‘Pesten, sabotage, schelden, gillen’ in het Tweede Kamergebouw

Onderzoek naar sociale veiligheid Een grote minderheid van de ruim 600 deelnemers aan het onderzoek ervaart grensoverschrijdend gedrag in de Tweede Kamer.

De Commissie voor de Werkwijze debatteerde vorig jaar november met Tweede Kamervoorzitter Vera Bergkamp over het onderzoek naar de klachten van onveiligheid van het personeel onder oud-Kamervoorzitter Khadija Arib.
De Commissie voor de Werkwijze debatteerde vorig jaar november met Tweede Kamervoorzitter Vera Bergkamp over het onderzoek naar de klachten van onveiligheid van het personeel onder oud-Kamervoorzitter Khadija Arib. Foto Dirk Hol/ANP

Een Kamerlid dat „met stoelen gooit”. Een ander Kamerlid dat zo hard „krijst en gilt” tegen een fractiemedewerker dat mensen in de werkkamer ernaast het kunnen horen. De onderzoekers van de universiteit Utrecht lijken in hun rapport over sociale veiligheid in de Tweede Kamer zelf ook onder de indruk van het grensoverschrijdend gedrag waarover ze hoorden. „De vele voorbeelden die deelnemers met ons deelden, spreken tot de verbeelding.”

Dat gedrag beperkt zich niet tot de gekozen volksvertegenwoordigers. Ook ambtelijk leidinggevenden maken zich er volgens medewerkers schuldig aan. Eén van hen schreef de onderzoekers: „Gedrag van uitsluiting, roddelen, achterdocht, manipulatie, onder druk zetten op basis van positie (macht), omgeven door enorm wantrouwen en achterdocht.”

Toch is het Tweede Kamergebouw voor het grootste deel van de bewoners – Kamerleden, fractiemedewerkers en ambtenaren – „gemiddeld gezien en in algemene zin” een veilige werkomgeving, aldus de onderzoekers. Maar een „grote minderheid” van de ruim 600 deelnemers aan het onderzoek ervaart „in meer of mindere mate grensoverschrijdend gedrag”.

Dat genuanceerde beeld schetst een groep Utrechtse wetenschappers die daartoe vorig jaar de opdracht kreeg van Kamervoorzitter Vera Bergkamp. Het resultaat: een groot belevingsonderzoek, waarin voor het eerst álle Kamerbewoners zijn betrokken. De uitkomst: een rapport van 289 pagina’s, gebaseerd op anoniem en online ingevulde vragenlijsten, diepte-interviews en bestudering van (Kamer)documenten.

Directe aanleiding voor het onderzoek was een reeks signalen die Bergkamp (D66) ontving sinds haar aantreden in 2021. Zo deelden bedrijfsartsen en vertrouwenspersonen in juni van dat jaar hun zorgen in een vertrouwelijke brief. In drieënhalf jaar tijd ontvingen zij van 23 medewerkers „eensluidende klachten over ongewenst gedrag”. Dat waren niet de enige signalen die Bergkamp (D66) bereikten. Eerder berichtte NRC al over beschuldigingen van seksuele intimidatie en misbruik door PVV-Kamerlid Dion Graus. „Ik krijg structureel te veel signalen dat er zorgen zijn over de sociale veiligheid in de Kamerorganisatie,” zei Bergkamp in augustus 2021 toen ze het onderzoek aankondigde.

Toch is het Tweede Kamer- gebouw voor de meesten een veilige omgeving

Hittepunten

De ervaren onveiligheid uit zich in „kleinerende opmerkingen, roddelen, zwartmaken, discriminatie, delen van persoonlijke, vertrouwelijke informatie met anderen, sabotage en expres tegenwerken, pesten, schelden en schreeuwen”. Het rapport meldt nog ernstigere vormen van ervaren wangedrag op kleinere schaal: bedreiging, (seksuele) intimidatie en zelfs chantage, stalking en fysieke agressie. Hoewel de onderzoekers benadrukken geen feitenonderzoek te hebben gedaan, concluderen ze dat „de aard van de ervaren sociale onveiligheid meer is dan een reeks incidenten”.

Lees ookIn de Kamer is nu echt iedereen beschadigd

Een belangrijke oorzaak van de problemen is volgens hen „het vergrootglas” waaronder met name politici liggen. „Dat werkt in feite als brandglas voor de hele Tweede Kamer” en „creëert hittepunten voor Kamerbewoners met macht en verantwoordelijkheden”. Daarbij worden de twee grootste groepen boosdoeners expliciet benoemd in het rapport: leidinggevende ambtenaren en Kamerleden. „Onder druk lijken sommigen van hen de grenzen van professioneel gedrag uit het oog te verliezen.”

Van de politieke omgeving en werkcultuur „lijkt een sterke kracht uit te gaan die concrete risico’s oplevert” voor sociale onveiligheid en grensoverschrijdend gedrag. Dat komt volgens de onderzoekers door „de status” van Kamerleden gecombineerd met hun unieke, staatsrechtelijke positie. In principe kan niemand ze ontslaan. Wat ook meespeelt: de verruwde omgangsvormen in het politieke debat „die ook daarbuiten doorwerken in de contacten tussen Kamerleden, fractiemedewerkers en ambtenaren”. Die verscherpte verhoudingen worden verder op de spits gedreven door „directe druk” van (sociale) media en burgers.

‘Weggepeste ambtenaren’

De spanningen en sociale onveiligheid komen nergens zo duidelijk aan het licht als in de relatie tussen de ambtelijke top en het presidium: het dagelijkse bestuur van de Tweede Kamer. Dat staat onder leiding van voorzitter Bergkamp en bestaat verder uit zeven Kamerleden van verschillende fracties. Het presidium is de toezichthouder op de griffier, die als hoogste ambtenaar verantwoordelijk is voor de ruim zeshonderd medewerkers van de Kamer.

Maar in de praktijk beperkt het presidium zich niet tot toezicht houden. Volgens het onderzoek worden de topambtenaren „soms onder de voet gelopen door het presidium, waaronder de voorzitter.” Een van de bevraagde ambtenaren zegt: „Er is een kleine ambtelijke organisatie, met een duidelijke taakomschrijving, waar het Presidium dwars doorheen banjert als ze willen.” De onderzoekers beschrijven „een duidelijk en vrij consistent beeld van aanhoudende sociale onveiligheid” in de politiek-ambtelijke wisselwerking. Ze schrijven dat sommige „huidige en/of eerdere leden van het presidium” volgens ambtenaren „intimideren, schofferen, buitensluiten, negeren, pesten. Veel ambtenaren (…) zijn, weggepest en teleurgesteld, vertrokken.”

Precies dat, meldingen over vermeend grensoverschrijdend gedrag door een presidiumlid met het vertrek van (top)ambtenaren tot gevolg, wordt nu onderzocht. Het bureau Hoffmann voert een feitenonderzoek uit naar het gedrag waar voormalig PvdA-Kamerlid Khadija Arib van wordt beticht in haar periode als Kamervoorzitter (2016-2021).

Nieuw is de wrevel over de politieke bemoeienis met de ambtelijke organisatie allerminst, aldus de onderzoekers. De huidige spanning bestaat volgens hen al járen. „Dat is gewoon een pijnpunt. (…) De voorzitter heeft op de een of andere manier veel macht in de (ambtelijke) organisatie,” zegt een ambtenaar. Het gaat bovendien, volgens bevraagde ambtenaren, „zeker niet alleen” over Arib en haar vermeende gedrag.

Nul klachten

Opvallend is dat jaarlijks ruim twintig meldingen van ongewenste omgangsvormen worden gedaan bij vertrouwenspersonen, maar sinds 2014 geen formele klacht is ingediend bij de Klachtencommissie. Dat verschil noemen de onderzoekers „opmerkelijk”.

Eén van de oorzaken is de wirwar aan plekken waar Kamerbewoners melding kunnen doen. Áls dat al gebeurt, worden ze niet systematisch geregistreerd. Laat staan dat het leidt tot een klacht en wordt onderzocht.

Het illustreert volgens deskundigen die NRC sprak de enorme achterstand die de Kamerorganisatie heeft als het gaat om het creëren van een sociaal veilige werkomgeving. Bergkamp zei maandag in een reactie „voor de zomer” te komen met een reactie op de twintig aanbevelingen.