Playstationspellen, de cocktailbar en de schetenpot

De bandbus Dagenlang onderweg op vaak onmogelijke uren; de bandbus is het privéterrein van muzikanten. Fotograaf Michiel Bles en journalist Leendert van der Valk bekijken de biotoop van bands on the road. Deze week: DeWolff.


Foto’s Michiel Bles

Geroutineerd stuurt drummer Luka van de Poel de grote bus tussen de krappe paaltjes op de Utrechtse Oudegracht door. Kort daarvoor hebben hij en toetsenist Robin Piso van DeWolff hem elders in de stad opgehaald, zijn ze naar een garagebox gereden om spullen in te laden en nu staan ze voor de studio met knipperende lichten de gracht te blokkeren. Vannacht, na het optreden, voltrekt alles zich in omgekeerde volgorde.

De afgelopen vijftien jaar was de bandbus het rijdende huis van de psychedelische rockband. Toch is dit misschien een van hun laatste gezamenlijke ritjes, nu ze uitwaaieren over het land. Maar ja, kan dat wel, een rockband zonder bus?

Nette jongens

De bandbus is DeWolff zo dierbaar dat ze tijdens hun Europese tour in 2019 op de achterbank van deze Mercedes Sprinter hun album ‘Tascam Tapes’ schreven en opnamen. Tijdens al die uren onderweg leer je elkaar kennen. Ze zijn best nette jongens, maar het aantal scheten probeerden ze te beperken met een boete die betaald moest worden in de schetenpot die aan de spiegel hing. Toen de pot zo vol zat dat bij elke bocht de muntjes door de bus vlogen, hebben ze het maar opgegeven.

Bij Duitse tankstations kochten ze snelle plakstrepen om de bus wat cooler te maken, en ventielen met subtiele doodshoofdjes erop. Belangrijker nog is het scherm dat binnen hangt en de doos met Playstationspellen die onder de bank staat. Ze drinken graag wat na de show, dus soms rollen de halve liters over de vloer. De cocktailbar van sterkedrank die was ontstaan hebben ze onlangs opgeruimd. Dat staat toch raar als je de deur opendoet.

De cocktailbar van sterkedrank die was ontstaan hebben ze onlangs opgeruimd

De politie houdt hen nog wel eens staande, ze zijn standaard te zwaar beladen. Ze moesten al eens alles achterlaten bij een controle in Duitsland. En in Spanje reed Luka op een haar na een agent aan. Werden ze daarna door drie motoragenten van de weg gehaald die ze ter plekke een paar honderd euro moesten betalen.

Het is niet de eerste bus. DeWolff begon in de luxe Chevrolet met fluwelen zetels van hun oude manager. Later was er een sponsordeal met een schoenenmerk. Ze kregen een ruime bus met laadklep waarop het drietal groot op de foto stond.

The Back Crowes

En onlangs tourden ze met de Amerikaanse rockband The Black Crowes. Die rijden ’s nachts tussen optredens, dus moesten ze een nightliner huren. Een maand lang reden ze luxueus met een slaapcabine door Europa. Valt best aan te wennen.

Maar liever hebben ze hun eigen vervoer, de plek waar ze al jaren met elkaar overleggen, of meedenken over sciencefictionboekideeën van hun roadie. „De laatste tijd gingen de gesprekken vaak over hypotheken. We zijn alle drie bezig met een huis kopen buiten Utrecht.” Ze zijn verhuisd, naar Overijssel en Limburg. Dus het is niet logisch meer om een gezamenlijke bus te hebben. Bovendien is de versnellingsbak van de Sprinter verrot.

En toch. Het nieuwe album Love, Death & In Between is net uit, dus ze gaan weer touren. „Ik mis die uurtjes in de bus”, zegt Robin. „Nu moeten we opeens met elkaar afspreken. Bovendien moeten straks al die instrumenten ook weer mee, dus ik denk dat het er op neerkomt dat we toch weer een nieuwe bus nemen. Ik zie het gewoon niet voor me zonder.”