Goedemorgen, ‘natuurlijk’ laat Trump de Europese en Canadese heffingen (die weer een reactie waren op zijn heffingen) niet over zijn kant gaan. Maar hoe hij reageert weten we nog niet.
Wat opviel in het nieuws vanochtend:
Nieuws van gisteravond, waar we straks nog even op terugkomen in dit blog: Pokémon Go en een handvol andere spellen van game-ontwikkelaar Niantic zijn voor 3,5 miljard dollar overgenomen door een concurrent uit Saudi-Arabië, Scopely. Pokémon Go bestaat sinds 2016 en is nog altijd populair. Behalve de game verwerft Scopely vermoedelijk een schat aan locatiegegevens van spelers.
Het FD heeft een ronde gemaakt in de eierensector. In de VS zijn de prijzen al tijden heel hoog, mede als gevolg van de vogelgriep. Trump heeft beloofd dat ze omlaag gaan, maar dat wil nog niet lukken. Ook in Europa geen goedkope paaseieren, is de voorlopige conclusie.
Chipmaker Intel heeft een opvolger benoemd voor Pat Gelsinger, die in december weggestuurd werd. Hij heet Lip-Bu Tan, is techinvesteerder en de huidige baas van Cadence, dat chipsoftware maakt. Meer bij de FT.
In het FDlezen we dat Nederland het initiatief heeft genomen voor meer samenwerking binnen de EU op chipgebied. Het verband van negen landen is de ‘Semicon Coalition’ gedoopt.
‘Bijvoet, walnootblad, tarwe, gerst, sint-janskruid, duizendblad, boerenwormkruid…” Etnobotanicus Isabela Pombo Geertsma (33) wijst ze één voor één aan in de kroedwusj die voor haar ligt, in haar werkkamer in de botanische tuinen van de Universiteit Utrecht. Maar dit bundeltje gedroogde bloemen uit het Limburgse Susteren is niet zomaar een veldboeket. „Elk jaar op 15 augustus, tijdens de viering van Maria Hemelvaart, wordt de kroedwusj gezegend. Mensen verzamelen de planten, nemen het mee naar de kerk en hangen het na de zegening op in huis, als bescherming tegen onheil. Niet voor niets zitten er precies zeven soorten in: zeven is het heilige getal.” Een gebruik dat al in de tiende eeuw begon en plaatselijk nog altijd standhoudt.
Voor het samenstellen van zo’n beschermend veldboeket is specifieke plantenkennis nodig. „Eén keer was ik bij een kroedwusjworkshop aanwezig waar een deelnemer sint-jacobskruiskruid toevoegde naast boerenwormkruid – óók een plant met kleine gele bloemen, maar giftig voor vee. Die kreeg meteen op z’n kop, omdat het niet klopte volgens het ‘recept’ en omdat de kroedwusj van oudsher soms gemalen aan zieke koeien wordt gevoerd.”
Pombo Geertsma kwam de kroedwusj op het spoor tijdens haar promotietraject. „Ik onderzoek associaties tussen planten en hekserij in West-Europa, in het heden en verleden. En daar hoort ook de kroedwusj bij, want die zou onder andere beschermen tegen heksen – net als de gelijksoortige sint-janstros, die jaarlijks op 24 juni in enkele Brabantse dorpen wordt gemaakt.” Uit interesse heeft ze zelf ook weleens een kroedwusj gemaakt en laten zegenen. „Tijdens een fietsvakantie met mijn vriend, door Zuid-Limburg.”
Etnobotanie is het vakgebied waarin de relatie tussen mensen en planten centraal staat. „Tijdens mijn biologiestudie was ik zoekende. Toen volgde ik een vak etnobotanie in Wageningen en was ik verkocht. De combinatie van botanie en geschiedenis spreekt me aan. En in mijn promotietraject kan ik alle kanten uit. Zo heb ik vorig jaar met collega’s een artikel gepubliceerd in het Journal of Ethnopharmacology, over de vraag waarom zoveel West-Europese planten naar heksen en duivels zijn vernoemd. Denk aan groot heksenkruid, heksenmelk, duivelsklauw. Het blijken niet zozeer de hallucinogene planten te zijn die dergelijke namen dragen, maar vooral de giftige soorten en de onkruiden.”
Beschermd tegen het kwade oog
Een ander deel van haar onderzoek focust zich op moderne hekserij en de newagebeweging, waarin smudge sticks een rol spelen. „Dat zijn ook bundeltjes van gedroogde kruiden, maar dan bedoeld om een plek te zuiveren van kwade energieën.” Die sticks zijn vaak Noord-Amerikaans en bevatten soorten als veenruikgras en witte salie. Daar kleven de nodige nadelen aan, benadrukt ze. „Door de vercommercialisering worden die planten niet langer op duurzame wijze geoogst en raken ze moeilijker verkrijgbaar voor de inheemse bevolking. In Californië en Baja California rijden de trucks met witte salie af en aan. En die sticks worden echt óveral gebruikt tegenwoordig. Toen ik op skivakantie in de Alpen was kwam ik ze daar ook tegen in een winkel.”
In de Utrechtse botanische tuinen groeit de plant eveneens, naast de tabaksplant, in het vak ‘Tevreden rokers’ – op een steenworp afstand van het bordje ‘Heksenkruiden en heilige planten’.
Pombo Geertsma is geboren in Brazilië. „Mijn moeder, die zelf wis- en natuurkundige is, komt daarvandaan, mijn vader komt uit Nederland. Toen ik anderhalf was verhuisden we hierheen, maar tijdens mijn biologiestudie ben ik wel teruggeweest voor mijn scriptie. In Belém, een grote stad in het noorden van het land, heb ik toen een grote markt voor medicinale planten bezocht. Daar kon je onder andere wijnruit kopen. Als je daarvan een takje achter je oor steekt, dan zou je beschermd zijn tegen het kwade oog.”
Vroegere én hedendaagse heksen
Zelf is ze niet spiritueel of religieus. „Maar ik had er wel een romantisch idee bij. Al toen ik klein was vertelde mijn moeder over de inheemse volkeren in het Amazoneregenwoud en las ik graag boeken over medicinale planten en in mijn fantasie hadden vroegere én hedendaagse heksen een grote kennis van de kruidengeneeskunde.” De werkelijkheid bleek prozaïscher. „In de handgeschreven verslagen van historische zestiende- en zeventiende-eeuwse heksenprocessen in Nederland die ik momenteel ontcijfer spelen planten lang niet altijd een centrale rol. Een van de weinige verwijzingen die ik tot nu toe heb gevonden is een Amersfoortse man die met zijn zoons het blad van een els gebruikte in een poging het weer te beïnvloeden.”
Moderne heksen kopen hun smudge sticks heel vaak online of in een newagewinkel in plaats van zelf kruiden te verzamelen. „Zelfs bij die kant-en-klare sticks is het niet altijd makkelijk om de precieze samenstelling te achterhalen. Dan staat er bijvoorbeeld op het etiket dat er hout in zit van de mastiekboom, Pistacia lentiscus, maar dan is het heel iets anders. Ik heb er nog achteraan gebeld om te achterhalen wat voor hout het dan wél was, maar ze namen niet op, wilden niets zeggen of wisten het zelf ook niet. Ik voelde me net de Keuringsdienst van Waarde.”
In Nederland lijkt de botanische kennis vooral bij biologen te liggen, zegt Pombo Geertsma. „Een vakgebied als kruidengeneeskunde heb je hier weinig – het wordt al snel weggezet als homeopathie. En dat vind ik jammer, want planten zijn superinteressant om je in te verdiepen.”
Verwaarloosde en ondervoede vluchtelingenkinderen uit opvanggezinnen die plotsklaps op straat worden gezet. Jeugdbeschermers en oud-medewerkers stellen dat op zorgen en signalen over kindermishandeling niet altijd adequaat wordt gereageerd door voogdijinstantie Nidos. Dat meldt BNNVARA-onderzoeksprogramma Zembla donderdag.
Een woordvoerder van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) laat desgevraagd aan NRC weten dat er afgelopen najaar al is besloten om onderzoek te doen naar de Nidos-opvanglocaties. Het onderzoek werd ingesteld na meldingen over misstanden en incidenten, ook door de instantie zelf. Vorige maand is het onderzoek uitgebreid naar opvang in gezinnen door Nidos. „Daarna kwamen de vragen van Zembla, aldus de woordvoerder. „Dat sloot mooi aan.”
Zembla sprak met ongeveer veertig woonbegeleiders, docenten en (oud-)medewerkers en jeugdbeschermers van Nidos. Onder meer de screening van opvanggezinnen van kinderen met een verblijfstatus, en de controle op hun verblijf is niet op orde, aldus het onderzoeksprogramma.
De woordvoerder kan niet inschatten wanneer de onderzoeksbevindingen worden geopenbaard, omdat niet duidelijk is wat de beschikbare informatie en gesprekken met betrokkenen zullen opleveren. „Het onderzoek zal wel even duren”, aldus IGJ.
Lees ook
De gezondheid en ontwikkeling van duizenden asielkinderen wordt bedreigd door slechte opvang
‘Doe normaal of ga weg”, schreef Mark Rutte in 2017. De woorden stonden in een brief gericht aan „Alle Nederlanders”, maar die frase was toch echt voor een specifiek deel van de bevolking bestemd. Voor mensen die – zoals het in diezelfde alinea werd geformuleerd – „onze vrijheid misbruiken om hier de boel te verstieren, terwijl ze juist naar ons land zijn gekomen voor die vrijheid.” Er zat een ‘wij’ en een ‘zij’ in die brief. Een ‘ons’ en een ‘hun’. De lezer moest zelf aanvoelen tot welke categorie die behoorde.
In het drieluik Kinderen van Rutte (VPRO) liet docent maatschappijleer Halil Karaaslan een groep jongvolwassenen die brief herlezen. Ze waren samengekomen in het Johan de Witt College in de Haagse Schilderswijk. Wat hen bond was dat ze daar allemaal ooit les hadden gekregen van Mark Rutte, die er gedurende zijn premierschap ook maatschappijleer doceerde. Ondanks al hun onderlinge verschillen hadden ze nog één ding gemeen: allemaal hadden ze een migratieachtergrond. Ze wisten hoe het was om je soms „alleen te voelen in de samenleving”, dacht de in Polen geboren Roksana. En hoe het was om over de maatschappij te leren van meester Mark, terwijl je opgroeit in de maatschappij van premier Rutte.
In de documentaire, waar woensdag het laatste deel van werd uitgezonden, was aanvankelijk ook aandacht voor de positieve invloed die meester Mark op ‘zijn’ kinderen had gehad. „Hij zei tegen mij: ‘Ik zie dat je een succesvolle vrouw gaat worden’”, herinnerde oud-leerling Insaf zich in de eerste aflevering. Hij wist te motiveren, meester Mark. Hij leerde zijn leerlingen dat een Nederlander niet beter is dan een Pool en vice versa; dat je in dit „gave land” kunt worden wat je wil, zolang je er hard voor werkt. Zolang je meedoet.
Wat een ontgoocheling moet het dan zijn als je na een sollicitatie te horen krijgt dat je bent aangenomen, mits je onder werktijd je hoofddoek afdoet. Dat overkwam Hafsa. Of als je op straat door een vreemde wordt benaderd die vindt dat je „terug moet naar je eigen land”. Dat overkwam Khadija. Of als er bij je moeder blauwe brieven op de mat beginnen te vallen waarin wordt medegedeeld dat de door haar ontvangen toeslagen moeten worden terugbetaald. Dat overkwam Anar, die in aflevering 2 in beeld werd gebracht aan tafel bij zijn moeder, met zijn mobieltje tussen hen in op tafel.
Terwijl hij op de luidspreker belde met de BelastingTelefoon spitte hij door de berg brieven die zijn moeder had ontvangen. Net als veel van zijn oud-klasgenoten was hij gewend om van jongs af aan zijn ouders te helpen bij talige zaken. Met deze toeslagenkwestie was hij al anderhalf jaar bezig. „Ik heb persoonlijk nooit het gevoel gekregen dat het systeem mensen met een migratieachtergrond target”, zei Anar. „Maar dan blijkt dat ze dat wel aan het doen zijn. Het heeft me laten zien dat het systeem niet eerlijk is – terwijl ik dat wel altijd dacht.”
Israël en Gaza
Als het aankwam op werk vinden, erbij horen en rechtvaardig worden behandeld bleken de kinderen van meester Mark permanent bovengemiddeld hard te moeten werken en meedoen. En als het aankwam op je mening laten horen vroegen ze zich soms af of hun participatie überhaupt welkom was. Vooral de houding van Nederland ten opzichte van Israël en Gaza gaf ze het gevoel dat hun stem niet werd gehoord. „Ik vertrouw niet meer dat we leven in een democratie”, zei Khadija zelfs. „We leven in iets anders – ik weet niet hoe ik dat kan noemen. Maar ik zie niet dat de mening van iedereen telt.”
Hopelijk heeft Rutte ook naar deze docu over ‘zijn’ kinderen gekeken. Dan heeft hij gehoord hoe zij in de praktijk hun weg vinden in de maatschappij die hij bijna veertien jaar lang heeft vormgegeven. En hoe ze hem aan het eind van aflevering drie ieder een net briefje terugschreven. „Beste Mark”, schreef Anar. „Ik ken u als meester Mark en meneer Rutte. Graag zie ik meer terug van meester Mark. Liefs, Amar.”