Politicologen: ‘BBB wakkert de competitie op rechts aan’

Agrarisch populisme BBB lijkt de sweet spot van de politiek gevonden te hebben, tussen rechts en radicaal-rechts in. Drie politicologen analyseren waar deze nieuwe politieke stroming voor staat. „De partij is een spons.” 

BBB won niet alleen op het platteland stemmen, constateren politicologen.
BBB won niet alleen op het platteland stemmen, constateren politicologen.

Foto Kees van de Veen

‘Een marginaal fenomeen”, schreven de politicologen Sarah deé Lange en Matthijs Rooduijn in een boek over agrarische protestpartijen in Europa, waaronder Nederland.

Het boek verscheen in 2015.

Matthijs Rooduijn, politicoloog aan de Universiteit van Amsterdam, haalt zijn woorden van toen met een lach aan. Zo snel kan het gaan. De sensationele verkiezingsoverwinning van de BoerBurgerBeweging (BBB) was enkele jaren geleden nog onvoorstelbaar. „Er waren nauwelijks agrarische bewegingen actief in de politiek. Als er al partijen opkwamen voor boeren, waren dat nationalistische of radicaal-rechtse partijen.”

Waar komt BBB vandaan? Waar staat de partij op het politieke spectrum? En hoe verandert de partij het politieke landschap? Drie politicologen – Léonie de Jonge (Rijksuniversiteit Groningen), Sarah de Lange en Matthijs Rooduijn (beiden UvA) proberen op verzoek van NRC die vragen te beantwoorden.

Ze zien in BBB een partij in beweging, waarbij nog veel onduidelijk is. Veel partijen beginnen lokaal, bouwen aan een visie en groeien door naar de Tweede Kamer, zoals BIJ1 of de SP. BBB deed het precies andersom, begon in de Tweede Kamer en breekt nu provinciaal door.

Politicologen, zegt Léonie de Jonge, „kijken nu allemaal naar BBB en proberen te determineren wat voor dier het is”. Over één ding zijn ze het eens: BBB is een rechts-populistische partij.

Matthijs Rooduijn: „Populisme gaat over het contrast tussen een ‘volk’ en een ‘elite’. Het volk zou door die elite worden verraden, of hun belangen zouden niet worden vertegenwoordigd. BBB draagt dat ook uit, het gaat daarbij vaak om de politieke, maar ook om de stedelijke elite, die geen oog heeft voor de mensen op het platteland.”

Sarah de Lange: „Als je het verkiezingsprogramma van 2021 leest, zit daar heel weinig populisme in. Het is een verhaal van en voor het platteland.” Na de verkiezingen, toen Caroline van der Plas in de Kamer belandde, veranderde de toon. „In debatten en op sociale media zet ze zich af tegen het kabinet en het establishment, met het klassiek populistische argument dat ze niet weten wat er leeft bij de bevolking.”

Er is bij de BBB duidelijk een ontwikkeling te zien in de richting van radicaal-rechts als het om migratie gaat

Sarah de Lange hoogleraar politicologie

‘Een vleugje radicaal-rechts’

In haar stemgedrag zit Van der Plas meestal dichtbij radicaal-rechts, zegt Sarah de Lange, vooral als het om een onderwerp als migratie gaat. Zo stemde ze voor een motie van de PVV om „te stoppen met het binnenlaten van asielzoekers die parasiteren op onze verzorgingsstaat”. De Lange: „De tijd moet leren waar de partij uiteindelijk landt, maar er is duidelijk een ontwikkeling te zien van het verkiezingsprogramma naar het stemgedrag nu, in de richting van radicaal-rechts als het om migratie gaat.” Van der Plas zelf zegt dat ze rechts is op thema’s als asiel en migratie, en links op sociaal-economische thema’s.

Léonie de Jonge noemt BBB „populistisch met een vleugje radicaal-rechts”. Dat baseert ze onder meer op het verkiezingsprogramma uit 2021, waarin staat dat leraren wordt verboden „hun eigen ideologieën te verspreiden onder leerlingen”, en dat er een meldpunt moet komen „waar leerlingen en ouders dit kunnen melden”. Ook spreekt het programma als het om migratie gaat over „economische gelukszoekers”, die „zo snel mogelijk worden uitgezet naar eigen land”.


Lees ook: Waarom BBB óveral groot is: dit is niet alleen de overwinning van het platteland

Op veel onderwerpen draagt Van der Plas een anti-elitair verhaal uit, dat volgens De Jonge doet denken aan dat van Geert Wilders of Pim Fortuyn. „Ze komt authentiek over, een gewoon iemand tegen de Haagse politiek, dat maakt haar voor kiezers aantrekkelijk. Ze is anders dan de meeste andere populistische politici een vrouw, en komt minder polariserend over dan bijvoorbeeld Geert Wilders. Tegelijk neemt ze nooit echt afstand van radicaal-rechts, ze speelt een beetje met die ideeën. Dit is ook de uitdaging: tot nu toe had BBB maar één gezicht, de regionale kandidaten zijn nog vrij onbekend. Er is altijd een risico op kandidaten met extremere standpunten. Wie deze mensen zijn, wat ze vinden, zal de richting van BBB mede gaan bepalen.”

Foto’s Kees van de Veen / Eric Brinkhorst

De partij van noaberschap

‘Agrarisch populisme’ is de term die de politicologen geven aan BBB. Sarah de Lange: „Dat betekent dat ze het niet alleen hebben over de gewone man, zoals andere populisten, maar dat de partij ook het leven van de plattelander, de traditie en mores verheerlijkt. ‘Wij hebben nog noaberschap’, hoor je dan, ‘wij zijn een gemeenschap met betere normen en waarden dan die van Randstedelingen of mensen in de grote stad’.”

Boerenpartijen zijn niet nieuw in Europa. De politicologen wijzen naar Scandinavië en IJsland, waar ze al lang bestaan, en relatief succesvol zijn. In Noorwegen maakt de agrarische Centrumpartij (gesticht in 1920) deel uit van de regering. Het logo van de Centrumpartij: een groen klavertje vier, net als BBB. Ook Finland en Zweden hebben zo’n Centrumpartij, mét groen klavertje vier.

En in Nederland kwam in de jaren zestig de Boerenpartij op, van Hendrik Koekkoek. Hij behaalde zeven zetels in 1967. Het beginselprogramma van die partij doet denken aan de ideeën van BBB: „ De Boerenpartij staat niet alleen op de bres voor boeren, tuinders, enz., maar voor elke groep, die achtergesteld wordt of waarvan de belangen onvoldoende door de overheid worden behartigd.” De partij verdween in 1981 uit de Tweede Kamer.

Bij iedere agrarische partij zie je het verzet tegen de elites en de grote steden

Matthijs Rooduijn politicoloog

Rooduijn plaatst BBB in de traditie van de Amerikaanse People’s Party, die aan het einde van de negentiende eeuw opkwam. De partij kwam in verzet tegen de industrialisatie en nam het op voor noodlijdende boeren. Daarbij wist de partij stedelijke arbeiders aan te spreken, in de ogen van de partij óók slachtoffers van de moderne tijd. Uiteindelijk viel deze agrarische partij uit elkaar. Rooduijn: „Agrarisch populisme is geen volwaardige ideologie. Maar bij iedere agrarische partij zie je het verzet tegen de elites en de grote steden terugkomen. Het gaat altijd om het gevoel dat een manier van leven niet begrepen wordt door de mensen die de beslissingen nemen. Die boodschap spreekt een breder publiek aan dan alleen mensen in agrarische gemeenschappen.”

Matthijs Rooduijn heeft meerdere verklaringen voor het succes van BBB. „Het leiderschap en de uitstraling van Caroline van der Plas, de schandalen die raakten aan het vertrouwen in de overheid, zoals de gaswinning in Groningen en het Toeslagenschandaal, die spelen allemaal tegelijk een rol.”

Maar vooral, zegt hij, ligt de verklaring bij stikstof en klimaat. „BBB heeft kunnen opkomen omdat andere populistische partijen het agrarische belang negeerden. Radicaal-rechts heeft het over globalisering, migratie, Europa. Maar klimaatverandering, natuur, stikstof, groene onderwerpen dus, bepalen veel meer het debat in deze tijd.”

Een voorteken was het Nationaal Kiezersonderzoek van 2021, waarin een groep wetenschappers 4.500 Nederlanders vroeg hoe zij naar politiek keken. De onderzoekers zagen toenemende tegenstellingen, en een dalend vertrouwen in politiek. Hét polariserende onderwerp: klimaat. En de reden: hoe je er ook in staat, burgers denken dat er sprake is van een existentiële bedreiging. Ofwel de opwarming van de aarde, ofwel de aantasting van een manier van leven. Zo, zegt Rooduijn in wetenschapstaal, heeft ‘groen’ zich „genesteld in de politieke conflictdimensies”.


Lees hier alles over het Nationaal Kiezersonderzoek van 2021

Drie kiezersgroepen

Sarah de Lange verdeelt de kiezers van BBB in drie groepen, die een gelegenheidscoalitie hebben gesloten. „Er is een kern van echte boeren en plattelandsbewoners. Daaronder zit een laag van mensen buiten de Randstad, die gevoelens van regionaal ressentiment hebben. En dáár weer onder vind je de mensen die überhaupt politiek ontevreden zijn. Die laatste groep kan snel weer weg zijn, de eerste lijkt me het meest stabiele deel van de achterban.”

BBB verbindt niet alleen kiezers van het platteland en ontevreden kiezers in andere gebieden, maar speelt nóg een brugfunctie, zegt Matthijs Rooduijn. „De partij is een spons”, zegt hij, „tussen centrumrechts en radicaal-rechts in, en trekt kiezers uit beide groepen.” Het politieke landschap kent niet langer twee grote kiezersblokken (centrum-links en centrum-rechts) , zo stond in het Nationaal Kiezersonderzoek. Er is een derde blok bijgekomen, dat steeds verder groeit: radicaal-rechts.

Rooduijn wijst op kiezersonderzoek, waaruit bleek dat BBB vooral kiezers trok van VVD, CDA én PVV (en overigens weer heel weinig van FVD). „BBB presenteert zich populistisch, maar lijkt gematigder dan radicaal-rechtse partijen. Daar is al een tijdje behoefte aan, blijkt uit kiezersonderzoek. Denk aan het potentieel dat Pieter Omtzigt zou hebben als hij een eigen partij zou oprichten. Veel BBB-kiezers zullen hem vermoedelijk ook interessant vinden. Daar lijkt een grote electorale markt te zijn.”

Die plek, tussen rechts en radicaal-rechts in, is de sweet spot in de Nederlandse politiek, zegt Matthijs Rooduijn. „FVD heeft het daar even geprobeerd, maar die partij is geradicaliseerd. BBB lijkt die plek nu gevonden te hebben.”

BBB gaat de concurrentie aan met de partijen op radicaal-rechts, al is nog onduidelijk of de partij daar ook hoort. Léonie de Jonge noemt het „een grensgeval”. Ze zegt: „Een paar decennia geleden was er niks in die partijfamilie, en nu is het een heel drukke plek waar partijen heftig met elkaar concurreren. Iedere partij moet zich onderscheiden. De PVV is een vast onderdeel van het politieke bestel geworden, met loyale kiezers. FVD is extreem-rechts geworden. BVNL en JA21 proberen zich als redelijk alternatief van FVD te presenteren. En daar komt nu BBB de competitie nog wat extra aanwakkeren.”

De Provinciale Statenverkiezingen, die geen landelijke verkiezingen zijn, lenen zich traditioneel goed voor een proteststem

Léonie de Jonge politicoloog

Toekomst van de landbouw

Het succes van BBB komt niet alleen doordat kiezers uit twee blokken worden aangesproken, zegt De Jonge. „Nu het zo veel over stikstof en de toekomst van de landbouw gaat, kan BBB issue ownership opeisen: zij hebben het er altijd over, andere populistische partijen veel minder. Bovendien lenen de Provinciale Statenverkiezingen, die geen landelijke verkiezingen zijn, zich traditioneel goed voor een proteststem.”

Léonie de Jonge liep laatst rond op een internationaal congres van politicologen. „Buitenlandse collega’s spreken me ook aan. Ze zeggen: hé, wat is er aan de hand in Nederland? Tot voor kort bestond populisme nauwelijks, en nu zijn jullie the gift that keeps on giving. Zo zien ze Nederland nu: als een politiek laboratorium.”


Lees ook: Zo vluchtig is die proteststem op BBB niet