Polen, Estland, Letland en Litouwen willen mijnen leggen in hun grensregio’s om zich te wapenen tegen eventuele Russische agressie. Daarom willen de vier Oost-Europese landen uit het Ottawa Verdrag van 1999, stappen dat het gebruik verbiedt van landmijnen die gericht zijn tegen personen.
Landmijnen gericht tegen personen worden net onder de grond begraven en exploderen zodra iemand erop gaat staan. Dit soort antipersoonsmijnen is controversieel omdat ze veel slachtoffers kunnen maken onder de burgerbevolking.
Opzegging van het Ottawa Verdrag moet worden goedgekeurd door de parlementen in de vier landen. Alle EU-landen hebben het verdrag in de loop van de jaren ondertekend. Onder meer Rusland, de Verenigde Staten, China, India en Pakistan tekenden het verdrag niet. Rusland gebruikt de mijnen op grote schaal in zijn oorlog tegen Oekraïne.
In een verklaring stellen de ministers van Defensie van de vier landen dat de „veiligheidssituatie in onze regio fundamenteel is verslechterd” sinds het verdrag ruim een kwart eeuw geleden werd geratificeerd. „Militaire dreigingen tegen NAVO-lidstaten die grenzen aan Rusland en Wit-Rusland zijn significant toegenomen”, schrijven de ministers.
Verband met Russische agressie
In hun verklaring leggen de vier landen een rechtstreeks verband tussen hun uittreding uit het Ottawa Verdrag en de Russische agressie tegen Oekraïne en andere Europese landen. „In het licht van deze instabiele veiligheidsomgeving, gekenmerkt door de Russische agressie en zijn voortdurende dreiging tegen de Euro-Atlantische gemeenschap, is het van essentieel belang alle maatregelen te evalueren die onze afschrikking en onze defensiecapaciteiten vergroten.”
Ook in Finland, dat een grens van zo’n 1.300 kilometer deelt met Rusland, wordt al sinds eind vorig jaar gesproken over opzegging van het verdrag. Finland tekende het Ottawa Verdrag in 2012.
Litouwen stapte begin deze maand al officieel uit het verdrag dat naast persoonsmijnen ook de verwerving, het gebruik en de productie van clustermunitie verbiedt. Ook die munitie is controversieel vanwege de potentiële gevaren voor burgers. Litouwen, dat grenzen deelt met zowel Wit-Rusland als de Russische exclave Kaliningrad, wijst erop dat deze munitie ook door Rusland wordt gebruikt, en volgens de regering in Vilnius zijn alle middelen nodig om een potentiële agressor af te schrikken.
Europese herbewapening
De recente stappen van Polen en de Baltische staten passen naadloos in een nieuw Europees beleid van massale herbewapening dat zich aftekent sinds de terugkeer van Donald Trump in het Witte Huis, in januari. Onder zijn presidentschap maakten de Verenigde Staten de afgelopen weken een radicale ommezwaai, waarbij Trumps voorkeur eerder uit lijkt te gaan naar Moskou dan naar de traditionele Europese bondgenoten van de VS. De Europese NAVO-landen vertrouwen er niet meer op dat de VS militair te hulp zal schieten in een oorlog met Rusland, zoals Oekraïne de afgelopen weken ondervond.
Mensenrechtenorganisaties betreuren de voorgenomen stappen van Polen en de Baltische staten. Het Internationale Rode Kruis (ICRC) zegt „zeer bezorgd” te zijn over de Europese herbewapeningsplannen. „De gevolgen van deze mogelijke opzeggingen van conventies door bepaalde landen zouden zeer ernstig kunnen zijn voor veel burgers – op de zeer lange termijn en zelfs binnen de betrokken landen”, zei ICRC-woordvoerder Christian Cardon vorige week. „Juist nu zijn deze verdragen relevant, niet in tijden van vrede en stabiliteit.”
Lees ook
Amerikaanse antipersoonsmijnen moeten Oekraïne helpen bij het afremmen van de Russische opmars
In de Russische oorlog tegen Oekraïne werd de afgelopen maanden duidelijk dat antipersoonsmijnen de opmars van eenheden langs de frontlinies kan vertragen. In november vorig jaar leverde de Amerikaanse regering van president Joe Biden deze mijnen aan Oekraïne om de Russische opmars in de regio Donetsk te vertragen.
In de zomer van 2023 speelde een vergelijkbare discussie toen Washington clustermunitie ging leveren aan Oekraïne, granaten die tientallen kleinere bommen bevatten; deze munitie is zowel gericht tegen voertuigen als tegen troepenconcentraties. Het bezwaar van mensenrechtenorganisaties is dat de bommetjes niet altijd tot ontploffing komen, en daardoor nog jaren na de beëindiging van een oorlog een gevaar kunnen opleveren voor nietsvermoedende burgers.
