‘Powervrouw’, hoort strafrechtadvocaat Natacha Harlequin vaak. „Niks power, het zijn keuzes”

Kijk nou! Wat een compliment. Natacha Harlequin (50), strafrechtadvocaat, zou nét de studio ingaan voor de opname van Shownieuws – ze is daar vaste crime-expert. Appje van haar schoonzus, ze stuurde een fragment mee uit de quiz Twee voor twaalf van die avond. Eén van de vragen ging over Harlequins optreden in talkshow VI in 2020. Quiz-presentator Astrid Joosten leidde de vraag in. „Deze zwarte strafpleiter” ging met „open vizier” met Johan Derksen in debat over diens racistische uitlatingen, en werd daarmee de „ster van de show”. De vraag: hoe heet zij?

Wacht even. Wás dit wel een compliment? ’s Avonds, thuis in Den Haag, bekeek Natacha Harlequin op haar telefoon het fragment nog een keer, en weer. „Ik was geërgerd en geërgerd over mijn eigen ergernis. Waarom zegt ze nou zwárte strafpleiter? Is dat wat ik nu ineens ben? Wat doet dat ertoe? Maar… ik ben het ook. En het dééd er toe, want het gesprek met Johan Derksen ging over racisme en de redactie wilde per se iemand van kleur die het gesprek met hem voerde. Liefst een sporter, maar niemand wilde en toen kwamen ze als ongeveer laatste optie uit bij mij.”

Ik vind, zei Johan Derksen toen tegen haar, „dat jullie altijd zo overgevoelig reageren”. Harlequin luisterde en zei, met kalme stem en duidelijk articulerend, dat de grens van een grap misschien bereikt is als de ander er niet om kan lachen.

Kort na de Twee voor twaalf-vraag spreken we elkaar telefonisch. En in mei wéér, nu in hotel Babylon in Den Haag waar ze woont en kantoor houdt met haar echtgenoot Jacq. Taekema, ook strafrechtadvocaat. Is ze er al over uit of ze het een compliment vond? „De mierenneuker in mij zou een rood kruisje door dat ene bijvoeglijk woord hebben gezet. O-ver-bo-dig.” Precies zoals haar moeder gedaan zou hebben, zij was onderwijzeres op de basisschool. „Maar ik spreek mezelf ook toe. Tas, dit is geen wereldprobleem hè, er is niks aan de hand. Ik ben ook niet boos…”

Maar…?

„Hadden ze gezegd: vrouwelijke strafpleiter, dat zou iedereen gek gevonden hebben. En dat ben ik óók, in 2019 werd ik nog uitgeroepen tot beste vrouwelijke advocaat van het jaar. Dus wat is nou eigenlijk het probleem?”

Nou?

„Mijn man zei: ik zou wel eens willen weten wie zo’n quizvraag nou bedenkt. Niet dat ik zo iemand op het matje zou roepen, hoor, ik ben gewoon benieuwd.”

Op de website van Taekema Harlequin Advocaten sta je omschreven als een ‘procesleeuwin die voor geen tijger opzij gaat’. Zo’n vergelijking met een exotisch, atletisch, gevaarlijk dier, is ook stereotyperend, toch?

Stilte. „Vind je? Onze zoon, hij is 14, haalt zijn schouders over dit soort kwesties op. Vraag je hem: mag Anouk het n-woord gebruiken? Zegt hij: nee, want zij is wit. Mag Ronnie Flex het wel? Ja, zegt hij, want die is zwart. En Drake ? Ja, die ook. O, maar van Kendrick Lamar, die andere rapper, mag Drake dat helemaal niet zeggen, omdat zijn moeder wit is. Snap je? Zwarte mensen onderling discrimineren ook. Ben je zwart genoeg en wie is er te wit. Mag je spreken van een verdachte met een negroïde uiterlijk? Ja, soms wel. Zo’n signalement kan in een strafzaak van essentieel belang zijn. En even hè, in Suriname hebben ze het gewoon over blank en bruin.”

Bedoel je nou dat er van kleur een te groot probleem wordt gemaakt?

„Nee, het gaat me om de nuance. Ik zat in een aflevering van Sporen van Slavernij (omroep MAX) en ontdekte dat mijn moeders familielijn een mengeling is van witte mannen. Een van mijn voorvaders was een Schotse plantage-eigenaar, een voormoeder een tot slaafgemaakte. Mijn vader is deels van Chinese afkomst. Dus wat ben ik dan? Zwart zijn is voor iedereen zó anders. Ik had het erover met Akwasi. Niet alleen je kleur of de afkomst van je ouders is bepalend voor hoe mensen je zien. Maar ook, of misschien vooral, de sociaal-economische klasse waarin je opgroeit.”

Jouw ouders kwamen uit Suriname.

„Mijn vader kon een baan krijgen bij Delta Lloyd regio Den Haag en mijn moeder kreeg een aanstelling in het Westland. Dus ze verhuisden naar Delft en niet naar Amsterdam waar veel meer Surinamers woonden.”

Niet alleen je kleur of de afkomst van je ouders is bepalend voor hoe mensen je zien

Ze waren eigenlijk een soort expats?

„Zo heb ik er nog nooit naar gekeken. In die tijd waren Suriname en Nederland één. Mijn ouders waren Nederlands, ze zongen het dertiendelige volkslied uit hun hoofd, ze spraken vlekkeloos Nederlands…”

Best gek, toch?

„Weet je wat ik grappig vind? Dat jij mij vertelt wat gek is. Ik vond dat helemaal niet gek. Ze wisten: als wij Nederlands met een accent praten, neemt niemand ons serieus. Mijn man komt uit de omgeving van Hattem. Veel mensen daar praten in dialect. Ze gebruiken uitdrukkingen als ‘ik kom hier weg’. Zij weten ook: zo kunnen we maar beter niet praten op tv.”

Foto Lars van den Brink

Jij ging rechten studeren in Leiden, jij werd lid van Minerva.

„Ja.”

Daar zul je niet veel herkenning hebben gevonden…

„En dan heb je het over uiterlijkheden?”

Er waren vast niet veel mensen die eruitzagen zoals jij.

„Mijn hele leven, van de kinderopvang tot de basisschool, overal waar ik op school gezeten heb, overal waar ik gesport heb, overal waar ik stage liep… Altijd ben ik de enige, dan wel één van de drie, dan wel één van de twee zwarte personen. Overal, altijd.” Ze lacht: „Ik weet nog dat we ons met de jaarclub gingen verkleden. Zegt een clubgenoot: ‘Wat heb jij nou aan?” Een string, hoezo? In die tijd had niemand dat. Al het ondergoed was afgestemd op Europese billen, in een huidskleur die de mijne niet was.”

Je bent adviseur van Kruitvat en l’Oreal.

„Shampoo voor normaal haar. Wat is normaal? Nude nagellak? Jouw nude kleur is de mijne niet. Zonnebrand laat bij mij een witte waas achter. Kijk, ik kan alles aan mijn vaste visagist Viola Sarkodee vragen. Zij snapt mijn gezicht, mijn huid, mijn kleuren.” Harlequin krabbelt aan de huid van haar onderarm. „Zie je? Batjauw, noem je dat in het Surinaams, dan krijg je die uitgedroogde, grijs-wittige streepjes op je huid. Dus wat doet zij? Even m’n armen goed insmeren voor een fotoshoot. Zij wéét dat. En niemand, echt niemand mag mijn haar doen, alleen Viola.”

Altijd in een knot?

„Ik draag het nooit los. Niet dat ik me ervoor schaam of moeite heb het te laten zien. Ik heb geen tijd om elke dag urenlang voor een spiegel te staan. Nepnagels, doe ik ook niet. Met mijn karakter moet dat altijd tot in de puntjes perfect, dat gáát dus niet met mijn soort bestaan.”

Alleen iemand die jou (her)kent, mag zo dichtbij je komen?

„Zo zwart-wit is het niet. Maar er zijn bepaalde aspecten aan zwart zijn die alleen een zwart persoon begrijpt. Dus wat deed mijn moeder? Die gaf alle kinderen een rode of blauwe pleister.”

Zat jij bij haar op school?

„Bij haar in klas. Ik moest juf tegen haar zeggen, pas als we in de auto naar huis zaten, was het weer mama. Kreeg ik strafwerk en klaagde ik daarover tegen mijn vader tijdens het avondeten, dan zei hij: dat zullen we dan eens met je juf bespreken tijdens het tienminutengesprek. En daar zat mijn moeder gewoon bij.”

Ze zijn jong overleden.

Mijn vader was 62, mijn moeder 70. Darmkanker, allebei. Dat is echt iets hoor, hoe vaak die ziekte voorkomt bij Surinamers. Mijn vader was binnen elf dagen weg, bij mijn moeder ging het geleidelijker. De oncoloog had echt oog voor mijn moeder. Ze had prachtig lang haar, dat was heel belangrijk voor haar. Ze droeg het in een knot, en als ze uitging in een wrong, maar nooit, nooit los. Gedurende de chemotherapie kreeg ze een soort ijskapje op. Ze is overleden met een bos lang, wit haar.”

Je was hun enige kind?

„Voor mij hadden ze Steven gekregen, hij overleed nog voor hij één was. In hun hoofd hadden mijn ouders gewoon twee kinderen. Meer ging ook niet, ze werkten fulltime. Bij hen heb ik gezien dat niet alles kan. Ik kan wel vier kinderen willen, maar hoe zie je dat voor je? Powervrouw dit, powervrouw dat, zeggen mensen tegen me. Niks power, het zijn keuzes. Soms heb ik een week met drie zittingen, twee keer Shownieuws, een première. In de rechtszaal is het strike a pose, op tv is het strike a pose. Dat gaat niet. Dus ga ik strepen in mijn agenda.

„In relaties doe ik hetzelfde. Krijg ik van jou alleen maar moeilijke, negatieve energie? Dan zeg ik tegen je: dit gaat ’m niet worden. In het Surinaams heb je het woord hebi. Gedoe, ballast. Ruis. Dat wil ik niet in mijn leven.”

Bij mijn ouders heb ik gezien dat niet alles kan

En waarom kies je ervoor bij ‘Shownieuws’ aan te schuiven?

„Ik vond dat er te ingewikkeld wordt gepraat over strafrecht. Mensen begrijpen het niet. Voorlopige hechtenis? Dat is toch gewoon gevangenis? Nee, dat is het niet.”

Voor Harlequin crime-expert werd, belde ze met de redactie van Jeroen Pauw om te zeggen dat ze beschikbaar was als deskundige in zijn talkshow. Ze vroegen haar niet. Wel werd ze vaste gast in Ladies Night op Net5. Dat ging ter ziele. Net als haar programma Dit vindt Nederland.

Wilde je graag op tv?

„Elke programmamaker kan je vertellen hoe moeilijk het is een vrouwelijke deskundige in de uitzending te krijgen. Ik bén een vrouw, en ik denk dat ik wat heb bij te dragen. Ik vind: het strafrecht is voor iedereen. Niet alleen voor degene die naar Nieuwsuur kijkt of Buitenhof. Ik heb allerlei soorten cliënten, van hoogleraar tot minderjarige drugsrunner. Als ik hen vertegenwoordig, hun belang dien, dan wil ik dat ze begrijpen wat ik zeg. Dat wil ik in de rechtszaal, dat wil ik op tv. Begrijpen ze wat het betekent als rechters ‘raadkameren’ en dat een zaak seponeren niet hetzelfde is als een verdachte vrijspreken? Ik heb niks met aanzien of status, als ik de meeste mensen bereik door bij SBS6 te gaan zitten, dan doe ik dat.” Haar bekendheid levert het kantoor Taekema Harlequin geen extra klandizie op, zegt ze. „Het is niet dat mensen denken: ik ga die Harlequin benaderen, want die heeft een lijntje met de media.”

Ik vind: het strafrecht is voor iedereen. Niet alleen voor degene die naar Nieuwsuur kijkt of Buitenhof

Op 29 mei staat Harlequin in toga bij de politierechter in Rotterdam. Haar cliënt was in coronatijd beveiliger op een vaccinatielocatie en hij wordt ervan verdacht een oudere man te hebben mishandeld die weigerde zijn legitimatie te tonen. Ja, er is over en weer geduwd, zegt ze. Maar er speelde nog iets anders. „Mijn cliënt zegt dat de oudere man denigrerend tegen hem deed en hem bekeek met een viezige blik. Hij dacht dat zijn uiterlijk een rol speelde. Dat hoef ik jou niet uit te leggen, zei hij tegen mij. Nee, dat hoeft hij mij niet uit te leggen.”

Foto Lars van den Brink

De zitting in Rotterdam is nog geen tien minuten bezig, of Harlequin heeft al drie keer ingegrepen. Kort, duidelijk, scherp. Ja, de tolk moet alles in het Papiaments vertalen, want „elk woord telt”. Nee, ze heeft de honderd pagina’s aan strafvordering van de tegenpartij niet ontvangen. En waarom zijn de camerabeelden waar ze vorige keer expliciet om vroeg niet plenair te zien? Diepe zucht bij de rechter. Kort overleg. De zaak wordt, wéér, aangehouden. Harlequin pakt haar aktetas, haar papieren en haar telefoon, kort knikje bij wijze van groet, en ze beent de zaal uit. Hier is ze advocaat van de verdachte, geen advocaat die vragen beantwoordt.

Natacha Harlequin zei ook, die middag in het Babylon hotel, dat ze nog nooit een zaak van een cliënt van zichzelf heeft besproken bij Shownieuws. „Ik dacht nooit: dit is slim om te doen. Zodra je het publieke domein betreedt, ben je de controle kwijt. Nuances, details, woorden zijn belangrijk. Als ik het al zou doen, en ik sluit niks uit, zou ik altijd kiezen voor een live-programma. In een zitting wordt ook niet na afloop geknipt en gemonteerd.”

En precies zo pakt ze het aan. Op 4 juni maakt ze bij Shownieuws bekend dat ze is toegevoegd aan het advocatenteam van Ali B, de rapper die (toen nog) werd verdacht van twee aanrandingen en twee verkrachtingen. Ze is door Ali B en hoofdadvocaat Bart Swier gevraagd „met een frisse blik” het dossier te bekijken en te adviseren „inzake de media-aspecten” van de rapper. De zaak tegen hem loopt al 2,5 jaar en hij spreekt van een ‘trial by media’.

Ze had het dossier ingezien, zei Harlequin tegen haar Shownieuws-collega’s en ze vond dat Ali B „een sterke zaak” had. Ze had hem inmiddels ook gesproken en ze vond dat hij een „open” en „nette” indruk maakte. Er zou, voorspelde ze, een bom barsten ter zitting. Er barstte zeker een bom, maar in haar gezicht.

„Schaamteloos,” vonden de presentatoren van RTL Boulevard, de concurrent. Ze had „twee petten op”, die van onafhankelijk crime-expert en advocaat. In een programma van mediamagnaat John de Mol een ster vrijpleiten van een John de Mol-programma, tsssss. En, kijk dit dan, in een eerdere uitzending zei ze nog dat ze „kippenvel” kreeg van het schimmige gedrag van Ali. Vragen over het hoe en waarom van haar nieuwe rol beantwoordt Harlequin niet meer. Ze appt alleen, in diverse bewoordingen: geen commentaar. Wat ze wel zegt: „Ik zal niet zijn woordvoerder zijn, ik ben er voor hém.” SBS6 laat kort daarna weten dat Harlequin niet meer als expert in Shownieuws zal verschijnen als het over deze zaak gaat.

De rechtbank in Haarlem heeft twee dagen uitgetrokken voor de zaak tegen Ali B. Natacha Harlequin zit, zonder toga, op de eerste rij van de publieke tribune, advocaat Swier en zijn kantoorgenoot zitten achter Ali B en zij doen het woord. Op dag twee deelt de rechter mee dat er onvoldoende tijd is om op één dag te luisteren naar de aanklacht van het OM én naar het pleidooi van de verdediging. Ali B barst in snikken uit. Zijn verdediging had er nou juist op aangedrongen alles op één dag te doen. Kwam vandaag alleen het OM aan het woord, dan gingen de talkshows van die avond weer alleen dáárover, en niet zijn kant van de zaak. Ali B draait zich om naar zijn verdediging en vraagt om tissues. Harlequin staat op en komt even later terug met een stapel papieren doekjes. Ze legt haar hand op zijn rug, fluistert in zijn oor. Even later komen de rechters terug van hun korte schorsing. Het besluit: een hele, extra zittingsdag. Precies zoals Ali B’s verdediging het wilde.