N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Onderzoek I&O Partijen die een speerpunt maken van stikstof en klimaat hebben een voordeel bij de verkiezing van de Provinciale Staten.
Het politieke gevecht om klimaat- en stikstofbeleid bepaalt in grote mate de uitkomst van de Provinciale Statenverkiezingen van 15 maart. Dat blijkt uit een peiling van I&O Research onder 2.489 kiezers.
Het belangrijkste thema voor kiezers is klimaat- en energiebeleid: 43 procent van de ondervraagden gaf aan dat belangrijk te vinden. Kort daarachter zit natuur en milieu (42 procent) en stikstof (31 procent). Dit zijn thema’s waar provincies een belangrijke rol in spelen.
Deze tendens lijkt gunstig voor partijen aan beide flanken van het politieke spectrum die van stikstof, natuur en klimaat hun prioriteit hebben gemaakt. Het kan zowel partijen als GroenLinks en de Partij voor de Dieren een zetje geven als de BoerBurgerbeweging, die in alle twaalf provincies voor het eerst meedoet. I&O Research schreef eerder deze maand, naar aanleiding van gunstige peilingen voor BBB: „We zien dat BBB profiteert als landbouw en stikstof een actueler issue is, terwijl JA21 garen spint bij discussies omtrent immigratie.”
In hoeverre stikstof onder kiezers leeft, verschilt behoorlijk per provincie
De stikstofplannen van het kabinet motiveren aanstaande kiezers van BBB zeer: 55 procent van deze groep geeft aan dit thema belangrijk te vinden. Ook bij mensen die gaan stemmen op GroenLinks (49 procent) en de PvdD (48 procent) leeft dit onderwerp. De VVD-achterban is vooral bezig met de economie (49 procent). Opvallend is het grote verschil tussen de Randstad en de rest van Nederland. Zo leeft stikstof veel minder in Utrecht, Noord- en Zuid-Holland (tussen de 28 en 30 procent), terwijl het kiezers in Drenthe (51 procent) en Overijssel (46 procent) veel meer bezighoudt.
Het kabinet heeft zich als doel gesteld de uitstoot in 2030 te halveren. Het wil daartoe 3.000 grote vervuilers desnoods met dwang tot stoppen dwingen en 10.000 boeren uitkopen of natuurvriendelijker laten werken.
In Den Haag maken de coalitiepartijen zich zorgen over de verkiezingsuitslag van maart. Kritische partijen als BBB en JA21 staan op grote winst. Dat betekent dat veel provinciebesturen een ruk naar rechts kunnen maken, en, als het om stikstofbeleid gaat, het kabinet flink dwars kunnen zitten. Dat kan ook in de Eerste Kamer gebeuren, die gekozen wordt door de Provinciale Staten.
Bovendien zijn provinciale afdelingen van coalitiepartijen VVD en CDA veel kritischer over de stikstofmaatregelen dan de partijen in Den Haag. Om een dreigende patstelling tussen ‘Den Haag en provinciebesturen te voorkomen, denkt het kabinet na over maatregelen om provincies te dwingen tot medewerking.
De coalitie zelf is in de verkiezingscampagne steeds minder eensgezind over stikstofbeleid. CDA-lijsttrekker voor de Eerste Kamer Theo Bovens distantieerde zich zondag in het tv-debat bij WNL van de deadline van 2030, zoals die in het coalitieakkoord is afgesproken. Hij stemde tegen de stelling van Paul van Meenen, de lijsttrekker voor coalitiepartner D66, dat het negeren van deze streefdatum leidt tot „stilstand”. VVD-lijsttrekker Edith Schippers wilde zich niet over die stelling uitlaten omdat ze vond dat die „alleen bedoeld is om te polariseren”.
Uit de peiling van I&O Research blijkt dat kiezers meer vertrouwen hebben in de provinciale (45 procent) dan in de landelijke overheid (36 procent). Ook hier is de kloof tussen Randstad en de rest van Nederland opvallend. Het laagste vertrouwen in Den Haag wordt gemeten in Limburg (25 procent), Drenthe (26 procent) en Overijssel (31 procent). In Utrecht is het vertrouwen 46 procent.