Achter de bordjes met ‘Winkeldieven betalen € 181’, die bij duizenden winkels in Nederland te zien zijn, schuilt een opmerkelijk verhaal over de Nationale Politie. Het is een verhaal waarin de politie privacywetten schendt, waarschuwingen daarover negeert en oud-agenten bevoordeelt. Woensdag voegde de rechtbank Den Haag hier een nieuw hoofdstuk aan toe door de Nationale Politie te veroordelen tot het betalen van een schadevergoeding van 208.000 euro.
„Het is geweldig dat ik in het gelijk gesteld ben”, zegt directeur Rogier Bakker van Overlastregistratie Nederland, nu een jarenlange strijd tegen de politie definitief in zijn voordeel is beslecht. Nadat de Nationale Ombudsman het handelen van de politie als „onredelijk” en „niet behoorlijk” kwalificeerde en de rechtbank in een tussenvonnis onrechtmatig handelen van de politie vaststelde, heeft de rechter nu vastgesteld hoeveel dat handelen de Nationale Politie – en dus de belastingbetaler – kost.
Toch is Bakker woensdagochtend niet opgetogen. Hij was de afgelopen jaren dag en nacht bezig met de rechtszaak. „Gezien de tijd, het geld en de spanning die het mij opleverde voelt het ook als een pyrusoverwinning.”
Hoe kun je als politie nou meewerken aan een stichting die ermee instemt dat op grote schaal de wet wordt overtreden?
Voor Bakker begint het verhaal ruim tien jaar geleden. Hij is dan voorzitter van de ondernemersfederatie van de Haagse binnenstad waar een project loopt tegen winkeldieven, vertelt hij in een gesprek in aanloop naar de uitspraak.
181 euro
Los van de strafrechtelijke aanpak door politie en justitie, kunnen dieven door winkeleigenaars ook civielrechtelijk worden aangepakt. Naast het opleggen van een winkelverbod, kunnen zij de kosten van een diefstal bij de dader in rekening te brengen.
De schade die een dief moet vergoeden bestaat onder meer uit de tijd die de ondernemer kwijt is aan de administratieve afhandeling en de observatie van de winkeldief. Voor deze ‘civiele aansprakelijkstelling’ hanteren winkels een standaard bedrag dat met bordjes als ‘Winkeldieven betalen € 181’ kenbaar wordt gemaakt.
Bakker komt als voorzitter van de ondernemersfederatie met de civiele aansprakelijkstelling in aanraking. „Het ging er enorm omslachtig aan toe”, memoreert hij. Na iemand betrapt te hebben, moest het personeel de winkeldief meenemen en met de hand een lijvig formulier invullen. „Ik dacht: ‘ik moet een app bouwen om dat proces voor ondernemers te vereenvoudigen’.” Overlastregistratie Nederland wordt geboren en richt zich als juridisch dienstverlener op de afhandeling van winkeldiefstallen.
Vrijwel alle winkels besteden het verhalen van de 181 euro op de winkeldief uit aan zo’n gespecialiseerde organisatie. Als Bakker in 2015 de markt betreedt zijn er twee anderen actief: Detailhandel Nederland en de Service Organisatie Directe Aansprakelijkstelling (SODA).
De laatste is grondlegger van de aanpak en met afstand de grootste. Het bedrijf wordt in 2006 opgericht door politieman Arie Jan van Os, die als agent zag „dat criminelen ongestraft wegkwamen en benadeelden met de schade achterbleven”, leert de ontstaansgeschiedenis.
Met Overlastregistratie Nederland krijgt SODA er een geduchte concurrent bij. „Ik wist mooie klanten binnen te halen zoals Dirk, Action, Zara, Dekamarkt, Vomar en Sligro”, vertelt Bakker. „Maar in 2016 begon ik plots klanten te verliezen aan SODA. Dat vond ik raar, mijn klanten waren tevreden maar toch gingen ze weg.”
De reden, zo ontdekt Bakker: de politie is de gegevens van alle gearresteerde winkeldieven van alle winkels in Nederland direct aan SODA gaan verstrekken. Onder het mom van een ‘pilot’ krijgt het bedrijf bijna drie jaar lang toegang tot de persoons- en adresgegevens van alle winkeldieven in Nederland. Naast die van de eigen klanten zitten daar dus ook winkeldieven tussen van klanten van Overlastregistratie Nederland, Detailhandel Nederland en van winkeliers die überhaupt nog geen juridisch dienstverlener in de arm hebben genomen.
Lees ook
Aanpak van winkeldieven stokt door gebrekkige medewerking van de politie
De klantenstroom van Overlastregistratie Nederland droogt op. Bakker, die een vast bedrag per aansprakelijkheidsstelling vraagt, moet geregeld maanden op gegevens wachten. Dit terwijl SODA, dat op basis van no cure no pay werkt, ze vrijwel direct ontvangt. Omdat SODA ook gegevens krijgt aangeleverd van bedrijven die nog geen klant zijn, zit het bedrijf ook op acquisitievlak gebakken. „Ik kon niet geloven wat er gebeurde”, vertelt Bakker. „Op zo’n manier persoonsgegevens verstrekken mag vanuit privacy-oogpunt helemaal niet.”
Klanten werven
Wettelijk mag de politie gegevens van een dader verstrekken aan de benadeelde van een strafbaar feit; die kan zo zijn schade verhalen. Daarvoor moeten die benadeelden, of hun juridisch dienstverleners, een schriftelijk verzoek bij de politie indienen.
Maar met de in 2016 gestarte ‘pilot Geautomatiseerde Verstrekking Winkeldiefstallen’ gaan alle winkeldiefstalgegevens direct naar SODA. Die automatische levering valt onder een project dat een jaar onder de vlag van het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing – een publiek-privaat samenwerkingsverband van onder meer politie en bedrijfsleven – liep.
Uit documenten die onderdeel uitmaken van de rechtszaak tussen Overlastregistratie en de politie en die NRC inzag, blijkt dat de politie tijdens dat project klanten onder winkeliers werft voor SODA. Wijkagenten werken als ‘ambassadeur’ voor het bedrijf en moeten winkeliers bekend maken met de civiele aansprakelijkstelling en hen op het voordeel van een afhandeling via SODA wijzen.
De start van de pilot in 2016 luidt voor Bakker een jarenlang, slepend proces in. Hij dient een klacht in bij de politie en wijst erop dat de automatische levering van de persoonsgegevens van alle winkeldieven in Nederland een schending van privacywetgeving is en per direct moet worden gestaakt.
Hoofd van de eenheid Noord-Holland, die de landelijke portefeuille winkeldiefstal onder haar hoede heeft grijpt niet in
Bij de politie stuit hij echter op een muur. Hoofd van de eenheid Noord-Holland Liesbeth Huyzer, die de landelijke portefeuille winkeldiefstal onder haar hoede heeft en in 2017 toetreedt tot de landelijke korpsleiding, grijpt niet in.
Huyzer en een naaste medewerker, de landelijk coördinator ketensamenwerking, fiatteren de praktijk omdat zij een rol spelen bij de in 2012 opgerichte toezichthouder: de Stichting Directe Aansprakelijkstelling Aan Daders (DAAD). Die stichting, waar alleen SODA bij is aangesloten, heeft als doel dieven civiel aansprakelijk te laten stellen en het bewaken van de juridische kaders waarbinnen dat gebeurt. In de Raad van Toezicht, die geen probleem ziet in de automatische gegevensverstrekking, zit de coördinator ketensamenwerking van de politie. Huyzer zelf is volgens de stichting ‘meelezend lid’ van de Raad van Toezicht; daardoor wordt ze niet bij de Kamer van Koophandel geregistreerd.
Privacy-experts van de politie weten niet wat ze zien. „De politie was toeleverancier van alle winkeldiefstallen in heel Nederland naar een bedrijf en zat in de Raad van Toezicht die moest controleren of de gegevensverstrekking wel binnen de juiste juridische kaders plaatsvond”, zegt Mario Benschop, gepensioneerd privacyfunctionaris en hoofd coördinator van de privacydesk van de eenheid Noord-Holland.
Hij schrikt als hij de klacht van Bakker in 2017 onder ogen krijgt. „Hoe kun je als politie nou meewerken aan een stichting die ermee instemt dat op grote schaal de wet wordt overtreden?”
Benschop vindt het illustratief voor de lage prioriteit die bij de Nationale Politie aan privacy wordt gegeven. Intern, zegt Benschop, slaat hij alarm als hij de gang van zaken ontdekt. Los van het feit dat het niet is toegestaan om dadergegevens van winkels te verstrekken die niet eens bij SODA klant zijn, wijst Benschop erop dat de automatische lijsten vol fouten zitten.
Gegevensbeheer is niet waar de politie het allerbeste in is
„Gegevensbeheer is niet waar de politie het allerbeste in is”, zegt Benschop. In het incidentregistratiesysteem van de politie, waar hij tien jaar functioneel beheerder van was, slopen in zijn tijd geregeld fouten omdat agenten alles handmatig en soms gehaast invoeren. Toevoegingen zoals ‘B’ bij een adres invoeren kon niet en dat zorgde voor problemen als meerdere winkels achter hetzelfde huisnummer schuilgingen. Benschop: „Als het gegevensbeheer zo slecht is, kun je dus zeker niet automatisch lijsten uitgeven.”
Volgens de oud-agent wordt pas eind 2018, anderhalf jaar nadat hij intern aan de bel trekt en de problemen ook toenmalig politiechef Erik Akerboom bereiken, met de onwettige automatisch verstrekking gestopt.
‘Belangenverstrengeling’
Bakker stapt ook naar de Nationale Ombudsman. Die bemiddelt tevergeefs tussen de politie en Overlastregistratie Nederland en Detailhandel Nederland (dat eind 2020 wordt opgeheven) en start vervolgens een onderzoek. Daarvoor spreekt de Ombudsman met vijf politiemedewerkers, onder wie Benschop. Zij wijzen de ombudsman op de nauwe verwevenheid tussen de politie en SODA, zo blijkt uit het onderzoeksrapport waarin de politiemedewerkers geanonimiseerd worden opgevoerd.
Ze vertellen de Ombudsman onder meer dat Niels van Os, zoon van oprichter Arie Jan, jarenlang voor zowel de politie als voor SODA werkte en tijdens het politiewerk reclame voor het bedrijf van zijn vader maakte bij politiecollega’s. Nadat deze „vermeende belangenverstrengeling” werd gemeld, moest Van Os voor een werkgever kiezen. Het werd SODA. Vorig jaar volgde hij zijn vader op als directeur.
Ombudsman Reinier van Zutphen constateert uiteindelijk in 2022 dat SODA „een stevige marktpositie heeft kunnen creëren” dankzij de volledige gegevenslevering door de politie, de dubbelrol van Niels van Os en de trage houding van de politie bij de aanpassing van de privacyschendende werkwijze. Het eindoordeel van de Ombudsman luidt dat de politie zich „niet behoorlijk” heeft gedragen en zich jegens Overlastregistratie Nederland „onredelijk” heeft opgesteld.
En hoewel er geen klacht over is ingediend constateert de Ombudsman dat er bij de verstrekking van winkeldiefgegevens veel fout gaat. Zo ontvangt Overlastregistratie Nederland gegevens van winkeldieven van SODA en andersom. Politiemedewerkers vertellen de Ombudsman dat de foutmarge 20 procent bedraagt – wat de politie ontkent. De Ombudsman concludeert dat „het zeer aannemelijk is dat de politie haar informatiehuishouding niet op orde heeft” en niet secuur omgaat met gevoelige informatie waardoor „privacyrechten van burgers in het geding kunnen komen”.
Machtige overheid
Na het rapport van de Ombudsman vraagt Bakker de politie om vergoeding van zijn gederfde omzet, die volgens hem in de miljoenen loopt. Omdat de politie niet meer dan 25.000 euro wil vergoeden, stapt hij naar de rechter. Woensdag stelde de rechtbank vast dat Bakker recht heeft op 173.408 euro schadevergoeding en zo’n 34.000 euro vergoeding van andere kosten.
Bakker houdt er vanwege onder meer zijn forse advocatenkosten onder de streep vrijwel niets aan over, vertelt hij. „Dit is heel teleurstellend. Het geeft voor mij aan dat je als burger tegen de machtige overheid niks in de pap te brokkelen hebt.”
De ondernemer, nog steeds actief met Overlastregistratie Nederland, hoopt dat de politie zich door de uitspraak laat aansporen de gegevens van winkeldieven eindelijk correct te verstrekken.
In januari onthulden NRC en de NOS dat die gegevensverstrekking sinds 2024 nagenoeg stil is komen te staan. Iedere individuele politie-eenheid is verantwoordelijk gemaakt voor de verstrekking en die eenheden leven hun plicht daartoe nauwelijks na. Het gevolg is dat tienduizenden winkeldieven nu ‘vrijuit’ gaan. In een reactie stelde de politie toen dat wordt gewerkt aan een ‘nieuw landelijk uniform proces’. Bakker is sceptisch. „Dat wordt al jaren gezegd. Vooralsnog is de winkeldief de lachende derde.”
