen troffen elkaar nog nooit in een eindronde.
Afgezien van Muhammet hebben veel bezoekers goede hoop. „Turkije speelt thuis hè”, grapt een jonge Marokkaanse Nederlander tot hilariteit en instemming van de rest van het terras.
Bij de eerdere EK-wedstrijden van Turkije kleurden de stadions in Dortmund, Hamburg en Leipzig al rood en klonken oorverdovende aanmoedigingen en fluitconcerten. Zaterdag in Berlijn, soms ‘Klein Istanbul’ genoemd. wordt nóg fanatiekere steun verwacht. De Duitse hoofdstad, waar zo’n 300.000 Turken wonen, staat te boek als de grootste Turkse stad buiten Turkije. „Nederland komt in het hol van de leeuw”, waarschuwt Akman.
Turkije behaalde bij het WK in 2002 in Japan en Zuid-Korea de halve finale en werd uiteindelijk derde. In 2008 was op het EK de halve finale het eindstation. Maar voor een WK kwalificeerde de Turken zich sindsdien niet meer.
Nieuwe gouden generatie
Onder Turken leeft de hoop dat zich een nieuwe gouden generatie heeft aangediend, waarmee Turkije internationale successen kan boeken. Dat moet nu en anders de komende jaren gaan gebeuren door toedoen van Arda Güler, het negentienjarige talent van Real Madrid. „Die zit hier bij ons”, slaat Akman op zijn hart. Hoewel in Turkije supporters van voetbalclubs elkaar naar het leven kunnen staan, omarmen ze elkaar als het om de nationale ploeg gaat, legt hij uit. „Het nationale elftal gaat voor alles.”
Naast Güler gaat ook de naam van linksback Ferdi Kadioglu veel over de tong. De bij NEC opgeleide 24-jarige Arnhemmer koos ervoor om niet voor Nederland maar voor Ay-Yildizlilar uit te komen, hoewel hij geen Turks sprak. Op het terras in de Afrikaanderwijk, waar met statistieken gestrooid wordt, wijst men erop dat Kadioglu in de vorige wedstrijd tegen Oostenrijk het record brak van de speler met de meeste gelopen kilometers tijdens het toernooi. Die 12,2 kilometer worden ook in de Turkse media breed uitgemeten.
Een andere Nederlander, Orkun Kökçü die furore maakte bij Feyenoord, is er door een schorsing vanwege zijn tweede gele kaart zaterdagavond niet bij. Uitblinker Merih Demiral, die tegen Oostenrijk twee keer scoorde, mist de wedstrijd ook. Hij is door de UEFA voor twee wedstrijden geschorst omdat hij bij het vieren van de overwinning op het veld met zijn vingers de ‘wolvengroet’ maakte: het gebaar van de Grijze Wolven. Dat is een ultranationalistische groepering die gelieerd is aan de MHP-partij, die in Turkije regeert met de partij van president Erdogan.
Café-eigenaar Kenan snapt er niets van. „Dat was gewoon uit vreugde. Dat mag je toch wel doen?” Hij wijst op Demirals verdediging: de voetballer zei niets kwaads in de zin te hebben gehad en het gebaar te hebben gemaakt nadat hij supporters het zag maken. „Er wordt nu gedaan alsof hij een racist is, maar dat moet je er niet achter zoeken. Het betekent gewoon: ik hou van mijn land.”