Opvallend eensgezind en op ernstige toon keerde politiek Den Haag zich deze week tegen het oprukkend antisemitisme. Nadat een concert van zangeres Lenny Kuhr, die Joods is, vorige weekend werd verstoord en zij door pro-Palestijnse actievoerders werd uitgescholden voor ‘terrorist’ en ‘zionist’, was de verontwaardiging in de Tweede Kamer groot.
Dertien van de vijftien Kamerfracties brachten een verklaring tegen Jodenhaat uit, waarin zij schreven dat de „veiligheid en vrijheid van Joodse Nederlanders” op het spel staan. Demissionair premier Mark Rutte (VVD) voegde daar donderdag aan toe dat „een keiharde grens” is overschreden en dat het door de toename van antisemitische incidenten „echt de verkeerde kant op gaat”.
Nieuwe grens overschreden
Al jaren neemt het aantal meldingen en aangiftes van antisemitische incidenten toe, volgens de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding Eddo Verdoner – maar na het begin van de oorlog tussen Israël en Hamas op 7 oktober, is volgens hem sprake van „een enorme toename”. Verdoner hoort en krijgt allerlei meldingen: ‘Jood’ wordt in schoolklassen als scheldwoord gebruikt, sommige Joden durven niet meer met een keppeltje over straat en – een voorbeeld van deze week – een Joodse vrouw in Amstelveen werd aan huis opgezocht en geïntimideerd omdat haar dochter in het Israëlische leger dient.
Mirjam Bikker, fractievoorzitter van de ChristenUnie, zegt dat door het incident met Kuhr een nieuwe grens is overschreden. Deze week viel op dat de vergelijking met de jaren dertig niet werd geschuwd. BBB-leider Caroline van der Plas zei: „We weten allemaal wat er is gebeurd tijdens de Holocaust. We weten allemaal hoe dat is ontstaan: door het uitsluiten en uitschelden van Joden.”
Helpt dit het debat? Kan de politiek meer doen dan antisemitisme scherp veroordelen? En zo ja, wat?
Normeren heeft een inherente waarde, vindt Bikker, die samen met VVD-leider Dilan Yesilgöz het initiatief tot de Kamerbrede verklaring nam. „Woorden doen er zeker toe. Door ons uit te spreken, laten we zien dat democratische waarden niet alleen een letter zijn, maar ook een cultuur”. Verdoner hoopt dat de verklaring leidt „tot een breder bewustzijn dat er echt iets aan de hand is”. Hij roept de politiek op werk te maken van „een structurele aanpak” van antisemitisme. „We zitten nu nog te veel op incidentenbestrijding.”
Gaza
Maar de Gaza-oorlog maakt het antisemitismedebat ingewikkeld. Pro-Palestijnse actievoerders zeggen consequent dat hun kritiek zich louter richt op het Israëlische optreden in Gaza, en dat zij Kuhr niet hebben aangesproken op haar Joods-zijn, maar op haar openlijke steun voor het Israëlische leger. Denk-fractievoorzitter Stephan van Baarle zegt op de filmpjes van het concert „geen antisemitische leuzen” te hebben gehoord. Hij ondertekende daarom de verklaring tegen Jodenhaat niet; het protest tegen Kuhr werd daarin antisemitisch genoemd. „Ik zie dat partijen proberen om antisemitisme, wat ik verwerpelijk vind, aan te wenden om mensen die een pleidooi houden voor gelijke rechten van Palestijnen monddood te maken”.
Maar Kuhr voelde zich wel degelijk antisemitisch bejegend, zei ze in de media. Veel Joden nemen ook aanstoot aan de leus die Van Baarle in de Kamer gebruikte, ‘From the river to the sea, Palestine will be free’, die geïnterpreteerd kan worden als een oproep om Israël te vernietigen. Een rechter oordeelde afgelopen zomer dat deze niet als strafbaar aangemerkt kan worden. Een Kamermeerderheid verklaarde afgelopen oktober evenwel de leus als een oproep tot geweld te zien.
De Denk-leider wil daar geen rekening mee houden. „Voor mij is die leus een pleidooi voor gelijke rechten voor Joden en moslims in één staat: Palestina. Ik zie geen reden dat mensen zich daardoor bedreigd zouden moeten voelen.”
De Tweede Kamer gaat binnenkort, in elk geval ruim voor de 4 mei-herdenking, in debat over de aanpak van antisemitisme. Premier Rutte zei donderdag, met zijn typisch liberale inslag, dat vooral niet alleen naar Den Haag moet worden gekeken en noemde het „een zaak van de samenleving”. De Kamer zal daar geen genoegen mee nemen en eist meer actie en daadkracht van het kabinet, dat heeft beloofd met verschillende sectoren en ook politie en justitie in gesprek te gaan.
De ChristenUnie wil „een duidelijke opvolging” van antisemitische incidenten, zegt Mirjam Bikker. Ze pleit ervoor dat politie en OM meer prioriteit aan zaken geven en dat zij vaker het snelrecht toepassen. Ook hoopt zij dat burgemeesters sneller durven in te grijpen als bij demonstraties antisemitische leuzen klinken.
Maar de praktijk is weerbarstig. Zo staat de personele capaciteit van politie en justitie al onder grote druk en zijn burgemeesters huiverig het demonstratierecht al te veel in te perken. Het bewijzen van antisemitische leuzen is bovendien lastig. Zo schreef de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema onlangs aan de gemeenteraad dat niet kon worden vastgesteld dat bij de opening van het Holocaustmuseum „Juden raus” was gescandeerd, terwijl sommige Joodse organisaties hier wel melding van maakten.
Wetgevingstempo
De moeizame bewijslast daargelaten, toonde Den Haag zich eerder niet overmatig daadkrachtig als het om het wettelijk aanpakken van antisemitisme ging. Zo kwam het demissionaire kabinet vorig jaar met het voornemen Holocaustontkenning expliciet te verbieden. Dat voorstel moet nog steeds worden behandeld, net als twee initiatiefwetten van de Kamer die in de strijd tegen antisemitisme kunnen helpen. GroenLinks en ChristenUnie werken sinds 2021 aan een voorstel voor strafverhoging bij discriminatoire geweldsdelicten. Een antisemitisch voorbeeld hiervan was de brandstichting bij een Amsterdams koosjer restaurant in 2020.
En CDA-Kamerlid Derk Boswijk hervatte deze week het werk aan een voorstel om het verheerlijken van terroristische misdrijven van bijvoorbeeld Hamas te verbieden, een voorstel dat hij voor het eerst indiende in 2016.
Lopen de grote woorden en het wetgevingstempo van kabinet en Kamer niet uit de pas? Bikker (ChristenUnie) hoopt het voorstel voor de zomer klaar te hebben en zij vindt dat niet slecht, gezien haar kleine fractie en minimale ondersteuning. Boswijk erkent volmondig dat zijn voorstel te lang heeft gelegen. „Destijds was de verheerlijking van IS, met vlaggen op demonstraties, de aanleiding. Nu kun je het op Hamas betrekken.” De CDA’er hoopt in het wetsvoorstel naast het fysieke domein ook het verheerlijken van terreur online te kunnen onderbrengen.
Vanuit de samenleving klonk deze week steun voor de strijd tegen antisemitisme, maar er waren ook kritische noten over het selectieve van de verontwaardiging. Nadat de Tweede Kamer de cultuursector opriep zich uit te spreken tegen antisemitisme, schreef theater Oostpool uit Arnhem: „We spreken ons met klem uit tegen – en nemen afstand van – elke vorm van antisemitisme. […] Tegelijkertijd willen wij wijzen op de ambivalentie van de oproep: terwijl wij worden opgeroepen ons uit te spreken tegen antisemitisme, onderhandelen partijen aan de formatietafel met een extreemrechtse en islamofobe partij.” Namelijk de PVV.
Dat de PVV onder de verklaring tegen Jodenhaat stond, was voor Denk nóg een reden om niet te willen tekenen, zegt Stephan van Baarle. Ook hij vindt de huidige focus op antisemitisme „selectief en ongeloofwaardig”. „Ik heb een verklaring over moslimhaat van al deze partijen gemist, bijvoorbeeld toen er onlangs weer een moskee met hakenkruizen werd beklad.”