Oud-partijgenoten van de overleden Dries van Agt, maar ook prominenten uit andere politieke sectoren, hebben vrijdag bedroefd gereageerd op het overlijden van de oud-premier. „Dries van Agt is zijn hele leven volkomen authentiek gebleven. Samen met Joop den Uyl en Hans Wiegel was hij het gezicht van een tijdperk in onze parlementaire geschiedenis”, schrijft demissionair premier Mark Rutte (VVD) op X. „Met zijn bloemrijke en unieke taalgebruik, zijn heldere overtuigingen en zijn markante presentatie gaf Dries van Agt kleur én inhoud aan de Nederlandse politiek in een tijd van polarisatie en partijvernieuwing.”
Henri Bontenbal, leider van het CDA waar Van Agt tot 2021 lid van was, noemt Van Agt op NPO Radio 1 „een markante man, die vanuit diepe overtuigingen politiek bedreef”. Bontenbal zegt verder over de eerste leider van het CDA „dat hij echt politiek bedreef uit de overtuiging en dat was ook echt zichtbaar.”
„Met verdriet nemen we afscheid van deze markante politicus, politiek leider van het CDA en minister-president”, schrijft Jan-Peter Balkenende, de laatste minister-president van het CDA. Hij noemt de oud-premier „erudiet, bevlogen, sociaal en humoristisch”. Ook voormalig CDA-leider Wopke Hoekstra wijst op het karakter van Van Agt. „Wat had ik een bewondering voor zijn humor en taalgebruik. Ik wens zijn familie veel sterkte.”
Andere partijleiders hebben vrijdag ook gereageerd. NSC-voorman Pieter Omtzigt, die net als Van Agt tot 2021 CDA-lid was, zegt dat Nederland met het overlijden van Van Agt „een bevlogen staatsman” verliest. „Ook op hoge leeftijd bleef hij zijn scherpe opinies uitdragen. Hij had grote compassie met het Palestijnse volk”, aldus Omtzigt.
„Rust zacht, goede Dries. De laatste jaren waren niet makkelijk, maar jouw dierbaren hebben zoveel om met liefde en dankbaarheid aan terug te denken. Dank voor je vriendschap, die zal ik altijd blijven koesteren”, schrijft PvdA/GroenLinks-leider Frans Timmermans. D66-lijsttrekker Rob Jetten noemt Van Agt „een premier die bruggen wist te slaan in economisch moeilijke tijden, bevriend raakte met zijn ideologische tegenpool Jan Terlouw en zich tot op late leeftijd inzette voor mensenrechten”.
Voor het eerst in 25 jaar is zaterdag in Vlaanderen het politieke cordon sanitaire, de afspraak van middenpartijen om niet samen te werken met het radicaal-rechtse Vlaams Belang, doorbroken. In het dorpje Ranst, net buiten Antwerpen, treedt Vlaams Belang samen met andere lokale partijen toe tot het gemeentebestuur.
Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober behaalde Vlaams Belang drie van de vijfentwintig zetels in Ranst. In de stad Ninove behaalde de partij een absolute meerderheid.
„Historisch”, schreef Vlaams Belang-leider Tom Van Grieken zaterdagavond op X. „Exact tien jaar na mijn aantreden als voorzitter breken we officieel het ondemocratische cordon sanitaire. Gisteren Ninove, vandaag Ranst, morgen Vlaanderen!”
Bereidt Ranst, een gemeente van zo’n 20.000 inwoners, nu de weg voor regeringsdeelname van Vlaams Belang in Brussel?
‘Triest en zorgwekkend’
„Het is triest en zorgwekkend” dat Vlaams Belang toetreedt tot gemeentebesturen, en logisch dat „extreemrechts zijn trompet laat schallen”, vindt oud-politicus Jos Geysels (72). Maar het cordon staat nog wel overeind, vindt hij. Geysels, voorheen Kamerlid voor de progressieve partij Groen, was in 1989 een van de initiatiefnemers van het cordon sanitaire. De grote middenpartijen spraken toen met elkaar af om op geen enkel niveau in zee te gaan met Vlaams Belang, omdat die partij „grond- en mensenrechten” schendt.
Of het cordon nog staat, is afhankelijk van „hoe strikt je de afspraak interpreteert”, aldus politicoloog Laura Jacobs, die onderzoek deed naar Vlaams Belang.
Dat zit zo: in Ranst zijn twee lokale partijen, Pit en Vrij Ranst, er na de gemeenteraadsverkiezingen niet uitgekomen met de Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA), een rechtse partij die in het Vlaamse parlement de grootste is. Om een meerderheid te vormen, gingen ze in zee met Vlaams Belang. Een aantal leden van Vrij Ranst en Pit zijn op nationaal niveau ook lid van de liberale partij Open Vld en de christen-democratische partij CD&V, die het cordon ondertekend hebben. Toen zaterdagavond bekend werd dat Pit en Vrij Ranst met VB in zee gaan, namen Open Vld en CD&V direct afstand van Vrij Ranst en Pit. Om dat kracht bij te zetten hebben ze hun leden bij de lokale partijen stante pede geroyeerd.
Lees ook
Ondanks tweehonderd lokale afdelingen lijkt besturen voor Vlaams Belang ver weg
Open Vld-voorzitter Eva De Bleeker benadrukte in een verklaring geen weet te hebben gehad van de plannen om met Vlaams Belang samen te werken. „Als Open Vld zijn we altijd duidelijk geweest over samenwerken met Vlaams Belang: niet met ons”, schreef ze in de verklaring. CD&V schreef: „We zullen nooit aanvaarden dat CD&V-leden samenwerken met het Vlaams Belang. Onze democratische principes en waarden zijn belangrijker dan enkele postjes.”
Geysels vindt dat een „kordate reactie” van de nationale partijen. „Enerzijds is de geest van het cordon wel doorbroken, maar daar zijn de nationale partijen niet verantwoordelijk voor. Dat is hoopgevend.”
Enerzijds is de geest van het cordon wel doorbroken, maar daar zijn de nationale partijen niet verantwoordelijk voor. Dat is hoopgevend
Ook politicoloog Jacobs vindt dat Open Vld en CD&V, door hun leden in Ranst te royeren, „herbevestigd hebben dat het cordon er is”.
Ze wijst er bovendien op dat de afdeling van Vlaams Belang in Ranst niet onder de nationale naam deelneemt aan de samenwerking: ze dopen de afdeling om tot Ons Ranst. „Dan komt het minder hard aan”, aldus Jacobs. Al heeft Vlaams Belang het akkoord wel onder de eigen naam ondertekend en trekt VB-leider Van Grieken de overwinning volledig naar zich toe.
„Er zijn grenzen aan het cordon”, aldus Jacobs. „Bijvoorbeeld in Ninhoven, waar Vlaams Belang een absolute meerderheid heeft gehaald.” Toch is dat „minder schokkend”, vindt de onderzoeker, omdat de middenpartijen daar niet samenwerken met VB.
Deur potdicht
Volgens Geysels peinzen de nationale partijen niet over een samenwerking met VB. „Die deur zit potdicht.” Geysels benadrukt dat de situatie niet vergelijkbaar is met, „om het in jullie context te zetten, de VVD die de deur openzet voor de PVV”. Ook Jacobs wijst erop dat de Belgische politiek flink is opgeschud door de verkiezingsoverwinning en daaropvolgende regeringsdeelname van de PVV in Nederland.
Na een geflopte samenwerking tussen 2010 en 2012 heeft oud-VVD-leider Mark Rutte regeren met de PVV categorisch uitgesloten. Volgens analisten heeft dat de PVV klein gehouden. Maar tijdens de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen van afgelopen november brak VVD-leider Dilan Yesilgöz met het beleid van haar voorganger: zij zette de deur open voor samenwerking, waarna de PVV tot ongekende hoogtes steeg in de peilingen. Dát willen Vlaamse politici voorkomen.
Vlaams Belang hoopt op een domino-effect, en dat is niet volledig uitgesloten
Maar politiek opportunisme ligt op de loer, aldus Jacobs. De komende weken worden Vlaamse gemeentebesturen geformeerd. „Vlaams Belang hoopt op een domino-effect, en dat is volledig niet uitgesloten”, ziet Jacobs. „Andere lokale partijen kunnen uit politiek opportunisme met Vlaams Belang samenwerken, bijvoorbeeld als ze weinig alternatieve coalitie-opties hebben en anders met veel partijen moeten samenwerken. Of als ze in Vlaams Belang een gewillige partner zien.” Toch denkt Jacobs dat samenwerken met Vlaams Belang „geen algemeen fenomeen” gaat zijn. Maar dat de stap kleiner is geworden, staat vast.
En wat betekent dit voor Ranst zelf? Pit, Vrij Ranst en het pas omgedoopte ‘Ons Ranst’ gaan samen optrekken tegen de verstedelijking van het dorp, is de afspraak. „Ik denk dat dit heel erg gaat zijn voor Ranst”, zegt afzwaaiend burgemeester Johan De Ryck (N-VA) tegen de Vlaamse krant De Standaard. „Hier is sprake van postjespakkerij en het beleid komt pas op de tweede plaats. Ik vrees dat er nu heel veel deuren dicht zullen gaan voor Ranst.”
Zijn opvolger, Bart Goris van Pit, staat er hoopvol in. „Bij Vlaams Belang vonden we wel een constructieve houding en overeenkomsten met ons programma.” Dat hij politieke normen heeft overschreden door met Vlaams Belang in zee te gaan, erkent hij. Maar: „Het belang van ons dorp heeft doorgewogen. Hier in Ranst moeten we vooral bezig zijn met onze eigen gemeente.”
„Pro-Palestina-activisten deden vorige maand een oproep om wereldwijd op 1 oktober te staken uit solidariteit met Palestina. Ik had eigenlijk wel willen staken, alleen weet ik niet hoe dat werkt. Kun je staken voor iets anders dan arbeidsvoorwaarden? En wat als ik de enige was geweest in het bedrijf waar ik werk? Mijn werkgever wil een neutraal standpunt uitdragen, dus ik weet niet of mijn beweegredenen gewaardeerd zouden worden.”
Vrouw (27), naam bekend bij de redactie
Nee
„Je kunt niet staken bij je werkgever zuiver en alleen om een politiek standpunt te maken”, zegt een woordvoerder van vakbond FNV. „Staken mag in ieder geval wel wanneer er sprake is van een belangenconflict met de werkgever, bijvoorbeeld over arbeidsvoorwaarden of -omstandigheden.” In het geval van een zuiver politieke staking kun je je niet beroepen op het Europees Sociaal Handvest, waarop werknemersrechten en stakingsrechten in Nederland zijn gebaseerd, aldus de FNV.
Als je dus wel gaat staken om zuiver politieke redenen, loop je volgens de FNV het risico dat je niet beschermd bent door het stakingsrecht, wat in het ergste geval tot ontslag kan leiden. Een werkgever hoeft daarnaast de gestaakte uren niet door te betalen – bij een staking voor arbeidsvoorwaarden overigens ook niet. Bij een staking waartoe een vakbond heeft opgeroepen zijn vakbondsleden beschermd en kunnen ze een vergoeding krijgen uit de stakingskas. FNV: „Bij een zogeheten wilde staking heb je daar ook geen recht op.”
Wat in ieder geval wel zou kunnen, is staken uit solidariteit met mensen die in een ander land strijden voor betere arbeidsvoorwaarden of -omstandigheden, zegt de woordvoerder. Het is daarnaast uiteraard altijd een optie om in je vrije tijd actie te voeren. „Je kunt elke dag de straat op om actie te voeren tegen deze oorlog, maar dat is iets anders dan je betaalde werk neerleggen waarvoor je bescherming van het stakingsrecht nodig hebt.”
Dat de werkgever van deze vrouw wat betreft de Gaza-oorlog een neutraal standspunt wil uitdragen, betekent volgens de FNV niet dat zij dat ook moet doen. „Je hoeft het standpunt van je werkgever niet te volgen en hebt de vrijheid om je te uiten zoals je wilt. Dat zie je ook bij de wekelijkse sit-ins die ambtenaren houden omdat ze het niet eens zijn met de positionering van de Nederlandse overheid in deze oorlog.”
Ja
De geschiedenis laat zien dat mensen ook staken voor dingen die niet over arbeidsvoorwaarden gaan, zegt historicus aan het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis Rosa Kösters, die gespecialiseerd is in de geschiedenis van stakingen. „Het is wel zo dat zeker in Nederland stakingen de afgelopen decennia voor de meerderheid over arbeidsvoorwaarden gingen. Maar in het verleden zagen we ook stakingen van een ander type.”
Je kunt bijvoorbeeld staken om op te komen voor bepaalde personen, zegt Kösters. „Het is in het verleden voorgekomen dat mensen gingen staken omdat een collega was ontslagen.” We kennen ook stakingen die gaan over het erkennen van vakbonden of het recht om je te organiseren: in Finland werd dit voorjaar nog gestaakt tegen wetgeving die het voor werknemers moeilijker maakt om te staken.
Deense postbodes staakten eerder dit jaar uit solidariteit met medewerkers van de Tesla-fabriek in Zweden; een zogeheten solidariteitsstaking. Dat gebeurde onlangs ook in Nederland, zegt Kösters. „In het voorjaar van 2022 werd een schip dat Russische diesel vervoerde in Zweden geweigerd om aan te meren. Nederlandse havenarbeiders sloten zich daar later bij aan toen het schip in Nederland wilde aanmeren.”
Het mag duidelijk zijn, zegt Kösters, dat stakingen niet alleen een actiemiddel zijn van vakbonden. „Denk ook aan schoolstakingen en klimaatstakingen.” Of politieke stakingen, waarbij burgers de overheid oproepen om iets te doen. Die kwamen ook op grote schaal voor in Nederland. „In 1981 staakten in Nederland zo’n 300 tot 500 duizend vrouwen voor de legalisering van abortus.”
Een recent voorbeeld van een politieke staking is volgens Kösters de staking voor het vroegpensioen, waarbij gestaakt werd in onder meer het openbaar vervoer en bij de politie. De woordvoerder van de FNV zegt dat bij de vroegpensioenstakingen inderdaad sprake was van een oproep aan de overheid. „Maar die oproep had duidelijk verband met een belangrijke arbeidsvoorwaarde, namelijk het pensioen.” Volgens de FNV valt deze staking daarom wel onder het stakingsrecht.
In het Europees Sociaal Handvest is het recht op collectieve actie vastgelegd, zegt Kösters. „Op basis daarvan kun je zeggen dat je dus kunt staken tegen de oorlog in Gaza, alleen niet in je eentje.” Het is daarnaast een criterium dat je de staking tijdig aankondigt, en dat je rekening houdt met de openbare orde en veiligheid. „Zolang je de staking dus tijdig aankondigt en niet in je eentje staakt, zou het me verbazen als een rechter oordeelt dat het niet mag.”
Dus
Weet dat je bij een zuiver politieke staking geen beroep kunt doen op het stakingsrecht. Wel laat de geschiedenis zien dat lang niet alle stakingen enkel over arbeidsvoorwaarden gaan.
Een jaar moest de nieuwe queerclub Raum wachten op zijn eerste Amsterdam Dance Event (ADE). Toen Raum, in een industrieel jaren zestig gebouw nabij station Sloterdijk, na twee jaar bakkeleien met de provincie, vorig jaar op het punt stond om open te gaan tijdens ADE, bleek op het laatste moment toch ‘gedoe’ rondom vergunningen. Dus bleef de club gesloten, tot ieders verdriet. Na sluiting van clubs als De School en Kanaal 40 (tijdelijk) was de behoefte aan een nieuwe queervriendelijk club voor elektronische dancemuziek groot.
Afgelopen april opende de club eindelijk. En nu is Raums eerste ADE een feit, met direct een heuse weekender – een non-stop feest van zaterdagmiddag tot maandagochtend.
En druk dat het is aan de Humberweg. Hier heeft het Amsterdamse nachtleven duidelijk op gewacht. Vanaf zaterdagmiddag begroet een zachtaardig mens aan de deur met prachtige make-up de bezoekers en legt hen de huisregels uit. Geen foto’s en video’s. Consent is essentieel (toestemming voor bepaalde intieme handelingen). En mocht je grensoverschrijdend gedrag ervaren dan lopen er mensen met gele hesjes rond naar wie je toe kunt.
Eenmaal binnen valt de aangename indeling en inrichting van de club op. Het is donker maar niet duister, vanwege twee grote door smaakvol figuurglas afgeschermde ‘chill’ ruimtes om in op adem te komen. De rijen bij de bar zijn de hele avond kort, de grote zaal boven en de kleine zaal rechts zijn van elkaar gescheiden op een manier die de verbinding tussen de twee niet doorknipt.
In de expozaal en de studiozaal warmen respectievelijk dj’s High Future en Peach de nacht op met vrolijke, laid back house, die langzamerhand steeds ruiger wordt. Op zondag draaien er nog meer local heroes als Job Jobse, Afra en Mary Lake – de rij buiten wordt steeds langer, en slingert rond een uur of één zelfs de hoek om. Dit belooft wat.
Begeleiding
Eerder deze week, tijdens een panel van het Amsterdam Dance Event in het Stedelijk Museum dat gaat over het nieuw opgerichte Institute for Night Culture (INC), stelde Sven Bijma, medeoprichter van queerclub Raum, dat het Amsterdamse nachtelijk ondernemersklimaat „een neoliberaal hell hole ” is. Het gedoe rondom de vergunningen en de jarenlange zoektocht van Bijma en compagnon Diego Meijers, die met hun queercollectief SPIELRAUM een eigen vast ruimte zochten, laat zien dat een dergelijk instituut hard nodig is. Bijma en Meijers hadden graag begeleiding gekregen vanuit de gemeente bij hun zoektocht. Toch is het panel in het Stedelijk, dat onder meer bestaat uit Touria Meliani (wethouder Cultuur, GroenLinks) en nachtondernemers van Sexyland en Garage Noord, ook alert op ‘het gevaar’ van het institutionaliseren van het nachtleven.
Er bestaat namelijk spanning tussen de activistische wortels en het ‘do-it-yourself’ karakter van dancemuziek, en de huidige enorme populariteit van het genre. House, disco en techno ontstonden in de jaren zeventig en tachtig als protestmuziek in steden als New York, Chicago en Detroit. Voor zowel de LGBTQIA+- als Afro-Amerikaanse gemeenschappen waren nachtclubs plekken om te ontsnappen, om in vrijheid zichzelf te zijn. Tegenwoordig is dance echter ook een van de meest commerciële genres ter wereld, waar wereldwijd bijna 12 miljard euro in omgaat.
Die spanning tussen activisme en commercie liep dit jaar ook door het Amsterdam Dance Event, het grootste dancefestival ter wereld. Zo stonden zaterdag housepioniers Kerri Chandler, Moodymann en DJ Deep in het HEM, op hetzelfde moment dat EDM-dj Martin Garrix voor de vijfde keer tot beste dj van de wereld werd uitgeroepen in een volle Johan Cruyff ArenA (een record dat hij nu deelt met Armin van Buuren).
En een paar uur daarvoor trok er door het centrum van de stad een luide protestmars van duizenden dansers, krakers en activisten: ADEV – Amsterdam Danst Ergens Voor, een tegenreactie op het (in de ogen van de activisten) te commerciële ADE.
Thuiskomen
In Club Raum heeft het ritme van dansende halfnaakte lijven een hypnotiserende werking. Het stoomt op de dansvloer, en niet alleen vanwege de hitte: het publiek loopt rond in prachtige, opvallende outfits, vaak van weinig tot geen stof. De sfeer is niet anders te beschrijven dan ongelooflijk lief. Onder de ingenieuze lichtinstallaties, tussen de conceptuele kunst en in de kantine en de rij voor de wc, wordt er gelachen, gekletst, gezoend en gedanst – heel veel gedanst. De temperatuur, vooral in de bovenzaal, klimt en klimt. De horizontale raampjes die uitkijken over de industriële Westrandweg zijn de hele nacht ondoorzichtig beslagen.
Het is haast ontroerend om te zien hoe het publiek thuiskomt in Raum, elkaar begroeten als op een huisfeestje. De LGBTQIA+-gemeenschap is hecht, maar lijkt ook gastvrij naar nieuwkomers. In Raum wordt de heteronormatieve norm van de dag uitgedaagd in de geest van hoe dancemuziek begon, in vrijheid en verzet.
„Nachtcultuur wordt collectief beleefd”, zei Sven Bijma van Club Raum een paar dagen eerder in het Stedelijk. „Je komt niet consumeren, maar deelnemen. Je bént de club als je naar ons toekomt.” Zo blijkt Raum een protestclub, simpelweg door te bestaan, en is het misschien wel juist die spanning tussen activisme en commercie die van het ADE zo’n spannend succes maakt.