Pentagon keurt Patriot-leveringen ter waarde van ruim 200 miljoen euro aan Nederland goed

Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de verkoop van twee Patriot-lanceerinrichtingen aan Nederland goedgekeurd. Dat  heeft het Defense Security Cooperation Agency (DSCA), het bureau van het Pentagon dat verantwoordelijk is voor de ondersteuning van Amerikaanse bondgenoten, donderdag bekendgemaakt. Washington geeft Nederland ook toestemming om bestaande systemen op te waarderen en aanvullende apparatuur aan te schaffen. De levering zou een waarde hebben van zo’n 224 miljoen dollar (ongeveer 202 miljoen euro).

Of de nieuwe leveringen verband houden met de eerdere Patriot-leveringen van Nederland aan Oekraïne is niet duidelijk. Het defensieministerie was vrijdag niet onmiddellijk bereikbaar voor vragen van NRC.

Bij de Amerikaanse levering van de Patriot-systemen — afweersystemen die bekend staan om hun betrouwbaarheid en doeltreffendheid — zijn wapenfabrikanten Lockheed Martin en RTX Corp betrokken. Volgens het DSCA zijn de nieuwe systemen bedoeld om Nederlandse luchtverdedigingscapaciteit te versterken.

Donderdag maakte het Nederlandse ministerie van Defensie bekend Staphorst en de Maasvlakte op het oog te hebben voor een uitbreiding van infrastructuur, in aanvulling op andere gebieden die in aanmerking komen. In Staphorst wil het ministerie een opslag voor munitie uitbreiden en op de Maasvlakte hoopt Defensie ruimte te creëren om amfibische trainingen te kunnen houden. Amfibische operaties zijn operaties van gevechtseenheden vanuit zee naar het land of andersom.

De plannen zijn nog niet definitief. Volgens Defensie is de groei van de krijgsmacht noodzakelijk „om het eigen grondgebied en dat van de bondgenoten te kunnen verdedigen”. Naar eigen zeggen is daarom meer ruimte nodig „om te oefenen, voor opslag en om bondgenoten door Nederland te verplaatsen”.