Pionier van onderzoek naar extreem-rechts in Nederland

„Extreemrechtse activisten krijgen minder tegenwerking dan voorheen.(..) ,,Massaal protest blijft uit”.

Jaap van Donselaar, een van Nederlands vooraanstaande onderzoekers naar deze politieke stroming, schreef dit in november 1994. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van dat jaar hadden de Centrum Democraten van Hans Janmaat (voorheen Centrumpartij) substantieel succes geboekt. De partij groeide van één naar drie Kamerzetels zonder dat de sterke groei een schokgolf veroorzaakte. „Aan gebeurtenissen, die gisteren nog als schokkend werden ervaren, gaat men vandaag schouderophalend voorbij”, schreef Van Donselaar in een opiniestuk in NRC Handelsblad. „En morgen zullen identieke voorvallen wellicht niet eens meer worden opgemerkt”.

Van Donselaar (1953), cultureel-antropoloog en onderzoeker naar extreem-rechts in politiek en samenleving, overleed maandag een week geleden op 71-jarige leeftijd; zijn overlijden werd pas deze maandag bekend. Hij leefde lang genoeg om zowel de verkiezingswinst van de PVV van 20 zetels (van 17 naar 37) als de totstandkoming van de rechtse coalitie met de PVV in de hoofdrol, mee te maken.

Pim Fortuyn

Van Donselaar speelde een belangrijke rol bij het duiden van de PVV in de eerste jaren van haar bestaan (vanaf 2006). Onderzoeker Willem Wagenaar van de Anne Frank Stichting, die veel met hem samenwerkte, zegt daarover: „Van Donselaar zag bij de PVV twee elementen terug van het vooroorlogs rechts-extremisme: het etnisch wij-zij-denken en de voorkeur voor autoritair leiderschap.” Pim Fortuyn die destijds ook extreem-rechts werd genoemd, miste die twee kenmerken juist, volgens Van Donselaar. „Het tekent zijn manier van denken”, aldus Wagenaar: „Wat betekent dat nou precies, vroeg hij zich af, als men het heeft over extreem-rechts?”

Niet iedereen was overtuigd van Van Donselaars precisie. Toen de Leidse wetenschapper in 2009 zijn typering van de PVV afzwakte van ‘extreem-rechts’ tot ‘radicaal- rechts’, kwam daar kritiek op. Publicist Carel Brendel noemde Van Donselaar een „etikettenplakker”, en „pseudo-wetenschapper” die strooide met vage termen als „benadrukking van het eigene” . „Met zijn willekeurige criteria kun je in feite alle bestaande Nederlandse politieke partijen in de extreem-rechtse hoek zetten”, aldus Brendel.

Volgens Wagenaar bewees Van Donselaar de wetenschap juist een dienst „door de belangstelling voor extreem-rechts uit de activistische hoek te halen”. Dat deed hij door aan de Leidse universiteit longitudinaal onderzoek naar extreem-rechts te beginnen: ontwikkelingen langere tijd volgen, incidenten cijfermatig inventariseren en duiden.

Vooroorlogs fascisme

Als cultureel-antropoloog met historische belangstelling had Van Donselaar dat voor het eerst gedaan tijdens zijn promotie-onderzoek dat hij afrondde in 1991. In het proefschrift Fout na de oorlog: fascisme en racisme in Nederland 1950-1990 onderzocht hij ‘naoorlogse fascistische continuïteit in organisatorisch verband’. Van Donselaar zag rechts-extremisme in de periode 1950-1990 als poging tot voortzetting van vooroorlogs fascisme, met vergelijkbare kenmerken zoals aantrekkingskracht tot ‘sterke mannen’, antisemitisme en racisme.

Na zijn proefschrift werd van Donselaars aandacht getrokken door de stroom incidenten in Duitsland na de val van de Muur in 1989. In 1993 werd in het West-Duitse Solingen het huis van een Turkse familie in brand gestoken. Vijf mensen kwamen om het leven, veertien raakten gewond. „Van Donselaar zag van dit soort incidenten ook de betekenis voor Nederland”, zegt Wagenaar. „Dat kwam onder meer tot uitdrukking in de groei van de partij van Hans Janmaat.”

Samen met de Leidse Universiteit begon Van Donselaar vanaf 1997 met het jaarlijks in kaart brengen van de racistische en antisemitische incidenten en de duiding daarvan. Daarbij wist hij ook de Binnenlandse Veiligheids Dienst (BVD) te betrekken, die cijfermatig en analytisch materiaal aanleverde. „Voor die tijd was dat een uniek project”, aldus Wagenaar, die mede daarom Van Donselaar typeert als een „origineel denkend vakman”.

Het project werd bekend als Monitor Racisme & Extremisme en in samenwerking met de Anne Frank Stichting uitgevoerd. Het liep van 1997 tot en met 2017. Daarna nam de politie het project over. „Dat is een aanwijzing voor de blijvende invloed van Van Donselaar”, zegt Wagenaar.