Pieter van der Wielen over ‘Het Uur’: ‘Het is mooi als je iemands worsteling kunt tonen’


Foto Simon Lenskens

Interview

Interviewpodcast Een goede voorbereiding kan ook een valkuil zijn. „Als iemand iets uitlegt en jij weet alles al, dan vergeet je ‘domme’ vragen te stellen”, zegt Pieter van der Wielen, die de podcast Het Uur presenteert.

Hij werkte al bijna twintig jaar als radiojournalist voor de publieke omroep. De laatste jaren presenteerde hij het interviewprogramma Nooit meer slapen op NPO Radio 1. Sinds september is Pieter van der Wielen te horen in NRC-podcast Het Uur. Wekelijks interviewt hij een bijzondere gast, zoals de Amerikaanse politicoloog Francis Fukuyama en Belgisch-Amerikaanse psychotherapeut Esther Perel. Hoe ziet de wereld eruit door de ogen van die persoon? Wat willen zij uitdragen? Op die centrale vragen probeert hij in dat uur antwoord te krijgen.

Het was behoorlijk wennen voor een radioman bij de krant. Van een dagelijks radioprogramma bij de publieke omroep naar een wekelijkse podcast bij NRC. „Het is nog niet dat ik helemaal in mijn comfortzone zit, maar bij steeds meer interviews heb ik het gevoel dat dit het moet worden. De gesprekken lopen steeds beter.” Wat niet veranderde ten opzichte van Nooit meer slapen, is zijn voorbereiding. Voor het interview heeft hij zich zeer grondig verdiept in zijn gesprekspartner , vertellen collega’s.

Pieter beheerst ‘the art of conversation’. Hij werkt geen vragenlijst af, maar laat het gesprek in volle vertrouwen zijn gang gaan, net als een jazz jamsessie: samen kijken we waar dit gesprek ons heen voert.

Tom Lanoye schrijver

Bereid je je altijd goed voor?

Van der Wielen: „Toen ik een wetenschapsprogramma presenteerde had ik een tijd de neiging om dat veel minder te doen. Ik had geen bèta-achtergrond en ik was eigenlijk per toeval bij dat programma gekomen. Ik merkte dat voorbereiding je ook wel in de weg kan zitten. Als iemand iets uitlegt en jij alles al weet, vergeet je ‘domme’ vragen te stellen. Zulke vragen zijn wel altijd nodig voor het publiek. Je kan wel gaan zitten knikken als iemand bijvoorbeeld ‘neurino’ zegt, maar anderen weten misschien niet wat dat is.”

Wanneer kwam die omslag?

„Ik merkte dat het voor jezelf vooral leuker wordt als je dieper in de materie zit. Ik spreek veel mensen in de cultuursector. En moet daarvoor veel boeken lezen en voorstellingen bekijken. Uiteindelijk is het ook leuker voor de geïnterviewde als ik op de hoogte ben, dan wordt het voor iedereen ook spannender.”

Hoe bereid je je voor op Het Uur?

„Dat verschilt per gesprek, het loopt allemaal een beetje door elkaar heen. Je moet echt goede ideeën hebben waar een gesprek over moet gaan. Ik brainstorm al een paar weken voor het interview met de redactie over die ideeën.”

Pieter is heel lievig in zijn blik. Als je aankomt voel je zijn enthousiasme. Maar in interviewmodus is hij streng. Op een goede manier.

Naaz zangeres

Waar bestaan die ideeën uit? Staat de persoon of het onderwerp voorop in je interviews?

„Ik ben daar een beetje mee aan het worstelen. Bij Nooit meer slapen ging het echt over de persoon. En ging het eigenlijk altijd over werk én leven. Dus dat je iemands werk probeert te duiden vanuit iemands leven. Dat waren altijd leuke gesprekken om te maken, maar het risico was dat het te psychologisch wordt. En heel veel dingen zijn helemaal niet zo psychologisch.

„Toen ik naar NRC ging was mijn wens maatschappelijker interviews te maken. Maar als je een gesprek heel maatschappelijk maakt dan vergeet je al gauw de mens achter de mening. Ik vind het ingewikkeld wat vooropstaat: het onderwerp of de persoon. Je moet wel echt weten wie er aan het woord is, dat hoeft niet zoals bij Nooit meer slapen heel letterlijk: Wie is je vader? Wie is je moeder? En waar stond je wieg? Maar het is wel mooi als je iemands worsteling kan tonen.”

Wat voor soort mensen heb je graag voor je?

„Het maakt eigenlijk niet uit. Ik houd van de variatie aan personen. Stel dat je een programma maakt en iedereen die langskomt is hoogopgeleid, jong en woont in Amsterdam, dan vind ik dat zelf niet leuk. Dan zou ik mijzelf hopeloos gaan vervelen als maker. Ik vind dat je dat ook niet kan maken tegenover je publiek. Dus hoe meer variatie hoe beter.”