Philips daagt Amerikaans testlab voor de rechter wegens ‘ernstige fouten’ in apneu-kwestie

Philips heeft het Amerikaanse testlab Plastic Services Network (PSN) op 29 juli voor de rechter in Pennsylvania gedaagd voor „talloze flagrante fouten” in hun onderzoek naar de veiligheid van het schuim in de slaapapneu-apparaten van Philips. Het schadebedrag dat Philips wil verhalen op het lab zal later in de juridische procedure bekend worden gemaakt.

Het lab testte tussen eind 2020 en begin 2021 in opdracht van Philips het geluiddempende PE-PUR-schuim in de slaapapparaten naar aanleiding van klachten van gebruikers. Volgens Philips leverde het lab „inaccurate testverslagen” aan en maakte het „valse claims” over de veiligheid van het schuim in de apparaten van Philips.

In de zomer van 2021 kondigde Philips een terugroepactie aan van 15 miljoen slaapapparaten die vanaf 2009 wereldwijd werden verkocht. Het bedrijf schreef dat patiënten „ernstig” of „levensbedreigend” letsel kunnen overhouden aan het inademen van stukjes schuim of de chemicaliën afkomstig uit het schuim in de apparaten. Na de terugroepactie halveerde de beurskoers en stapte topman Frans van Houten op. Het concern schikte afgelopen april voor 1,1 miljard dollar met patiënten in de VS voor letselschade en de medische monitoring van de schade.

Volgens Philips trof het lab de mogelijk kankerverwekkende stof „dimethyldiazeen” in het schuim aan, maar dit zou niet kloppen, staat in de aanklacht. Dit bleek „aceton” te zijn, zegt Philips nu, een andere, veel minder schadelijke stof. Philips beweert in de aanklacht dat er sprake is van een „cover-up”, een doofpot. Toen de „fout” over de aangetroffen stof door het lab zelf werd ontdekt, werden rapporten volgens Philips „in stilte” aangepast. Dit gebeurde maanden na de terugroepactie, in oktober 2021.

‘Onterechte zorgen’

Philips laat weten dat het een „meer gerichte terugroepactie” van de apparaten zou hebben uitgevoerd „als PSN deze ernstige fouten niet had gemaakt en het mogelijke risico voor patiënten niet grof had overschat, hetgeen tot onterechte zorgen heeft geleid”.

Ook meldt het bedrijf dat vijf „onafhankelijke” laboratoria nadien tests hebben uitgevoerd en dat „het onwaarschijnlijk is dat het schuim in deze apparaten leidt tot gezondheidsschade bij patiënten”.

Afgelopen oktober oordeelde de Amerikaanse toezichthouder FDA dat deze door Philips aangeleverde onderzoeken niet „voldoende” zijn om de risico’s van het schuim in beeld te brengen. De FDA schreef dat „aanvullende onderzoeken” noodzakelijk waren om de risico’s in kaart te brengen. Een woordvoerder van Philips laat weten dat gesprekken met de FDA nog lopen over „details van verdere tests”.

Als onderdeel van een schikking met de Amerikaanse FDA mag Philips geen apneu- en beademingsapparaten meer verkopen in de VS. Daarnaast loopt er in de VS ook een justitieel onderzoek naar het handelen van Philips.

Het lab was donderdagmiddag nog niet bereikbaar voor commentaar.